mmi
„Uit Dreischors
verleden"
J.lj.brabtt
Ongetwijfeld is over deze zaak nog niet
het laatste woord gesproken. Een zaak waar
over reeds sinds de vijftiger jaren ge
schreven en gesproken wordt, toen het plan
Verschave voor de dag werd gehaald.
Dit beoogde de Westerschelde toegankelijk
te maken voor volgeladen schepen van
80.000 dw. ton. Het plan voorzag in een
drastische ingreep in de Schelde en werd
in december 1966 ingediend bij het depar
tement van openbare werken en minister
De Saeger door de heer Verschave, die
rond hetzelfde tijdstip benoemd werd tot
inspekteur-generaal van Bruggen en Wegen
en administrateur bij de Antwerpse Zee
diensten.
Het stelde voor de bocht van Bath een
voudig voor de scheepvaart uit te schakelen,
dankzij een volledige doorsteek van het
verdronken land van Saaftinge, die de vaar
route met zowat vier kilometer zou ver
korten.
Te zclfdertijd zouden de schaar van
Waarde en de bocht van Bath voor de
binnenscheepvaart dienstig blijven.
Tot de studie over de afsnijding van de
bocht van Bath was men gekomen, ingevolge
de merkelijke stijging van het aantal sche
pen die de Schelde op- en afvoeren, evenals
iiet feit dat steeds grotere eenheden in de
vaart kwamen, wat voor gevolg had, dat de
bevaarbaarheid van de Schelde sedert 1956
ernstige problemen begon te stellen.
Van jaar tot jaar werd meer en meer
gebaggerd en van 5 miljoen kubieke meter
specie in 1957 klom men geleidelijk op tol
het jaarlijks volume van 8 tot 8.5 miljoen
kubieke meter.
Het plan Verschave werd grondig onder
zocht in het waterbouwkundig laboratorium
van Borgerhout. Eén van de belangrijkste
punten in de opdracht van dit laboratorium
was de relatieve invloed van de twee scheep-
vaartarmen en de doorstroomscktic aan de
stroomopwaartse en stroomafwaartse ver
binding te bepalen, opdat geen aanzienlijke
verhoging van de waterstanden te Ant
werpen zouden optreden.
Aan het plan Verschave was ook de bouw
gekoppeld van een beweegbare stuw voor
stormvloeden te Oosterweel.
Teneinde te Hanswecrt het bestaande
vaarwater in twee te splitsen, voorzag de
heer Verschave in zijn plan de bouw van
twee hoge dammen met een kruinhoogte
van plus 7 meter en een basisbreedte van
zowat 175 meter en een kruinbreedte van
15 meter. De zuidelijke dijk zou, even
beneden Walsoorden vanop de Schelde-
oever vertrekken en ten zuiden van Baai-
hoek, Konijnenschor en Marlcmontsche
plaat doorlopen tot in de nabijheid van de
Hedwigpolder en dus het verdronken land
van Saaftinge doorkruisen. De noordelijke
dijk zou worden aangelegd vanop de plaat
van Walsoorden, lichtjes naar beneden af
buigen en vervolgens, omzeggens evenwijdig
aan de zuidelijke dam, doorlopen tot onge
veer in de schorren van Zandvliet.
Niet in het minst de Belgische reders
vereniging stelde zich achter dit plan. In
1968 drong zij in overleg met de belang
rijkste bedrijfsgroeperingen van Antwerpen
aan op een snel besluit over de uitvoering
van het plan dat de uitschakeling van de
bocht van Bath beoogde.
In 1969 beklemtoonde de vereniging an
dermaal deze noodzaak, terwijl in 1970
werd gezegd: „Nu moet worden aange
drongen op het sluiten van een akkoord
op regeringsniveau, zodat zo spoedig mo
gelijk een aanvang kan worden gemaakt
met deze werken, die van zo groot belang
zijn voor de verdere ontwikkeling van de
Antwerpse haven."
In 1971 schreef deze vereniging in een
rapport: „Nederlandse en Belgische experts
zijn het eens geworden over het definitief
tracé van de vaargeul en er zijn geen tech
nische problemen meer."
