SLOBEEND Tien jaar „DE EENDRACHT" warm roodbruin is. De rug is bruin-grijs en wit, bovendien is hiervan het uiteinde zwart, evenals de onderstaart. Het meest karakteristieke is echter de glanzend groene kop met de zeer grote platte brede snavel. Het belangrijkste voedsel vormen hier de kleine diertjes, die in ondiep water leven. Deze worden op een speciale manier ge vangen. Plet echtpaar beschrijft hiervoor, al zwemmend met de kop onder water, cirkels met een diameter van plm. één meter, waarbij ieder zich aan één zijde van de kring bevindt. Op deze manier komt het water in een draaiende beweging, waardoor de prooidiertjes opdwarrelen. Ze worden door de cirkel a.h.w. opgesloten en kunnen dan gevangen worden. De Slobeend kunnen we het gehele jaar zien in tegenstelling met de Zomertaling, die, de naam zegt het al, uitsluitend 's zomers in Nederland voorkomt. Deze soort is wat groter dan de Wintertaling, maar kleiner dan de eenden. Het is een bruin grijs eendje met lichte buik. De kop is bruin-rood met een opvallende witte oog- streep, die tot de hals doorloopt. In de vlucht wordt op de vleugel een grijsblauw Binnenkort bestaat de oudste Zeeuwse overdekte manege „De Eendracht" te Se- rooskerke tien jaar. Voor ons aanleiding om in de gezellige foyer van de manege een praatje te maken met de familie Meyers over de „historie" van hun bedrijf. Vele geslachten Meyers hebben op de hoeve „De Eendracht" aan de Rijkebuurt weg het agrarisch bedrijf uitgeoefend. Ook de heer Bart Meyers, die in 1946 zijn vader opvolgde, heeft er vele jaren geboerd. Zomergasten gingen zich meer en meer voor de op de hoeve aanwezige paarden interesseren. Er waren werkpaarden, paar- vleugelveld zichtbaar, waaraan de soort gemakkelijk te herkennen is. Evenals een typisch ratelend geluid, dat vaak bij het opvliegen te horen is. De twee laatst genoemde eenden zijn t.a.v. hun broedgebied zeer kritisch. Ze broe den bij voorkeur in vochtige kruidenrijke graslanden. Doordat de laatste vijf en twin tig jaren het graslandgebruik sterk geïn tensiveerd is, wordt in veel gevallen nau welijks of helemaal niet aan de eisen, die deze vogels aan zo'n gebied stellen, voldaan. Dit heeft tot gevolg gehad, dat de getalssterkte van deze soorten nogal af genomen is en nog afneemt. De Zomer taling kan daarom tegenwoordig zeldzaam genoemd worden. Als hekkensluiter van deze rij fungeert de KRAKEEND. Het is beslist geen algemene verschijning in de Zeeuwse dreven. De vogel is geheel grijs-bruin met als opvallend ken merk een bruin-zwart-wit vleugelveld, de zogenoemde spiegel. Er zijn aanwijzingen, dat deze soort zich in bepaalde delen van ons land wat uitbreidt, vooral als broed- vogel. In de winter is hij meestal in zuide lijker streken te vinden. Hoewel deze eend, qua lichaamsbouw tot de grondeleenden behoort, vormt hij door zijn gedrag met betrekking tot het voedselzoeken toch een uitzondering. Hij duikt namelijk veel en komt daardoor vaak op wat dieper water voor. Ik hoop. dat het u na deze opsomming nog niet duizelt en u de moed op kunt brengen er eens een middagje aan te spen deren om deze vogels in hun milieu op te sporen. Hoewel u overal in Zeeland de kans hebt meerdere van de hier genoemde soor ten aan te treffen, is er tenminste één plek in de provincie waar succes beslist verze den voor de fokkerij en bovendien in het middelpunt der belangstelling de rijpaarden van Bart's zonen Simon en Jan. Vooral de laatste gaf vaak aanwijzingen en instrukties aan gasten, die trachtten de kunst van het paardrijden onder de knie te krijgen. Zó is het begonnen. Van het een kwam het ander. „Eendrachtig" besloot de familie een nieuwe living te gaan opbouwen: een manegebedrijf. Zoon Jan ging naar Deurne en volgde de lange opleiding, die voerde naar zijn huidig beroep van instrukteur. 1966: Feestelijke opening door de toen malige Commissaris der Koningin, de heer Mr. J. van Aartsen. De binnenbak van 40 x 20 meter wordt in gebruik genomen door tien manege- paarden. Nu, tien jaar later, zijn er een zestigtal eigen en pension-paarden en pony's. kerd is, nl. de oostzijde van de Middel platen in het Veerse Meer. Tegen deze pla ten aan ligt een zeer uitgebreide ondiepte, die het deze eendensoorten mogelijk maakt „al kop staand" hun voedsel te bemachtigen. Bovendien is het een bij uitstek geschikt rustgebied, omdat er niet gejaagd mag worden. Hierdoor treft u er zowel voedsel- zoekende, als rustende en poetsende vogels aan. Als u mij vraagt waarom zijn al deze vogels hier op een kluitje te vinden, kan ik daar nauwelijks een afdoend antwoord op geven. Rust en voedsel zijn de belang rijkste factoren, die de aanwezigheid van de vogels bepalen. Wanneer er zoveel soor ten op een betrekkelijk kleine oppervlakte voorkomen naast deze eenden komen ook nog duikeenden, bergeenden, rotganzen en zwanen voor moet er voor elk wat wils te vinden zijn. Een omstandigheid, die in het gehele Veerse Meer niet aanwezig is en ook daarbuiten vrijwel niet aangetrof fen wordt. Dit is geconstateerd aan de hand van waarnemingen waarbij op geen enkele plaats deze mêlee van soorten werd aangetroffen. Daarom is juist deze plek hét voorbeeld van een natuurgebied, dat een optimale be scherming verdient. Wat momenteel alleen inhoudt het handhaven van de huidige si tuatie, omdat die bewezen heeft door het voorkomen van de vogels, uniek te zijn. Nog een laatste wenk: bezoek deze plaats op of na het middaguur, dan hebt u het zonnetje in de rug en kunt u nóg meer genieten van deze prachtige watervogels, die momenteel reeds in bruidegomskleed zijn. Bovendien kunt u er voor in de auto blijven zitten, dan veroorzaakt u geen verontrusting! TIPGEVER De ruitervereniging Sé-Ros, opgericht in 1967, telt thans 250 leden inclusief de 70 ponyclubleden. Bekendheid kreeg de vere niging vooral door het jaarlijkse Concours Hippique en door de opvoeringen van his torische paardenspelen: vorig jaar had „De Heks van Veere" steeds een uitverkocht huis. Dit jaar zal voor de tweede maal in successie op het grote terrein van „De Eendracht" de Zeeuwse Dag van het Paard gehouden worden. ,,'t Is hard werken," zegt de familie Meyers, „vooral in de zomer. Veel toeristen zien we elk jaar weer terug". „Fijn werk," voegt Jan Meyers er aan toe. „Ruiters bijbrengen dat zij op verantwoorde wijze met het paard omgaan." Gelukgewenst Manege „De Eendracht". Nog vele jaren! M. G. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 19