Het gebouw van het Belgisch loodswezen te Antwerpen. er in België een grote tekortkoming. Het ontbreken van een scheepvaartraad. In de onderzoeksraad voor de zeevaart is een kommissie voor loodsen eveneens onbe staande. Het gevolg ervan is, dat een loods in geval van ongeval, als de eerste de beste bromfietser of taxi-chauffeur door een kor- rektionele rechtbank wordt geoordeeld. Of de h.h. rechters van de boetstraffelijke rechtbanken in België wel over voldoende bevoegdheid beschikken om loodsen te oor delen, wordt niet gevraagd. Er bestaan evenwel beroepsraden, één voor rivierloodsen te Antwerpen en één voor zeeloodsen te Vlissingen, die oordelen of in geval van aanvaring of stranding de betrokken loods een fout beging en zo nodig administratieve maatregelen als schor sing, verlaging van graad en dergelijke moeten genomen worden. Varen of niet varen bij mist op De Schelde, is een kwestie waarover enkel door de kapitein van het schip wordt be slist, hierin evenwel geadviseerd door de loods. Deze laatste kan evenwel niet wor den verplicht toch te varen indien hij de voorwaarden ongunstig acht. Staat de kapitein er evenwel op dat er toch wordt gevaren, ondanks het ongunstige advies van een loods die niet mee wil, clan moet het Loodswezen maar voor een ver vanger zorgen, liefst één van wie op voor hand geweten is, dat hij ook in ongunstige omstandigheden wil varen. Het zijn vooral containerschepen, koel- schepen en vaste lijndiensten, die zich zo strikt mogelijk aan het opgelegde tijdschema wensen te houden. Veel van dergelijke een heden werden overigens al uitgerust met twee radars. Om deze schepen te bedienen, kwam er in de schoot van het loodsenkorps spontaan een clan van loodsen tot stand, voor wie mistvaren een soort tweede natuur is en die daarvoor blijkbaar ook een speciaal zintuig hebben meegekregen. Zij deinzen voor geen slechte zichtbaarheid terug en varen zelfs bij potdichte mist, indien daarbij een aantal andere voorwaarden vervuld zijn; zoals een gunstig tij en een redelijk vrij vaarwater. In de geïnteresseerde Antwerpse haven kringen wordt hun vaardigheid en hun toe wijding ten zeerste op prijs gesteld. Kolle ga's die minder voortvarend zijn, denken er het hunne van. Feit is, dat zij courant schepen met eerbiedwaardige afmetingen en in potdichte mist zonder averij in de sluizen brengen of in Vlissingen afleveren en zich daardoor een stevige reputatie op bouwden. Sommige van deze „mistvaarders" gaan zelfs zover te beweren, dat een keten van walradarstations niet onontbeerlijk is, indien een aantal andere maatregelen worden ge nomen. Zo pleiten zij voor de oordeelkundige uitbreiding van het aantal Scheldeboeien, die van radarreflektoren zijn voorzien. De echo's van deze reflektoren op de radar schermen der schepen zijn veel duidelijker, zodat de vaarweg die ze afbakenen ook beter te herkennen is. En dat is dan meteen de start voor een zwaartillend technisch debat onder specia listen. Door de enen wordt een dergelijk afgebakende Schelde een „wandelpad" ge noemd. Op het hoger administratief vlak werd het plan als nonsens bestempeld. De mannen van de praktijk houden noch tans vol, dat daardoor de kontinuvaart op Antwerpen in mistperioden in stand zou kunnen worden gehouden. Daarbij stellen zij voor, dat voor de afvaart een briefing zou gehouden worden tussen de kapitein en de loods over de manoevreerbaarheid van het schip, de situatie op De Schelde, de bijzonderheden van de radar, enz. Verder wensen zij de verzekering te krij gen steeds in mistperioden om uit de sluizen te kunnen afvaren tegen het invallen van de vloed, omdat een tegen stroom varend schip beter stuurbaar is en vooral vlugger kan gestopt worden, indien plots onvoorziene hindernissen zouden op duiken. Ook de instelling van het eenrichtings verkeer bij slechte zichtbaarheid zou de vei ligheid van de trafiek ten goede komen. Tenslotte wil men ook verandering bren gen in het systeem van praaien. Volgens een voorstel zou het praaibriefje reeds aan de kapitein worden overhandigd door de zceloods op het ogenblik, dat deze wordt bemand. Het zou ingevuld worden tijdens het trajekt naar Vlissingen. Via de telex zouden de gegevens zoals afmetingen, enz. overgemaakt worden aan de havenkapiteinsdienst te Antwerpen, waardoor meteen een planning van de slui- zenbeweging op langere termijn zou mo gelijk worden. Arthur Deceunynck.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 8