Zenen het schilderen van het (tweede) huis Na de Zeelandrit. Je hebt anderhalf uur gereden in het donker, die januari-vrijdagavond. Onderweg een stukje wezen eten, mosselen misschien; daar is het huis; hier heb ik de huissleutel; gauw de gashaard aan, weldra behaaglijke warmte binnen terwijl het erg hard waait: beslotenheid van de woning in het stille Zeeuwse dorp of aan die eenzame landweg. Koffer uitpakken, koffie zetten, dan zo maar eens een korte inspectietocht door de (twee de) woning. Eigenlijk hard aan een schil derbeurt toe, binnen in elk geval! Laten doen, prachtig! De raamkozijnen, de keuken, de slaap kamers: er moet iets gebeuren! De za terdagmorgen naar het schildersbedrijf in het dorp: inderdaad, die kunnen het mooi doen, komende weken; geeft u de sleutel maar meneer, en hier hebben we de kleu- renwaaier. Besprekinkje en afspraken; enige weken later is het een heel ander binnen komen: de hagelwitte plafonds, de raam- cn deurkozijnen precies in die tint gebroken wit, het keukentje glinsterend-als-nieuw in kruidentin ten, de ruit in de voordeur keurig afgebiesd in twee kleuren, het badkamertje bijna steriel en toch behaaglijk, de over steek van het dak met de kapbalken in contrasterende verf. En onder de deur de rekening in een envelop. Kijk naar de vakman. Daar is een schilder aan het werk. Vol komen ontspannen staat hij op het trapje, in witte overall, vakkleding die zijn vol komen beheersing en geestesrust uitbeeldt. Met absolute zekerheid trekt hij met de smalle puntkwast de lijn langs het glas en het metselwerk. Dat iemand hem op de vingers staat te kijken doet hem niets: hij gaat geheel op in zijn werk, beheerst ge reedschap en materiaal volkomen, morst vrijwel nooit, weet onbewust zijn verf de juiste consistentie en vloeibaarheid te ge ven; zijn kwasten en verfbussen zijn smet teloos, kruimelvrij, verzorgd; het door de fabrikant ontwikkelde verfsysteem is afge stemd op zijn vakbekwaamheid en zijn ef ficiency. Bij de amateur ligt het anders. Men kan zijn (tweede) huis ook zelf op knappen. maar bij vele beginners mag dat nauwelijks „schilderen" heten. In brochures, handleidingen in hobby-bladen en op de verpakkingen wordt de amateur-verbruiker geleerd hoe het moet en wat hij niet moet doen. Best' Maar nergens wordt verteld dat goed schilderen heel wat concentratie vraagt, een zekere gemoedsrust, zo moge lijk afwezigheid van haast en tijdsbesef, wat mediteren over de voorbereiding van het schilderkarwei, werken in volstrekt van el kaar gescheiden fasen, enzovoort. Er zijn technische fouten: verf aanbrengen op nat hout, op loszittende lagen, op slordig aan gebrachte ondergrond, buiten schilderen bij ongunstig weer. Er zijn andere fouten: te weinig tijd nemen voor schuurwerk, te dik gronden, niet wachten tot plamuur of basisverf voldoende droog zijn. Die ko men meestal voort uit te weinig zelf discipline: men wil snel resultaat zien. Die paar weekends vóór Kerstmis kunnen we ons (tweede) huis best óók nog even binnen schilderen. Vergeet het maar! Concentratie en meditatie. Beperk uzelf tot dat ene deur- of raam- kozijntje, vergeet de tijd en uw zakagenda. Mediteer eens over de toestand van wat er nog opzit, verheug u erover dat het hout nog feilloos is; beeld u in hóe het gaat worden, dat ene kozijn, dit ene weekend alléén dat ene kozijn de winter is nog lang en we komen regelmatig naar Zee land, nietwaar? Dat ben jij, kozijn, zeg je. Ik ga me op jou concentreren; voor jou ga ik schuur papier, plamuur en de rest kopen hier in het dorp. Je gaat je verbinden met je werkstuk, je materiaal en je methode. Rus tig werken, gemoedsrust, afwezigheid van alle tijddwang, ze geven goede en betere handvaardigheid en die geeft met een goed verfsysteem optimaal resultaat. Bij de vakman evengoed als bij de toegewijde amateurschilder. Behalve de ondergrond voor de laklaag (straks) moet de achter grond in de hersens glad en rimpelloos zijn. Hoofd, hart en handen vormen de basis voor een geslaagd opknapkarwei. En na tuurlijk ook: dat wat er in de verfbus zit; goedkoop is soms duurkoop-op-langere-ter- mijn. De ongeduldige liefhebber. Ze beginnen veel te gauw met de lak- kwast! Vergéét het afschilderen, stel het uit tot volgende week, en ga nu alle oude verf wegnemen, gladschuren, bijwerken; vul kwastgaten en scheuren zorgvuldig met een beetje vulmiddel; ontvet de omgeving van de