„Met eigen oog geschoten" (III)
N.a.v. de opening tentoonstelling:
„Delta, cultuurgebied in historisch perspektief"
Vlissingen in vrije tijd
In de zomer van 1973 liepen we weer
eens tijdens onze ontelbare bezoeken aan
Veere de Grote Kerk binnen en werden als
reeds zovele malen tevoren volkomen over
weldigd door de ontzagwekkende grootheid
en ruimte.
En opnieuw niet minder door z'n boeiende
historie, die daar als het ware van de
eeuwenoude balken op je neerdaalt en je
volledig inspint. In spin de bocht gaat in,
uit spuit de bocht gaat uitEn wat
spoot er heel spontaan en heel simpel
mijn bocht uit? Juist.
Onderstaand stukje poëzie, opgenomen
in het septembernummer 1973 van het
Zeeuws Magazine; als een verzuchting, als
een kreet.
Ernaast een artikel van de hand van
Van Schaick Zillesen onder de titel „De
Grote Kerk in Veere- zo maar laten? Of
niet?"
Kretologie dus en verder van weinig of
geen betekenis, maar vanwege de sfeer
kan het geen kwaad opnieuw met dit
„achaan te vangen, om daarna als
tegenstelling met een diepgemeend „öhh..."
te eindigen.
o grote onvoltooide van Veere
gedurfd samenspel
van taaie onverzettelijkheid en pure
grootheidswaan
machtige symphonic
natrillend nagolvend over verstilde
vesting
onwezenlijk grotesk oprijzend
in 't zeeuwse licht
steeds anders weer opdoemend in 't
onvolprezen silhouet
soms in nevelig grauw
dan weer haarscherp gestoken uit 't
diepste blauw
vogels nestelen in zijn opperhuid
klcingedierte vindt er zijn schuilplaats
een weergaloze wingerd dompelt het
eeuwenoud karkas
waarbinnen de holle loze ruimte
onder in een baaierd van geel en groen
en rood
schijnbaar onwankelbaar monument
gewrocht door kleine grote mensen
reeds eeuwen lang dood
steen gestapeld op steen
met blote handen
steen gestapeld op steen rondom
rondom wat eigenlijk
rondom wat
tijd knaagt en sloopt en heeft
de tijd
tijd ondergraaft heel stil
heel langzaam maar zeker
en weer hebben we handen nodig
handen die ferm inéénslaan
die geven
handen die helen
handen en harten van kleine
grote mensen
een leger van herbouwers
en behoeders
om meer en zinvoller inhoud
te geven
aan een onvervangbaar symbool
de grote ONVOLTOOIDE van Veere
Het Monumentenjaar 1975 begon in zicht
te komen en op vele plaatsen en in vele
harten speelden zich blijkbaar dezelfde
dromen af.
Opnieuw zinvoller inhoud gaan geven aan
een weliswaar nog bestaand, maar niet
meer op de juiste waarde geschat monu
ment.
De lucht was er als het ware mee be
zwangerd, de ideeën splitsten zich als
bacillen en staken steeds meer mensen
aan, waaronder gelukkig ook de nuchteren,
de meer zakelijken, de met de beide benen
stevig op de grond staanden.
De aanhouders kwamen bovendrijven, de
vasthouders, de onverzettelijken, de zich
zelf niets ontzienden, de „goede relaties
in de juiste kringen" bezitters, de met
verstand van zaken begiftigde figuren, de
DOORDOUWERS.
En bij elk van onze veelvuldige bezoeken
aan Veere, trokken we weer om de Grote
Kerk heen, steeds opnieuw weer in de ban
van het groteske, het onmisbare.
Donderdag 3 juli j.l. in alle vroegte
ondergingen we iets heel aparts. Staande
bij de geopende ingang onder de grote
toren, wierpen we een nieuwsgierige blik
op het in alle hevigheid zwoegende groepje
mensen dat zich bewust was nog één
etmaal te hebben om alles nog op tijd
klaar te krijgen voor de officiële opening
van de tentoonstelling.
Bij St. Christoffel, beschermheilige van
timmerlieden, metselaars, schrijnwerkers en
leidekkers, als dat maar lukt.
De vrachtauto's met tentoonstellings
schotten stonden geduldig te wachten opzij
van de kerk, maar de duiven binnenin
de nok fladderden onrustig heen en weer.
Hier stond wat groots te gebeuren.
