Stofroersel des eertcloots. (Foto: Rijkswaterstaat). In verband hiermede moeten de belang rijke beslissingen worden genomen: over het tracé en het dwarsprofiel van de water kering, over de constructies en de toe te passen materialen, over de hoeveelheid en de aard van het personeel en het materiaal dat voor de bouw noodzakelijk is. Het daadwerkelijke bouwen moet ge beuren aan de hand van een tevoren op gemaakt werkplan, dat voldoende ruimte laat voor wijzigingen in de uitvoering. Steeds moet zorgvuldig worden overwogen wanneer en waar in horizontale, dan wel in vertikale zin moet of kan worden ge bouwd, welke schadelijke gevolgen de bouw wijze voor het bestaande land en voor het gemaakte werk kan hebben en door welke maatregelen deze gevolgen kunnen worden beperkt. Bij voorkeur zal geprobeerd worden om in de eerste tijd de natuur zo weinig mo gelijk te dwarsbomen, om daarna, wanneer de natuur het felst kan terugslaan, de dynamiek zo snel mogelijk aan banden te leggen. Zoveel mogelijk wordt er gebouwd, wanneer de natuur in betrekkelijke rust verkeert, dit is tijdens de zomerperiode en tijdens de stroomkenteringen van het getij. Het personeel en het materiaal, dat bij het meten van de bewegingen in de natuur en het bouwen van een dijk of een dam moeten worden ingezet, is daarom onderworpen aan de eisen, die de natuur aan de planning stelt. Zo storen de stormen en de getijbewe gingen zich niet aan de op sociale gronden vastgestelde werk- en rusttijden van de mensen, zodat in weer en wind en bij dag en bij nacht en in elk geval op on regelmatige lijden moet worden gewerkt. Dit rijwerk betekent vaak een verstoring van de regelmaat van het gezinsleven van deze mensen. Van deze mensen wordt daar om, naast veel verstand en ervaring, groot begrip vereist voor de bijzondere situatie waarin zij moeten werken. Om Vierlingh nog eens te citeren: „Daeromme alle geleerden soo verre zij- luijden den arbeijt doen wouden soude zeer int feijt van dijekagie geëxpermenteert wor den ende vernuft zijn, waer den arbeijt hun niet te groot ende te zwaer. Sijluijden zijn te zeer het gemack gewent, groote dach- gelden weten zij wel te rekenen maer dat en bringht geen zooden aen den dijck, sij moesten mede heure pooten nat maecken ende de vette leersen aentrecken, soo verre zij gespleten zijn ende soo eenen geheelen dach gaen de lenden trecken deur dick ende dun." Het materiaal, dat bij de dijkswerken wordt ingezet, moet zo goed mogelijk aan de eisen van de planning voldoen. Bij de keuze van het materiaal is bepalend, wan neer vanaf het water „in den natte" en wanneer op land, „in den droge" moet of kan worden gewerkt. Het gaat er hierom of varend, dan wel rijdend materieel wordt gewenst. Deze voorkeur wordt behalve door de capaciteit van het materiaal, ook door andere eigenschappen ervan bepaald, zoals bij het varend materieel de afmetingen, de diepgang en de stabiliteit. Indien nodig wordt geheel nieuw materieel ontwikkeld en gebouwd. Om zo de waterkeringen te bouwen, te verbeteren en te onderhouden, zijn er in de loop van de jaren belangrijke organisaties gesticht: de Waterschappen en de Rijks- en Provinciale Waterstaten. Er zijn grote aannemersbedrijven met een grote kunde op het gebied van de kustwaterbouw ge komen. Er worden voor de bouw van de waterkeringen steeds veclvuldiger instellin gen en laboratoria geraadpleegd omtrent de bewegingen van de lucht, het water en de bodem: het K.N.M.I. in De Bilt en in Zie- 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 30