Zeeland moet zich niet laten
„ondersneeuwen"
„Rammekens"
„Montedison" en „Vaste oeververbinding"
spreken duidelijke taal
Hoge, steile vestingmuren
rijzen trots en zwaar omhoog
daar omheen zijn nog de grachten
uitgestrekt in wijde boog.
Voor de grote reuzenvoorpoort
moest een vijand blijven staan,
door die poort zijn grote mannen
overwinnend heengegaan.
Boven op de hoge wallen,
waar eens Geus en Spanjaard streed,
waar Napoleon zijn blikken
over 't eiland glijden deed,
waar het bloed in stromen vloeide,
bij het dreunen van 't kanon,
daar speelt nu de jeugd van Ritthem
in de bloemen, in de zon.
In de kelders en gewelven
lag de voorraad kruit en lood.
vond een krijgsgevangen vijand
menigmaal de marteldood.
Daarin stonden de Spanjolen
vechtend zij aan zij geschaard,
daarin werd eens door de boeren
de patattenoogst bewaard.
Rammekens heeft nu geen doel meer,
is zijn oude glorie kwijt,
't zou nu gauw een puinhoop wezen
in een dezerdaagse strijd.
Maar wie Nederlands historie
duidelijk wil verstaan,
moet eens op een mooie middag
naar die oude vesting gaan.
Uit: „De Geschiedenis van Ritthem"
door B. J. de Meij.
We weten bij de samenstelling van dit artikel nog niet of het Italiaanse
chemische bedrijf Montedison naar Zeeland zal komen. Dat is misschien
bekend, als dit nummer van „Zeeland Magazine" uitkomt.
We weten wél, dat de regering voorlopig er niets voor voelt Zeeland een
vaste oeververbinding over de Westerschelde toe te staan.
We weten ook uit de onlangs gepubliceerde „verstedelijkingsnota" van de
regering, dat „het middenDelta gebied" open ruimte zal blijven, dat alleen
de Zeeuwse steden mogen „groeien", maar ook, dat oost-Zuid-Beveland na 1990
de kans loopt te „verstedelijken" als „overloop-gebied" voor de Randstad.
Wie wat dieper in deze zaken doordringt kan niet anders dan tot de con
clusie komen: Zeeland loopt de kans ondergeschikt te worden gemaakt aan de
belangen van de Randstad Holland, belangen die door de regering warm worden
verdedigd.
gebied, zullen me altijd bijblijven. Natuurlijk
liep ik toch verkeerd eerst en belandde in
de buurt van 't vogelbroedgebied. Ik voelde
me op een hoge berg getild, de enig aan
wezige mens, in blauw en groen gevat. Als
op wieken gedragen.
Zilte lucht diep inademend, vermengd
met de penetrante geur van vogeluitwerp
selen. Duikvluchten en gekrijs boven m'n
hoofd, een paar minuten maar en toch een
eeuwigheid, want het herbeleven is mijn. En
vaak voor het slapen gaan beleef ik het
opnieuw, puur natuur.
Maar ook buiten dit afgepaalde gebied,
op de vrije schorren van de Westerschelde,
zijn er nog de stille wonderen. En bij de
haard blader ik graag in m'n verzameling
planten, alleen van de namen al genietend.
Het kleine grijsharige plantje met de
lichtgele bloempjes: Schildzaad geheten b.v.,
of Zee-Alsem, een echte plant van schorren
en kwelders, met de vooral van achteren
viltachtige bladeren en eivormige gele
bloempjes aan de overbuigende takjes, sterk
kruidig geurend.
Het Klein Schorrenkruid, de Zee en de
Zilte Schijnspurrie. de Strandmelde, Zee-
postelein, Obione, met z'n wit melige bladen
en de Zulte Zee-aster.
Van het geslacht Aster komt maar één
soort werkelijk wild in ons land voor en
alleen op zilte gronden aan de kust en
langs brak water wat verder het land in,
en het is de enige 2-jarige Aster.
De langwerpige bladen zijn dik; als ze
nog jong zijn worden ze in Zeeland wel
gegeten als „Lamsoren", evenals de Zee
kraal.
De bladerloze, meestal vrij sterk vertakte,
vlezige groene of roodachtige stengel draagt
in de bovenste knopen aan weerszijden 3
bloempjes.
„Biologen vrezen uitroeiing plantenvariatie
cp aarde" lees ik in een knipseltje, pas
gehaald uit één van m'n dagbladen, want
het is nog niet vergeeld. De universiteit van
Hamburg doet onderzoek in deze richting.
Er wordt dagelijks 500 hectare tropisch
regenwoud gekapt, waarvan het hout ge
bruikt wordt als brandstof voor hoogovens,
in Z.-Afrika worden bepaalde plantenfami-
lies in hun bestaan bedreigd door chemi
sche landbouwmethoden. Ver van ons bed?
Maar we zijn toch allemaal aardbewoners?
Toch wel héél goed die Natuurreservaten
van o.a. Staatsbosbeheer. Hoe graag je ook
door alles heen zou willen struinen op je
eentje. De hekken, de afrasteringen, ze
moeten er zijn om nog iets te redden van
wat we hebben aan flora en fauna.
En zolang er gidsen zijn, zo bezield als
onze heer Jansen, is het geen straf om
onder leiding te gaan.
Gaan, in ieder geval, want ondanks alle
verwelkte en vergane dromen, is het toch
steeds nog een mooie wereld, onze wereld.
Het is tenslotte de enige wereld die we
hebben.
M. M. Soest.
Dicht bij Ritthem ligt een vesting
uit de hele oude tijd,
waar ze veel gevochten hebben
in de Tachtigjaar-gen strijd.
Rammekens, zo heet de vesting
maakte zware jaren mee,
't was het fort van Zeelands hoofdstad,
't zware bolwerk aan de zee.
Montedison: Laten we geen betoog op
zetten over de milieu-aspecten, die aan de
komst van een dergelijk bedrijf onherroe
pelijk zijn verbonden. Belangrijk zijn die
aspecten zeker, maar de techniek ook op
het gebied van de bestrijding van lucht
en waterverontreiniging staat niet stil, net
zo min als de wetgeving op dat terrein.
Uit pure mi lieu-overwegingen zagen wij
een bedrijf als Montedison nu liever niet,
maar we willen aantekenen, dat zoals
we al stelden de mogelijkheden indu-
De Westerschelde machtig en breed, maar voor velen in deze provincie een barrière
ligt in Zeeland... Lag zij in de Randstad, dan zou er allang een vaste oeververbinding zijn.
26