Sportvissers in nood
op de Grevelingen
Een goede les
gang gemaakt, maar of dat geestelijk ook
zo is? Er zijn mensen die op het strand
en soms maar heel eventjes een beetje
perspectief-in-de-tïjd vinden, en fragmentjes
van de essentie van zichzelf.
En misschien is een stormdag in januari
daar beter voor geschikt dan een topdag
in het vakantieseizoen
S. Z.
Tussen Kerst en Nieuwjaar hebben zich enkele sportvisdrama's op de Gre
velingen afgespeeld, die tot nadenken stemmen.
Op 28 december werden de 63-jarige F. A. Brouwer uit Dreischor en zijn
31-jarige schoonzoon A. Saarloos uit Zierikzee vermist. Volgens de rijkspolitie
zijn beide mannen verdronken, omdat ze een veel te licht polyester visbootje
voor dit woelige water gebruikten. Op het ogenblik, dat we dit schrijven op
2 januari 1976 is alleen het stoffelijk overschot van Brouwer gevonden.
De politie twijfelt er niet aan, dat ook de tweede sportvisser Saarloos ver
dronken is. Her bootje is door hoge golfslag in diep water volgeslagen en
gekapseisd. De ware toedracht zal waarschijnlijk nooit bekend worden. Het is
echter wel zeker, dat het gebruikte polyester visbootje veel te licht voor
dit open en woelige water was.
Op dinsdag 30 december werden opnieuw
4 sportvissers op de Grevelingen vermist.
Ze werden op oudejaarsmorgen rond 9 uur
levend en wel, maar volkomen verkleumd,
in hun visboot op 4 km ten westen van
het haventje van Herkingen op een ondiepe
zandplaat aangetroffen.
De boot was groot en stevig genoeg voor
dit open water. De 4 sportvissers hadden
de pech dat ze al enkele uren na het uil
varen in Brouwershaven motorpech kregen.
De 15 pk buitenboordmotor wilde niet meer
aan slaan. In de boot was geen bougie
sleutel aanwezig, geen schroevedraaier en
geen tang om dit reparatie-karweitje te
klaren.Ook de betrokken sportvissers hadden
geen reparatiewerktuigen op zak. Aan re
pareren viel dus niet te denken.
Ten einde raad besloten de vier vissers
na een kort beraad de windhuif op de voor
plecht als zeil te gebruiken, in de hoop
ergens aan de veilige wal te komen. Eén
van de planken van de zitbanken werd als
geïmproviseerd roer gebruikt.
Zo werd het motorloze bootje weer be
stuurbaar. Het visbootje belandde na enkele
uren varen echter op een ondiepe plaat met
30 cm water erop. De kiel van het bootje
raakte de grond en het bootje strandde
op vele kilometers van de veilige wal.
De 34-jarige Adri Sluys uit Woerden, die
de leiding had. heeft ons achteraf de fouten
en tekorten aan uitrusting geschetst.
Als de sportvissers een goede waterkaart
aan boord hadden gehad, hadden ze beslist
in hun zeilroute naar de veilige wal, deze
ondiepten kunnen vermijden. Met lange
lieslaarzen aan boord hadden één of twee
man wellicht de boot over het ondiepe
water kunnen heen duwen.
Toen het donker werd, besloten de vier
mannen wijselijk in de boot te blijven. Ze
hebben op grote afstand de politieboot
voorbij zien varen. Maar de brandende fak
kels, die ze met behulp van stokken, lappen
en benzine gemaakt hadden, werden door
de politieboot op deze afstand niet opge
merkt. Een sterke zaklamp (schijnwerper)
met rood licht of een paar vuurpijlen om
noodsignalen te geven, hadden wellicht 's
avonds of 's nachts al redding kunnen
brengen.
De rijkspolitie te water zegt, dat het
achteraf erg verstandig van de mannen was
in hun veilige boot te blijven. De tocht
over de zachte slikken van de zandbanken
met enkele diepere stroomgeulen ertussen
had hen noodlottig kunnen worden. Ze
hadden trouwens geen betrouwbaar kompas
bij zich en geen waterkaart, waarop ze
anders wellicht nog een ondiepe route naar
de veilige wal hadden kunnen uitstippelen.
Met laarzen aan zou het wellicht" mogelijk
zijn geweest op het kompas een goede rich
ting naar de vaste wal uit te zetten. De
vier sportvissers zouden dan lopend naast
de lege boot (in geval van dieper water)
onmiddellijk weer in de boot hebben kun
nen springen. In 30 cm water was de lege
boot beslist weer gaan drijven.
In de gegeven omstandigheden, zonder
waterkaart met alle diepten en ondiepten
erop en zonder kompas, was het in dit
geval natuurlijk het veiligste maar in de
boot op het krieken van de nieuwe dag te
wachten En inderdaad ontdekte de RP 5
even na 9 uur op oudejaarsmorgen de ge
strande hengelaars op de ondiepe zandbank.
Na in het Rode Kruisziekenhuis in Zierikzee
te zijn onderzocht, konden ze weer op eigen
kracht naar huis rijden.
Adriaan Sluys, die de leiding van deze
hengelexpeditie had, heeft veel geleerd. Zijn
les wil hij aan alle visvrienden doorgeven.
Neem gereedschap mee om een motor te
repareren zorg voor voldoende warm drin
ken en eten om een extra nacht te over
leven, neem een kompas en goede water
kaart mee. Koop een felle lamp, waarmee
tekens gegeven kunnen worden. Zorg voor
enkele vuurpijlen of een paar fakkels aan
boord. Lange laarzen komen van pas, als
u in ondiep water uit de boot moet. Vaar
niet met een motorbootje uit zonder goede
roeiriemen. Neem wat verbandmiddelen
voor eeste hulp mee. Bestudeer de weer
berichten tevoren goed. Vertel hoe laat u
uiterlijk op de plaats van bestemming terug
bent en zeg waar u gaat vissen. Als u
vermist wordt door motorpech, bent u snel
gevonden.
Zo zijn er 1001 kleine dingen, die u in
geval van nood nodig hebt om te „over
leven". Beter verlegen met een trui te veel,
dan erom verlegen. Geneer u niet in de
koude wind een warme bivakmuts op te
zetten en warme wanten. Een paar droge
sokken zijn onbetaalbaar, als u een paar
natte voeten heeft gehaald. Neem altijd
wat reserve-benzine mee, om bij harde
tegenwind of een verdwaalde route, toch
nog veilig thuis te komen.
Adri Sluys uit Woerden geeft ronduit toe,
dat hij met een bougiesleutcl en een schroe
vedraaier aan boord, de motorpech vlot
had kunnen verheipen. Er is nu een groot
scheepse reddingsexpeditie met schepen en
vliegtuigen aan te pas gekomen.
Cor van Heugten.
23