Ook de Antwerpse scheepvaartvereniging
stelde zich met kracht achter het plan.
In haar jaarverslag van 1969 werd betoogd:
„De uitschakeling van de bocht van Bath
door de uitvoering van het plan Verschave
is perfekt te verwezenlijken. De onderzoe
kingen in het tvaterbouwkundig laborato
rium van Borgerhout zijn bijna voltooid
en de resultaten zijn zeer positief."
Op 13 februari 1975 betoogde deze vere
niging: „Mogen wij er nog eens op aan
dringen. dat het volledig regeringsprogram
ma inzake de maritieme toegankelijkheid
van de haven van Antwerpen in de kortst
mogelijke tijd gerealiseerd zou worden. Dit
betekent fundamenteel: Uitdieping van de
Scheur; rechttrekking van de bocht en ver
dieping van de Scheldedrempels".
Sedertdien is er weeral een tijdje verstre
ken en is men inderdaad in sommige mid
dens toch gaan twijfelen omtrent de ver
dere noodzaak van de afsnijding van de
bocht van Bath. We schrijven in sommige
middens, want feit is, dat bijv. het Ant
werpse stadsbestuur formeel bij het stand
punt blijft dat de bocht van Bath dringend
moet worden afgesneden, zoals dit door
burgemeester Craeybeckx zelf werd verwoord
in antwoord op een „twijfelartikel" dat in
de „Gazet van Antwerpen" enkele maanden
geleden verscheen.
Gaat die twijfel, die inderdaad in „som
mige middens" gerezen is, van invloed zijn
op de uitvoering van het plan Verschave?
Niemand kon, toen deze regels geschreven
werden, een antwoord geven op deze vraag.
Maar dat is in feit: de noodzaak werd
in twijfel getrokken Hoe groot de aanhang
van de „betwisters" is, zal nog moeten
worden gemeten. Ook moet de gewettigdheid
van hun twijfel nog serieus worden nage
gaan.
Er zal dus mogelijk nog heel wat water
door de Westerschelde vloeien, alvorens
over de al dan niet uitvoering van het plan
Verschave formeel zal worden beslist. Maar
hoe dan ook, het is en blijft een noodzaak
de doorgang van schepen met grote tonnen-
maat tot in de haven van Antwerpen te
waarborgen en veilig te stellen.
Of dit kan gebeuren, óók zonder de bocht
van Bath af te snijden, is een vraag waarop
experts een gefundeerd antwoord dienen
te geven.
Arthur Deceunynck.
door
Dreischor. Je hoeft geen kenner te
zijn om de geschiedenis van Dreischor
gewoon te „ruiken". Elk jaar weer bewan
delen honderden bezoekers in lyrische extase
de Ring van dit Zeeuwse dorp en genieten
in stille bewondering van de fraaie kerk,
die temidden van de veelal nog gaaf ge
bleven huisjes ligt te pronken
Als je dokter J. L. Braber, de burge
meestersboerderij in Dreischor sinds 1943
bewonend, vraagt of dat allemaal invloed
heeft gehad op zijn historische interesse.
dan beaamt hij dat volmondig. Voor een
minnaar van het verleden moet zo'n brokje
geschiedenis voor en achter je deur wel
een stimulans zijn om meer te willen weten.
Toch bestond dat verlangen om in de
historie te duiken al langer. Al op twintig
jarige leeftijd is dr. Braber gaan zoeken
naar de identiteit van zijn stamvader en
al zoekende raakte hij langzamerhand in
vele takken van de geschiedenis thuis.
„Een mens is in wezen egoïstisch. Daarom
De zei- of zoutnering was in de Middeleeuwen van groot economisch belang. Midden op
de plaat zijn mannen aan het turf steken. Die turf werd later verbrand. Aan de as werd
zeewater toegevoegd waaruit het zout werd gewonnen De turven werden (links op de
voorgrond) naar de vaste wal vervoerd, waar ze door vrouwen werden opgestapeld om
te drogen. Die stapels heetten „vimmen". De zoutwinning was erg belangrijk in die tijd,
omdat zout van grote betekenis was als conserveringsmiddel van vlees, groente en vis.
16