De vooruit geworpen schaduw van de
jonge knaap daar hoog op de balken, met
waar engelengeduld bezig eeuwenoud stof
af te nemen, getuigde er zonder twijfel
van.
Wat betekent een rijtje ritselende woord
jes bij zulk een ondernemen?
Nee, St. Lucas, beschermheilige van o.a.
schrijvers en drukkers, blijf zitten waar
je zit in je eigen nis, en verroer je niet.
Toen was het avond geweest en het was
morgen geweest, een nieuwe dag.
Een zenuwendag voor menigeen. De offi
ciële opening van de tentoonstelling „Delta,
cultuurgebied in historisch perspektief". 4
juli 1975.
De programma's gedrukt met de vast
gestelde tijden, onderverdeeld in evene
menten, wie kan daar nog onderuit.
Het klopte allemaal precies:
14.00 15.00 uur: voorbezoek van de
pers aan de tentoonstelling;
15.00 uur: ontvangst in het Raadhuis
door het bestuur van de Stichting Delta-
cultureel;
16.00 17.30 uur: opening tentoonstel
ling en het concerteren van een groep met
middeleeuwse muziekinstrumenten;
17.30 18.30 uur: ontvangst door b.
en w. in het Raadhuis;
19.00 uur: openstelling (gratis) van de
tentoonstelling en openingsprogramma voor
de inwoners van Veere en toeristen.
We waren er natuurlijk getuige van
hoe Veere's Genoegen, de Sportclub Veere.
toneelclub „Tot leringhe ende vermaeck",
de Jeugdsoos en een presentatie van de
basisscholen er een „ware happening" van
maakten die eerste avond.
Een huiselijk gebeuren in een wonder
baarlijk decor.
Niet gewijd zoals de basiliek in Hulst
aan verheven onstoffelijkheid, maar geschikt
en ondergeschikt, gemaakt aan menselijk
reilen en zeilen.
Mét de klok mee draaiden we in een
boeiende rondgang, in een veel te snel tempo
de daarvoor bestemde nissen af, waarin
elk een thema, zoals: „onvoltooide sym
fonie" „Van kasteelstad en handelscen
trum tot rekreatiecentrum" „Zeeland en
stroomversnelling" „Tussen Gent en Rot
terdam" „Culturele schatkamer van de
Nederlanden" „Filosofie van de Delta"
„Poort van Europa" „Leven in het
grensmilieu van land en water" „Cultu
reel panorama".
De rondgang sluit tenslotte weer met
een beeld van het kerkelijk leven en de
aparte omstandigheden waarin zich dat
in de Delta heeft ontwikkeld.
Een info-stand zorgt voor aanvullende
informatie en folders, de ingang bevindt
zich aan de achterzijde.
De toegangsprijs bedraagt 1,00 voor-
volwassenen en 0,50 voor kinderen.
Op 4 juli j.i. dus geopend, gaat ze door
tot half september. We hebben goede hoop
en vertrouwen dat deze eerste moeilijke
aanzet vervolgd zal worden met vele nieuwe
aktiviteiten. De ruimte is geschikt voor
muziek en toneel van hoog gehalte. Als
de nodige voorzieningen worden aange
bracht in de toekomst (desnoods los van
de kerk) op het gebied van sanitair en
dergelijke, dan kan hier een Cultureel Cen
trum van allure groeien.
Fort Rammekes herbergt de oude Zeeuwse
karren momenteel, die er na de oorlog
onderdak vonden. Misschien dat ze geres
taureerd worden en opnieuw weer eens
een plaatsje toebedeeld krijgen in de Grote
Kerk.
Handen en harten die ferm ineenslaan
zullen we nodig blijven hebben, maar het
gaat dan ook om iets dat zéér zeker de
moeite waard is.
Soest, juli 1975.
Mirja Muurling.
Zelden zagen we een plezieriger en beter
geïllustreerd toeristengidsje dan de uitgave
„Vlissingen in vrije tijdvan de „Stich
ting recreatie, ontmoeting en ontspanning"
te Vlissingen.
De adressen, de wandelroutes door de
stad, de musea, de fietsroute Souburg/
Ritthem, de winkelmogelijkheden, de folk
lore: noem maar op, het staat erin met
perfekte foto's van Wim Riemens en an
deren, met plattegronden en kaarten en
een heerlijke parodie op Michiel de Ruyter
op de omslag.
Of je er woont, of op bezoek bent:
deze stad aan de Westerschelde heeft
haar bekoring. Ongetwijfeld.
En dit boekje niet minder!
S. Z.
21