Maar gevaren dreigen
„Kleinschaligheid" maakt Zeeland voor
velen aantrekkelijk
Wil Goes niet al te veel „grootstad" spelen
met veel nieuwe hoop en inbreng kan wor
den gewerkt. Aan de andere kant is er
ook steeds opnieuw weer het overwinnen
van moeilijkheden, die het werken met
nieuwe mensen en nieuwe ideeën met zich
meebrengt.
Maar in de fokkerij leer je in generaties
te denken. Vandaar dat het paradoxale
motto van het bedrijf luidt: „ik weet zeker
dat het kan" en „we blijven het proberen".
Ineke van Loon.
Renzo de Haan met zijn kudde. Al 23 jaar pleit hij voor de geit als eiwit-leverancier.
Foto: Johan Berrevoets, Zicrikzee.
Wie Zeeland per trein binnenrijdt, herademt als hij na een bezoek aan
de drukke, volgebouwde en wriemelende randstad het met dijken omkranste
polderlandschap weer binnenkomt.
Herademen kan men eigenlijk al als men de Moerdijkbrug is gepasseerd
en het wijdse open liggende West-Brabant zich aandient. Maar dit blad en
dit artikel is nu eenmaal aan Zeeland gewijd.
Zeeland, een gebied met 270.129 hectaren oppervlakte, waarop ruim
300.000 mensen wonen. Wat een weelde aan ruimte nog. Zeeland betekent
wijdsheid. ruimte enerzijds, en toch ook „kleinschaligheid" anderzijds.
Onze dorpen en steden zijn betrekkelijk
klein. Regelrecht menselijk contact tussen
„burger en overheid" is vrijwel overal nog
wel mogelijk. En hoewel de hoogbouwflats
en de industrie-gevaarten aan het Sloe de
Zeeuwse horizon en het landschap hebben
aangetast, is over het algemeen de „men
selijke schaal" in deze provincie nog vrij
goed gehandhaafd gebleven. Men woont
voor het merendeel in huizen met mense
lijke afmetingen, en in gemeenschappen,
die overzichtelijk zijn, zelfs nog na de
niet door iedereen gewaardeerde gemeen
telijke herindelingen.
Zeeland is dus ondanks en dankzij
zijn minder dicht bewoonde, naar verhou
ding vrij grote oppervlakte een „klein
schalig gebied" gebleven.
Het is juist die combinatie van ruimte
en kleinschaligheid, die onze provincie voor
velen zo aantrekkelijk maakt. Voor velen
is het reden zijn vakantie in Zeeland
door te brengen, er zijn tweede woning
te vinden.
Weer anderen hebben daarom ook Zee
land als woongebied verkozen. Want al
staat Zeeland met de twee noordelijke
provincies niet boven op de ranglijst van
uitverkoren woongebieden, zeker is dat het
merendeel van degenen, die van buitenaf
hier zijn komen wonen, na enige tijd niet
meer terug willen: „Je hebt hier nog frisse
lucht, het is hier niet zo druk, en eigenlijk
heb je hier toch ook alles", zo wordt vaak
op simpele wijze de voorkeur voor Zeeland
uitgedrukt.
„In Zeeland hebben we alles, inderdaad
alles op een universiteit na. En niet alleen
dat we „alles" hebben, we hebben het
vaak ook nog beter dan in de randstad."
Dat zei ons onlangs een bepaald niet on
belangrijk functionaris op bestuurlijk ni
veau. Hij doelde op de woongelegenheid,
voorzieningen als zwembaden, sporthallen,
schouwburgen, kerken, dorpshuizen, scho
len, ook op de aanwezigheid eigenlijk
vlak bij iedere woonkern van strand
of bos, polderdijk en water.
Voor deze hooggeplaatste ambtenaar
hij kent ook de grote stedelijke concen
traties in het westen is Zeeland een
ideaal gebied, dat „alles" heeft. Waar be
paalde „voorzieningen" vaak veel dichter
bij de bevolking liggen, vaak ook veel
minder druk bezet zijn. dan in het westen.
Natuurlijk had deze man er oog voor
dat bijvoorbeeld de plattelandsjeugd nog
al eens afstanden moet afleggen om in
stellingen van voortgezet onderwijs te be
reiken, dat niet ieder dorp een ziekenhuis
bezit. Nadelen, zeer zeker, maar wegen
die niet ruimschoots op tegen de grote
voordelen, die het leven in een „klein
schalige" provincie biedt? Nog biedt?
De gevaren die eigen karakter van en
leefomstandigheden in het Zeeuwse land
bedreigen zijn reëel aanwezig.
Het Sloegebied is nu eenmaal aange
wezen als industriezone. Het zij zo.
Volgens de destijds gestelde grenzen zou
er nog ruimte zijn voor enige industrie
naast de reeds bestaande „reuzen" Pechi-
ney en Hoechst, die beiden uitbreidings
plannen hebben. Maar inmiddels is de naam
van het Italiaanse chemische bedrijf Mon
tedison gaan circuleren.
Autoriteiten bleven zwijgzaam zonder die
mogelijkheid van vestiging overigens te ont
kennen. Er zijn al reacties: vakbonden
bijvoorbeeld hebben al laten weten niet
helemaal gelukkig te zijn met de vestiging
van een bedrijf, dat in Italië geen al te
beste naam zou hebben op sociaal en
milieu-hygiënisch gebied.
En een energieverslindend bedrijf als dit
zou de 2de kerncentrale bij Borssele alleen
maar naderbij brengen; een zaak die ook
niet bepaald wordt toegejuicht door de
genen die een schoon en veilig Zeeland
voor ogen staat.
Als dit Italiaanse bedrijf naar Zeeland
komt, zijn de terreinen aan het Sloe, in
clusief de opties van Hoechst en Pechiney,
19