Roeiershoofd - Leugenaar. Van Leugenaar
tot Nolle slechts onder het strand even
buiten de paalhoofden, in ieder geval tussen
de wal en de rode lichtboei S.G.2 blijven.
N.B. Onder „even het paalhoofd" ver
staan we in deze aanwijzingen 25 m buiten
het paalhoofd, tijdens L.W. echter altijd
buiten het vaarwater.
b. Nolle O.G. 4.
Niet vissen of ankeren nabij het Nolle-
hoofd. Verderop richting zee geldt wederom
slechts even buiten de paalhoofden ankeren/
vissen, met dien verstande, dat men binnen
de wal en de rood/geel vertikaal gestreepte
zgn. peilboei dient te blijven.
Nooit vissen/ankeren tussen O.G. 4 en
deze peilboei.
c. O.G. 4 O.G. 2.
Ook in dit gebied luidt het advies:
„Slechts even buiten de paalhoofden."
In ieder geval binnen de rode lichtboei
O.G. 2 en de wal blijven. Men dient verder
alert te zijn op de stroomrafelingen, welke
hier optreden. Ons inziens is dit een plaats,
welke zich niet leent om het anker uit
te werpen.
d. O.G. 2 Noorderhoofd.
Blijf ook hier zoals hiervoren reeds ge
steld, n.l. slechts even buiten de paalhoofden.
Bedenk dat deze plaats bij verslechterende
weersomstandigheden zeer ongunstig is.
4. Oversteken van het vaarwater.
Het oversteken van het vaarwater ten
einde te gaan vissen op of langs de diverse
banken, kan slechts veilig geschieden als
men terdege rekening houdt met hetgeen
gesteld is in artikel 36 van het BAR.
Voor de sportvissers zouden wij dit artikel
als volgt willen verwoorden: „Indien men
wilt oversteken, doe dit dan bij voorkeur
op een moment, dat geen andere scheep
vaart in de buurt is. In ieder geval zodanig,
dat eventuele aanwezige scheepvaart niet
wordt gehinderd. Tracht nooit voor een
schip over te lopen, ga in zo'n geval
achter dit schip langs en laat dit voor
nemen vroegtijdig en duidelijk zien
5. Getijbeweging.
De sportvissers wordt geadviseerd goede
nota van het getij te nemen. Gebruik goede
en voldoende lange ankerlijnen, uiteraard
een goed anker. Het verschil tussen hoog
en laagwater schommelt tussen de 4,5
en 5 meter.
Ook de richting en sterkte van het getij
is van het grootste belang. De sterkte kan
oplopen tot meer dan 3 mijl per uur e.e.a.
is mede afhankelijk van soort van getij
(giertij of doodtij), terwijl ook de kracht
en windrichting zijn invloed kan laten
gelden.
Wees ten zeerste alert of uw anker wel
houdt, zo niet of bij twijfel, steek dan
meer lijn of zoek een andere betere plaats
op.
6. Weersomstandigheden.
Overtuig u van het te verwachten weer
en houdt daar rekening mee. Schroom niet
om tijdig de wal of haven op te zoeken
bij opkomend slecht weer.
Mist is één van de grootste „spelbrekers".
Bij opkomende mist doet men er verstandig
aan zodanig ligplaats te kiezen, dat het vi
sueel contact met de wal blijft behouden.
Ook hier geldt: „Schroom niet om tijdig de
wal of haven op te zoeken."
Nabeschouwing.
Samenstellers hebben niet de pretentie
hiermee alle problemen t.a.z. van de sport-
visserij te hebben opgelost. Wel hopen
zij een bijdrage te hebben geleverd, welke
mag leiden tot een beter samenspel tussen
de diverse vaarwatergebruikers.
Met betrekking tot de zeescheepvaart
willen wij nog opmerken, dat deze schepen
in het Oostgat slechts zeer beperkt kunnen
uitwijken en zelfs soms helemaal niet,
zonder dat hierop een stranding volgt. De
manouevres onder deze omstandigheden ge
maakt, kunnen dan ook worden gekwalifi
ceerd als „noodmanoevre". Het behoeft
geen betoog, dat wij er het grootste belang
bij hebben, dat dit soort zaken voorkomen
worden.
Memorandum inzake organisatie van
„Strandclubs".
Het organiseren van strandclubs heeft tot
doel langs de oevers van de Westerschelde
en eventueel andere wateren, plaatsen te
verkrijgen die in belangrijke mate kunnen
bijdragen tot een veilige beoefening van de
water-recreatie in zijn vele facetten.
Dergelijke strandclubs kunnen gevormd
worden rond een plaats waar kleine zeil
en motorboten (trailerboten e.d.) op een
veilige wijze te water gebracht kunnen
worden. Gemeentebesturen zouden bepalin
gen kunnen maken dat dergelijke aktivi-
teiten op een beperkt aantal plaatsen mo
gen plaats vinden. Deze plaatsen zouden
kunnen worden voorzien van een outillage
waardoor het mogelijk wordt uitkijk te
houden naar in gevaar verkerende jachtjes
en zwemmers, weerberichten op eenvoudige
doch duidelijke wijze bekend gemaakt kun
nen worden, telefoon-verbinding aanwezig
is voor het alarmeren van reddingdiensten,
beperkt reddingsmaterieel voor het verlenen
van direkte beperkte reddingen aanwezig
is en wat bijzonder belangrijk is, dat er
geoefende leden van een reddingbrigade
aanwezig kunnen zijn.
Op stranden kunnen dergelijke strandclubs
gevormd worden rond de bekende strand
paviljoens en dergelijke gelegenheden, waar
men reddingmiddelen kan stationeren onder
toezicht van de reddingbrigades.
Men moet het begrip strandclub niet
alleen zien in samenhang met een strand,
doch zij kunnen evengoed georganiseerd
worden op geschikte plaatsen aan zeedijken
of nabij landbouwhavens.
Het hoofdmotief voor de strandclubs
moet zijn, het creëren van veilige bases
voor het beoefenen van de water-recreatie
zoals zwemmen, varen met diverse typen
kleine boten, waterskiën, enz.
16