Elke maandagavond
diavertoning
In Haamstede
herleeft 475 jaar
kerkgeschiedenis
grote bloemmotieven, in de vorige eeuw
ging men over op effen zwart of gebloemd
kamgaren. Ook het aantal onderrokken nam
af. Wel heeft de keuze zijn oorspronkelijk
model behouden.
Een rechthoekige lap stof aan de taille
band gerimpeld, met één naad en haak en
oogsluiting. Over de keus gaat zondags een
zwart zijden schort, het z.g. „doffe schort".
Door de week wordt een licht schort
gedragen. Als het koud is wordt de nette,
een zware, vaak grijs of zwarte, pluche
doek, omgeslagen. Het gouden slotje waar
mee de doek bij elkaar wordt gehouden
heet dan ook het netteslotje.
Ook de mannendracht van Zuid-Beveland
is in de loop der tijd stemmig zwart ge
worden. Zowel boven- als onderkleding wa
ren vroeger kleuriger van uitvoering.
Tot in de vorige eeuw waren rijke da
masten hemdrokken in allerlei kleuren ge
bruikelijk. Vaak waren deze voorzien van
een dertigtal zilveren knopen.
De destijds korte klepbroek werd aan
de onderzijde gesloten met zilveren gespen.
Op de klep prijkten vier zilveren knopen,
de broek- en klepknopen.
Rond de hals werd een bont doekje ge
dragen. De hoed had in de vorige eeuw
een gebloemde fluwelen band en werd met
de voorzijde neergeslagen gedragen. Dit is
nog steeds het geval bij de Katholieke
dracht.
Tegenwoordig komen alleen nog lange
zwarte klepbroeken voor. Hetzij van pilow
of zwart fluweel, ook wel van laken. Op
de klep draagt men nu twee meestal open
gewerkte broekknopen. Het boezeroen wordt
aan de hals met twee gouden braamknopen
gesloten. Daaronder wordt nog steeds het
halsdoekje met een platte knoop gesloten.
Over zwart of gestreept boezeroen en
mouwloos vest wordt de lakense rok ge
dragen waarvan de kraagloze hals is afge
biesd met een „pluusje".
De „pluus'oed" van laag model komple-
ceert het geheel.
Joanne van der Stel.
Haamstede 475 jaar kerkgeschiedenis
herleeft deze zomer elke maandagavond in
de Nederlands Hervormde Kerk van Haam
stede. Dankzij de diaserie die fotograaf
Berge en tekstschrijver Cor de Goederen
hebben samengesteld.
Cor de Goederen, die de serie de sug
gestieve titel: „De banken zijn hard" heeft
meegegeven, heeft een half jaar lang in
de oude acteboeken van de kerk gesnuffeld
en daaruit een schat aan gegevens gehaald,
die hij levendig heeft verwerkt.
Veel komt de toerist (en inwoner) die
de moeite heeft genomen om een maandag
avond te komen kijken in de kerk, te weten
over het gebouw en bestuurderen, over am
bachtsheren en manieren, over grote en
kleine, belangrijke en onbelangrijke zaken.
De diaserie wordt deze zomer gedraaid
in de winterkerk, de plaats waar vroeger
de „musters" (takkenbossen) werden opge
slagen, die de diakonie kreeg van de am
bachtsheer en die in de wintermaanden aan
de armen werden uitgedeeld.
Armenzorg nam een belangrijke plaats in,
er werd gezorgd voor onderwijs, voedsel
en kleding, maar wie bij de „bedeelden"
hoorde, mocht niet aanzitten aan het a-
vondmaal. Begin deze eeuw is nog uitge
breid gepraat over de vraag of mensen die
zonder het te vragen wat ziekenhulp kregen,
wel of niet „bedeeld" waren.
Ook bemoeide de kerkeraad zich met
het gedrag van haar kerkeleden en hief
men vaak een waarschuwende vinger op,
zoals in het geval waarin een echtpaar-
bekende ruzie te hebben gehad met een
ander echtpaar waarna men elkaar het
bloed van een geslacht beest had toege
smeten en de ene vrouw de andere van
tovenarij had beticht.
Drinken in de kerk mocht ook niet en
zo werd in 1722 een lidmaat aangesproken
over gepleegde dronkenschap. Hij bekende
twee keer in de kerk te hebben gedronken,
daar spijt over te hebben, maar niet te
kunnen beloven het in de toekomst te laten.
Bewoners van het slot Haamstede hadden
veel invloed op het wel en wee van de kerk.
Zij gaven veel, maar bemoeiden zich ook
met veel zaken, zoals de hoogedelgeboren
vrouwe Maria Agatha van Collen, die zich
in 1739 bezig hield met het vroedvrouwen
probleem en daartoe eigenhandig adver
tenties plaatste in de Oprechte Dinsdagse
Haerlemse Courant.
Het ambt van koster was ook erg be
langrijk. De koster was tevens schoolmees
ter, voorzanger en psalmlezer en wanneer
men de omvangrijke taken hoort waarmee
hij zich belast wist, vraagt men zich af
of de goede man wel aan slapen toe kwam.
Alles bij elkaar houdt de diaserie de
luisteraar en toeschouwer bijna anderhalf
uur geboeid.
Ineke van Loon.