deurkruk, ontvet alles in de keuken wat geschilderd gaat worden; wikkel waterproof schuurpapier op houten blokjes of stukken kurk; spoel af en neem stof weg; plamuur nog eens na een uur of wat, en nog eens als het op de tast niet perfekt is. Richt de gedachten, het streven, de geest hele maal op de ondergrond, dat éne kozijntje. Maak er iets héél moois van vóór het afgelakt wordt, zo dat je zegt: eigenlijk niet eens nodig, dat afschilderen, het is al mooi zo! Inderdaad heeft menigeen in zijn vijf daagse werkweek kris-kras door de uren talloze uiteenlopende bezigheden, de tele foon, bezoekers, afspraken, reizen, brieven schrijven en beantwoorden, klusjes hier en etentjes daar. een thriller op de tv en een trillende hand na nog-net-misrijden van die novembermist-kettingbotsing. Maar nu? Géén Hilversum-3 op het radiootje aan, maar zwijgend getuige zijn van eigen han den, die oud materiaal betasten, schuren tot het egaal mat te voorschijn komt. Bui ten regent en waait het: graag geaccepteerd, dat ongure weer. Mijn kozijntje weet er niet van, ik ook niet! Huistoe, de volgende dag, met glimla chend denken aan voorbereide deurstijlen, eventjes maar. De bevrijding. Een paar weekends later in het (korte) leven wordt een beetje verf in een brand schoon glazen potje gegoten, een kwastje bij de hand om wat van de bus druipt oo te vangen. Elke beweging met de voor zichtig gevulde smalle kwast wordt nu niet ,.de zoveelste haal voor we klaar zijn en koffie gaan drinken", maar: een volstrekt unieke beweging-op-zich, een doel-op-zich- zelf, een paar seconden samenspel tussen hout. hand en haar van de kwast. De wens om lekker op te schieten volkomen opzij- drukken; er iigt deze zaterdag in Zeeland geen ander werk op me te wachten! Niet te traag of te sloom werken met een heleboel afleiding, maar leren schilderen en verfbeheersen met zo weinig mogelijk inspanning. Het gaat hier niet om het doel van de reis maar om het reizen zélf! De reis rond een raam- of deurkozijn tijdens welke we talloze dingen beleven, te veel om allemaal neer te pennen, hier. Deze streek verf langs het stucwerk van de muur, hoe krijg ik die strak door geconcentreerd beheersen van pols en puntkwast, van vin gers en verfmassa van kwastharen en eigen zenuw-motoriek? Hier zijn de zwaartekracht-probleempjes langs de bovenregel, dan vertikaal omlaag: totaal anders dan zo-even, dan het mini- landschap van de andere stijl. Met een schilderspenseel vullen we de hoekjes in die we met de grotere kwast niet konden bereiken. Loopt de zaak uit de hand, dan is er het lapje met terpentijn bij de hand. Zo wordt een trieste zaterdag een heel fijn feest. Nee, niet nóg drie kozijnen van middag met een looplamp erbij omdat het zo vroeg donker wordt! Een wandeling door de straat om de benen los te maken na lang staan op dat trapje wat eten klaar maken een gesprekje met de buren. Ter wijl kwasten en penselen rusten in de ter pentine, rusten we uit van de zen-oefening die wel wat concentratie vraagt: altijd van „nat" naar „droog" strijken. Bij moderne verven de kunst leren van „afblijven" direct na opbrengen en éénmaal uitstrijken, verven waarin iets van de haast en de hurry van het hedendaagse leven zit ingebouwd (maar waar de vakman vlot overweg kan en tijd spaart). Het werkkamertje. Er is een vertrekje waar komend voorjaar nieuwe vloerbedekking wordt gelegd. We hebben twee schragen en wat oude lappen daarop. Een deur wordt uit de scharnieren gelicht, op de schragen gelegd en volgens de regels der kunst voorbehandeld en afge lakt aan één kant, de volgende weck de andere zonder de problemen van zakkers, verfstrepen, smalle zijkanten en dergelijke. Brede en smalle icwast zijn zorgvuldig gereinigd en nagespoeld tot alle korreltjes en kruimeltjes van verfresten eruit zijn. Geen wollen trui aan (geeft fijne draadjes af), geen geloop iangs de deur, geen raam open op de wind, geen muggen: bijna ste riele en stille kamer voor dit werk. Aparte kwasten voor „vuil" werk: plinten, dorpels, randjes waar zich vuil zou kunnen los maken. Voorraadbus schoon en gesloten houden, niet meer dan nodig in een schoon busje gieten, het restant niet teruggieten maar opwerken; met terpentine of thinner, in kleine scheutjes bijgegoten, de verf mooi dun houden voor horizontaal werk. In het schilderkamertje geven we de witte 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 25