Willekeurige Walcherse Weekenddag Zeilmorgen met zeewind. Onder een donkere buienrand fietsen we met ons drietjes naar de jachthaven, een septembermorgen met een flinke bries, die van noordoost terugloopt naar noord. Ge lukkig blijft het droog en na tien minuten optuigen zeilen we halverwind de haven Oostwatering uit. Het onvergetelijke sil houet van Veere trekt voorbij, kerk en torentjes wisselen onderling van plaats; dan komt de beroepsvaart, moderne zand- schepen, snelle binnentankers, een viskot- ter. Moeiteloos voortgestuwd door de aan wakkerende wind met witschuimend sis send water langs de dekrand gaat het snel langs rode en zwarte tonnen. Hoegenaamd geen problemen, we zitten bij een beker koffie gezellig te kletsen in de stuurkuip, één fluit het fascinerende deuntje uit de cowboyfilm „It once happened in the West." Het kajuit jachtje; verbluffend-knap sa menstel van polyester, glasvezels, twee giet stalen kielen eronder, extrusieprofielen goudgeel geëloxeerd voor mast en giekje, roestvrij-staaldraad, terylene touw, dacron zeilen. Wat een wonderlijke combinatie van moderne materialen met minimaal onder houd! Voorbij de twee A'tjes zoals we Aard beieneiland en de Arneplaat noemen moeten we nu aan-de-wind, een noord wester die nu met schatting Bft 5 hard doorstaat. Dit is dan de noordoostelijke doorvaart, zegt er een; inderdaad Siberisch koud onder die grijze lucht met jagende wolken. Geen beroepsvaart hier; de stijve bries wisselt wel wat van richting en dat geeft je kansen om enkele seconden sterk op te loeven, de wind met trillende fok „uitmelken". Om beurten sturen we, de een speelt met de helmstok, hard oploevend in kei harde vlagen, de zeilen heftig laten klap peren als vlaggen; dat is één manier om die dikbuikige kajuitboot (die nu zeilt als een jol) overeind te houden; afblijven van de schoottouwen! Er is een andere manier; helmstok stilhouden, je koers „schetsen" alsof je een rechte streep probeert te trek ken over een plaat golfkarton: trek je niks aan van die golven, pareer de felle wind stoten als een bokser met bliksemsnel op- gevierde grootzeilschoot; „dekking zoeken" en dan weer de schoot innemen. Boksmatch met Aeolus, voordeel behalen op punten, kompaspunten dan. Uiterste concentratie nodig op wind, zeilen, boot, water. Overstagmanoeuvres moeten kloppen daar tussen die blezen- boompjes, die keienwallen en die steigers met hun verwaaid liggende boten, waar men ons staat na te kijken. Nat, dik stuk touw vliegensvlug doorhalen op een rond tollende boot; dan metéén in de klem, die fokschoot (1). Lui, is er nog koffie? Plat kistje wordt naar buiten gereikt met twee bekertjes, dampend heet: een houdt het „cardanisch" omhoog. Oostpunt Haringvreter met het meeuwenreservaat: duizenden meeuwen, tal loze jongen, enorm gekrijs. De Birds, waar haalde Hitchcock anders zijn geluidsban den? Kamperland is voor ons net zo iets als Bodega Bay. Opletten nu, er is een reusachtige ruimende vlaag, minutenlang, de vlaag-van-de-dag: er zit een heleboel Nóórd in de opstoppers en het lukt, de haveloze steiger van de vroegere veerboot recht voor de boeg te krijgen, wat aan lij zelfs! Overstag hoeft voorlopig niet meer daar onder de St. Felixwal; met heftig wappe rende driekleur, nerveus trillende zeilen en een licht schuimend kielzog passeren we een van de weinige boten op het meer vandaag, een 9-meter zeeschouw die hoege naamd geen moeite heeft met de harde wind. Allicht, die weegt tienmaal zoveel als ons jachtje, is anderhalf maal zo breed en de zware bruine zeilen doen gewoon hun plicht! Opgestoken hand als groet, ze weten op dat stalen schip nauwelijks iets van de felle windstoten tussen de be- bungalowing door; maar we hebben glad water onder de hogerwal. Toch halen we de Schotsman niet over bakboord, het wordt het duinengroepje aan lagerwal en we krijgen de volle laag. Het meer begint te rollen, je hoort het; er komen witte koppen en buiswater spuit in fonteinen op, luttele meters bij ons vandaan, dan over de kajuit en in de zeilen. Steventje hakt erin, die loodgrijze rollers van het oppijpend brok zout water. Plank- staande natte zeilen, een straaltje water loopt in je hals, wat geeft dat nou! Gang boord teikens in het water ondanks drie man half staand tegen hellende kuipwand. Heerlijk feest met keiharde wind; nee, je kijkt niet op het water, het Veerse Meer, het is anders; je maakt er actief déél van uit, je vecht met je bescheiden zeil- spulletje met wind en water en je komt schuin- en scheefliggend tégen dat alles vóóruit! Dompelend, dansend en deinend, buizend en bonkend, overgoten door meppen zout water maken we voortgang. Nu door-de- wind en dat móét kloppen; een dolle draai en dan hebben we de bries driekwart-achter, klein ukkie van kajuitzeiljachtje dat nu glorieus dansend havenwaarts rent, hobbe- 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 11