Zeeland - Energieland Elektrische energie. Wanneer er over Zeeland wordt gespro ken. denken we meestal in de eerste plaats aan water en de Deltawerken, dan aan de landbouwgebieden met hun schilderachtige dorpen en vervolgens aan de recreatie, voor namelijk verband houdend met stranden en watersport. In dit artikel gaat het om een geheel ander aspect van datzelfde gebied en wel om het feit dat Zeeland een provincie is, waar veel energie wordt gemaakt, maar ook veel energie aanwezig is. Gemaakt in de vorm van elektriciteit. Wist u dat van iedere 1000 kilowatturen die in Nederland worden geproduceerd er 100 in Zeeland worden opgewekt? En dat terwijl er van iedere 1000 inwoners in Nederland toch maar 40 ir. Zeeland wonen. Natuurlijk is het niet zo, dat de Zeeuwse bevolking zoveel meer elektriciteit gebruikt dan elders in ons land normaal is; een groot deel van die energie gaat naar de industrieën in Zeeuwsch-Vlaanderen en in het Sloegebied, waar vooral de aluminium- fabriek Pechiney en het chemische bedrijf Hoechst grote afnemers zijn van de N.V. Provinciale Zeeuwse Energie-Maatschappij (PZEM). Het is al eerder gezegd, er wordt niet alleen energie opgewekt in Zeeland, er is ook veel aanwezig in de vorm van de getijdenbeweging, wind en zon, voorbeelden van z.g. alternatieve energiebronnen, dat zijn andere energiebronnen dan de thans ge bruikelijke zoals kolen, olie, aardgas en kernenergie. Momenteel staan deze „alternatieve" of „potentiële" energiebronnen in het middel punt van de belangstelling. Kolen, aardgas, olie. Omdat kolen als brandstof voor elek trische centrales te duur zijn geworden, is men in ons land met de moeizame win ning ervan in de Limburgse mijnen opge houden. Het Groningse aardgas kwam er voor in de plaats, maar u weet het: de voorraad is beperkt en er wordt maar heel weinig bijgevonden. Zoals de toestand nu is, worden de thans aanwezige voorraden gereserveerd om ook in de wat verdere toekomst te dienen voor de verwarming van onze wo ningen. voor hoogwaardige toepassingen in de industrie (d.w.z. niet om te verstoken in ketelhuizen) en om de exportcontracten te kunnen nakomen. Voor nieuw te bouwen elektrische cen trales wordt momenteel geen aardgas meer beschikbaar gesteld. „Dan maar overschakelen op olie" is een vaak gehoorde opmerking, maar de nadelen daarvan moeten we toch niet on derschatten. In de eerste plaats is er de afhankelijk heid van andere landen, die in geval van onenigheid of conflicten van vandaag op morgen onze voorziening in gevaar kunnen brengen. De ervaring in de winter 1973/'74 tijdens de z.g. oliecrisis ligt ons nog vers in het geheugen. Een tweede nadeel, voor ons dichtbe volkte land erg belangrijk, is het feit dat bij het verstoken van olie nogal wat ver- brandingsprodukten de lucht ingaan, vooral bij zwavelhoudende olie, zodat beslist niet van een milieu-vriendelijke brandstof kan worden gesproken. Eletzelfde geldt trouwens voor steenkolen. En tenslotte geldt voor olie, zoals voor alle geïmporteerde goederen: de prijs wordt in het buitenland vastgesteld. Alternatieve energiebronnen. Hebben we dan niets in de buurt, waar mee we onze energiebehoefte kunnen dek ken? En dat goedkoop is? Het antwoord op de eerste vraag is: „Ja, althans in theorie" en op de tweede vraag: „Nee, in ieder geval voorlopig niet." En daarbij moet u dan denken aan energie geleverd door de zon, de wind en het water, drie van die typisch Zeeuwse elementen, waar we een overvloed van hebben, zelfs de laatste jaren van de zon! Maar als de technici gaan puzzelen, hoe deze vormen van energie aangewend kunnen worden om elektriciteit te maken, om onze huizen te verwarmen en om te voorzien in heet water, dan blijkt het resultaat nogal tegen te vallen. Natuurlijk, iedereen kent de waterkracht centrales in de Alpengebieden, maar voor de stuwmeren die daarvoor worden aan gelegd, is hier geen plaats en het water aanbod dat voor een flinke centrale nodig is met het bijbehorende hoogteverschil zult u bij ons niet vinden. Getijdecentrale. Hoe zouden we dan de waterbewegingen van onze Zeeuwse wateren kunnen benut ten? Dat kan door het bouwen van een getijdecentrale, dat is een elektrische cen trale, die de eb- en vloedbeweging benut om elektriciteit op te wekken. In Frankrijk is in 1966 de enige getijde centrale van enige omvang ter wereld ge bouwd bij St. Malo in de monding van de rivier de Rance. De jaarlijkse elektriciteits- produktie, die beperkt wordt doordat het bedrijf afhankelijk is van de getijdenbewe gingen, bedraagt een half miljard kilowatt uren. Ter vergelijking: een soortgelijke „nor male" centrale, die constant kan draaien, zou ruim viermaal zoveel produceren. In 1967 zijn er door de PZEM studies verricht om te onderzoeken of een derge lijke centrale in de Oosterschelde rendabel zou zijn. Aangezien het verschil tussen eb en vloed in de monding van de Ooster schelde ca. 2,5 m bedraagt (in Frankrijk bij de Rance is dat ruim 11 ml), zou een getijdecentrale zo'n ISO miljoen kilowatt uren per jaar kunnen leveren. Om u een idee te geven: voldoende om een groot deel van Walcheren van elektrici teit te voorzien. Daarbij moeten we weer bedenken, dat een dergelijke centrale niet constant werkt en het aanbod van elek triciteit daardoor niet samenvalt met de behoefte eraan. Opslaan van grote hoeveel heden elektriciteit is evenmin mogelijk. zodat een getijdecentrale zijn elektriciteit op momenten, die bepaald worden door de eb- en vloedbeweging kwijt moet. En dan de kosten; de voor een getijde- centrale benodigde waterbouwkundige wer ken in de Oosterschelde zijn van een der gelijke omvang dat de daardoor ontstane prijs voor een bij u thuis geleverde kilowatt uur door niemand zou worden geaccepteerd, althansop dit ogenblik nog niet. Wind. Het gebruik van windenergie is eeuwen oud en de laatste 1000 molens in Nederland (in Zeeland hebben we er nog ongeveer 70), die zorgvuldig in goede staat worden ge houden of gebracht, zijn niets anders dan industriële apparaten om windenergie om te zetten in mechanische energie om te malen, te pompen, enz. De laatste jaren komt de windenergie weer in de belangstelling, met name voor de opwekking van elektriciteit en in vele landen zijn onderzoekprogramma's naar de bruikbaarheid gestart, ook in Nederland. Maar temper uw optimisme, een „ge wone" molen zoals we die allemaal wel eens zien draaien, kan in zijn huidige vorm elektriciteit opwekken voor misschien 10, 20 woningen. Willen we werkelijk een be hoorlijke stroom opwekken, dan zullen ge heel andere konstrukties in aanmerking ko men, gigantische propellers die het land schap bepaald niet verfraaien. Om Zeeland van elektriciteit te voorzien zouden zo'n 700 van die molens nodig zijn, met een wiekdiameter van 50 meter en verspreid over een oppervlakte tenminste zo groot ais Walcheren en Noord-Beveland tezamen. Windenergie. Een opname van de kortge leden prachtig gerestaureerde molen „De Koe" te Veere. Foto: PZEM. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 5