Acrobaat Geep: de „Snavelvis"
begin mei op de kust
heette Pol. Daarom wil ik mezelf nog wel
eens aankondigen als Reineke Pol. Is het
echt nodig, vraag je je toch af, om je
werkelijke ik te verbergen achter een andere
naam. Het ligt er soms aan hoe je tegemoet
getreden wordt. In gedichten leg je namelijk
je ziel helemaal bloot."
,,Zo nu en dan worden de mensen om
me heen me te machtig. Dan wil ik plot
seling helemaal teruggetrokken leven. Ik
sla dan genoeg eten in en sluit me voor
drie of vier dagen in mijn flatje op. Ik
laat dan niks van me horen en ben voor
niemand te bereiken. De stekker van de
telefoon gaat er uit en de knippen schuif
ik voor de deur."
Paulus Maartense.
De geep is op de kust!
Deze mare gaat elk jaar als een ijl
telegram langs de huizen van tienduizenden
sportvissers, die in de loop van mei hun
gevoelige werphengel-stokjes al klaar heb
ben staan om deze acrobaat van het zoute
water te bevissen.
Een 25 grams splitcane of 30 grams glas
hengeltje van twee tot drie meter lengte
is ideaal om op 0,22 tot 0,30 nylon deze
felle rover te belagen. Neem een torpedo
vormige dobber van enkele tientallen gram
men gewicht, die een verre worp mogelijk
maakt. Neem onder de dobber een onder
lijn van een meter met octopushaakje nr. 8,
dat beaasd moet worden met een smal
reepje wit vlees uit de buik van... een geep.
Ook een gekookte garnaal, maar liever
nog een zandspiering, die bij eb aan de
laagwaterlijn uit het strandzand gespit
kan worden. Wie geen aas heeft, kan zelfs
met een stukje spek of reepje zilverpapier
starten. Als het maar blinkt en een aas
visje (bliek) imiteert.
De beste vangsten worden gemaakt als
het aas met kleine rukjes in de stroom
aan het wateroppervlak wordt voortbewo
gen. Deze actieve visserij heeft heel wat
meer kans op succes dan het drijvend vissen
met de aas-onderlijn tientallen centimeters
zwevend in het water onder de dobber.
Dat is het fijne werk echt niet. Geep
zwemt in scholen. En wie eenmaal vangt,
blijft soms uren achtereen vangen. Bij
flinke wind wat verder van de wal, liefst
in de felle stroom met helder water. Bij
windstil weer soms vlak tegen strekdammen
en pieren.
Geep is een wispelturige vis, soms kan
de keuze van het aas over het succes van
een dagje op de geep beslissen. Soms zelfs
de kleur van de dobber, die achterdocht
wekt. De aanvalsdrift van de geep, die
vaak aan het aas lijkt te proeven, houdt
waarschijnlijk verband met zijn paaidrift.
Soms wrijft hij zijn lange lichtgetande sna
velbek langs het geep-vlees-aasje.
Op een dag, dat de geep slecht bijt en
even met de scherpe smalle haak moet
worden aangetikt in de smalle benige bek,
kan soms beter een stevig hengeltopje be
proefd worden, geschikt voor 40 gram
werpgcwicht.
De ware geep-visserij staat of valt na
tuurlijk bij het ultra-lichte vissen. Al moet
de voorslag tot de dobber ook een flinke
geep van een half pond of zwaarder zelfs
op pier en strekdam kunnen takelen. Een
fel vechtende geep, die ware luchtsprongen
boven water kan maken, is op minder dan
0,22 nylon vaak niet op de veilige wal te
tillen. Een schepnet met lange steel kan
uitkomst brengen, als u de sportieve uit
daging van de rover op het ragfijne nylon
tot 0,20 aanvaardt.
Ook met een zware zeehengel is natuurlijk
geep te vissen, op zeehengelconcoursen als
het om louter visjes vangen gaat, worden
wel eens half met lood gevulde gasbuisjes
gemonteerd om 100 meter en verder van
het strand de ver zwemmende geep aan
de kieuwen te komen.
Laat u bij het bakken of braden van
geep niet door de groene graat afschrikken.
In olie of een flinke kluit boter gebakken
en later in het zuur gezet, is geep een
smakelijke consumptie-vis vooral bij de Bel
gische sportvrienden in trek.
Ideale stekken liggen langs de Westkapelse
zeedijk, de paalhoofden van Zoutelande tot
Domburg, de dijken van Tholen, de Val
van Zierikzee en de stranden en strekdam
men van Noord-Beveland. Ook de afsluit
dijk (buiten dus) en de hoofden bij Den
Oever bieden vaak tot diep in juni of zelfs
juli sport. De ene dag een leefnet vol, de
andere dag geen staart. Dat houdt verband
met de trekwegen van de scholen, die in
het kustgebied komen paaien.
Cor van Heugten.
31