Winter 1975 -1976 belooft een kabeljauw-invasie Scheepvaartdrukte in de haven van Zierikzee. verderop langs de kade afgemeerde klippers. Het derde schip langs de kade is een tweemastklipper. Het opvallende van deze kaart is het nog totaal ontbreken van enig teken dat wijst op een begin van moto risering. Het beeld stamt vermoedelijk uit de tijd van kort na de eerste wereldoorlog. J. P. van den Broecke. Slot volgt. Dwars voor Texel zijn de afgelopen dagen flinke aantallen jonge kabeljauw door de vissersvloot gevangen. Het zijn kennelijk de voorboden van de grote winter-invasie, die het Nederlandse en Belgische kustgebied van de record-jaarklasse 1974 te wachten staat. De vraatzuchtige rovers, die al 40 tot 45 cm lang zijn en een kilo en wat meer wegen, beloven de komende maanden heel wat sport aan de zeehengelaars. Zorg, dat uw spullen in orde zijn Uit proefvisserijen van de RIVO-bioIogen is gebleken, dat de jaarklasse 1974 van de kabeljauw ruim 500 miljoen stuks sterk was. Dat betekent volgens dr. Niels Daan van het RIVO, dat deze winter nog zeker 400 miljoen jonge kabeljauwen in de zui delijke Noordzee rondzwemmen. Het verlies van 100 miljoen stuks is te wijten aan natuurlijke sterfte en de vangst van de vissersvloot, die door de contingenteringsmaatregelen op platvis het komende jaar, beslist extra aandacht aan de kabeljauw-visserij zal besteden. Ook in 1969 en 1970 heeft de Noordzee een sterke jaarklasse jonge kabeljauw be groet. In 1969 werden volgens globale ra mingen 350 miljoen jonge kabeljauwen ge boren, in 1970 ongeveer 400 miljoen. De jaarklasse 1974; het beste broedjaar uit de na-oorlogse visserij, slaat dus alle records. Het afgelopen jaar was deze jonge kabeljauw 25 tot 30 cm lang. Deze winter groeit de jaarklasse 1974 naar 40 tot 45 centimeter. De wettelijke maat van kabel jauw is 30 cm. U kunt op een visgewicht voor deze jaarklasse van rond de kilo rekenen. Ongetwijfeld gaat ook de vloot een flink deel van deze kabeljauw wegvangen. Maar ook de zeehengelaars kunnen op een mooie vangst rekenen. Verwacht mag worden, dat bij dalende zeewater-temperaturen het kust gebied vanaf november een ware invasie van jonge kabeljauw zal beleven. Het kan ook wat later worden. Dit hangt mede af van de watertem peraturen en de wind. Bij zware stormen uit het westen komen altijd grote koudere watermassa's richting kust. Dat betekent, dat grote scholen kabeljauw met het kou dere water uit de centrale Noordzee, Dog- gersbank en andere gebieden, naar het kustgebied komen. Er zijn de komende winter niet alleen kleine kabeljauwen te vangen. Er is ook een redelijke stand van de wijting. En uit de broedjaren 1969 en 1970 zijn beslist nog ettelijke miljoenen grote kabel jauwen overgebleven. Dat zijn de kanjers van 10 tot 20 pond en meer, die 90 cm lang zijn. U zult beslist meer kleine dan grote kabeljauwen vangen. Maar als er op elke 25 van de jaarklasse 1974 door u een kanjer van 1969 aan de haak wordt geslagen, is uw winter al goed. En bedenk, dat de jonkies van de jaar klasse 1974 elk jaar groter worden en tot 1978 snel van 60 tot 80 cm en meer lang worden. Er is geen keiharde wetenschappelijke verklaring voor goede broedjaren. Het is een kwestie van temperatuur, voedsel-toe- stand en natuurlijke vijanden. Door de overbevissing op de Noordzee is er waarschijnlijk meer basis-voedsel voor de jonge kabeljauw in het larve-stadium beschikbaar geweest. Er zijn ook minder natuurlijke vijanden, omdat haaien, roggen en andere natuurlijke vijanden zijn opgeruimd. De kabeljauw is trouwens een kannibaal. De kanjers ver grijpen zich ook aan de kleintjes. Maar de laatste jaren is door de in tensieve visserij op de jaarklassen 1969 en 1970 ook een groot deel van deze kabeljauw kanjers opgeruimd. De natuurlijke sterfte onder de jaarklasse 1974, die ons veel sport belooft, is dus vrij klein geweest. Met een raming van 20 tot 25 procent sterfte op een geboorte overschot van 500 miljoen stuks in het voorjaar 1974 zijn we aan de hoge kant. Misschien zwemmen er nog wel 425 tot 450 miljoen kabeljauwtjes in de Noordzee rond. Garnaal-drama. De visserij-biologen wachten met spanning op de komende kabeljauw-invasie. Ook enkele jaren geleden is gebleken, dat en kele honderden miljoenen jonge kabeljauw tjes enorme hoeveelheden garnaal consu meren. Elke jonge gul is per dag goed voor 10 tot 25 gram garnaal. Er staat echt niet alleen garnaal op zijn menu, zeker niet als hij het tweede of derde jaar ingaat. U kunt dus zelf wel berekenen, dat er enkele duizenden tonnen aan consumptie-garnalen door de kabeljauw invasie van de komende winter worden verorberd. Dat betekent, dat de vang- kansen voor de garnalenvloot kleiner wor den. Hoe groot de natuurlijke sterfte onder de garnalen wordt, is nog niet bekend. In de zeventiger jaren kwamen de enorme broedgolven van 1969 en 1970 vlak na el kaar. Er waren toen zo'n 700 miljoen vraat zuchtige kabeljauwtjes, die de aanval op de garnalenstand openden. Er komt nog bij, dat er deze winter een sterke garnalen- stand is, die het komende jaar nog zal verbeteren. Nieuwe oogst. De vooruitzichten voor de jaarklasse 1975 zijn niet bijzonder goed. Er wordt geen sterk broedjaar 1975 voor de kabeljauw verwacht. De biologen hopen op een strenge winter om eindelijk weer eens een goed broedjaar voor de tong en schol te krijgen. Het nadeel is alleen, dat er dan zeker een fikse ka beljauw-invasie op de vaderlandse kust komt, die de garnalen-stand dreigt te de cimeren. Zo is de een zijn dood, de ander zijn brood. Al bij al zit er voor de zeehengelaars een aantal goede kabeljauwjaren in de bus. Wie met de boot op zee vist, kan ook op een mooie bijvangst aan wijting rekenen. In het naseizoen is nog van alles te vangen, omdat door de hoge watertempera turen ook de zeebaars en zelfs de tong in oktober nog te vangen was. Cor van Heugten. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 10