door de Fransen; in 1303 werden de Vla mingen er in een veldslag verdreven, in 1366 plunderden de Engelsen het eiland Cadzand weer eens. Brugge, al vermeld in 892, ontwikkelde zich voorspoedig als handelscentrum. Enge land had grote kudden schapen en de wol kwam naar Vlaanderen waar men er laken van vervaardigde; dat werd weer uitgevoerd naar Engeland. Schepen, een lakenmarkt. jaarmarkten, gilden, de Hanze; feodale en kerkelijke bestuurlijkheden: meedoen aan de kruistochten werd gepredikt, kooplieden van elders met hun handel op internatio naal vlak: vreemde waren werden verhan deld tegen Vlaams laken, het beste ter wereld. Pas in de vijftiende eeuw werd Brugge door Antwerpen overvleugeld. Vlaanderen was een wereldhandelscen trum. schepen moesten aan- en afvaren, ook toen het Zwin steeds meer verzandde. Damme werd de voorhaven van Brugge, Sluis niet minder. Er werden kanalen ge graven, vrachten werden in Damme, Sluis en St. Anna ter Muiden overgeladen in binnenscheepjes. Gent wilde haar portie van de handel hebben en groef een kanaal naar Damme, stadje dat veertig jaar eerder, in 1213 bij een nederlaag van de Franse vloot tegen de Engelse schepen, totaal werd plat gebrand. Ook Aardenburg genoot bescher ming van de graven van Vlaanderen en van de koning van Engeland; ook daar werd laken geweven tot het in 1383 door de naijverige concurrerende Gentenaren werd verwoest, en Aardenburg is die ramp nooit meer te boven gekomen. Toch werd altijd weer land op de zee veroverd, polders kwamen met en door monnikenwerk tot stand. Het Zwin ver zandde steeds meer en sedert de 15de eeuw was alleen de haven van Sluis nog bruik baar. Damme kwam tot verval, de laken nijverheid ging achteruit en er was geen terugvracht meer voor de koopvaarders. De boeren kwamen in opstand tegen de adel, er kwam een eind aan het lijfeigenschap. Landheren, vrijgemaakten en zelfstandigen gingen een landelijke hiërarchie vormen: het herfsttij der Middeleeuwen begon met de eerste oorlog-op-grote-schaal tussen twee almachtige koninkrijken. De zeeslag. Bij zijn dood in 1314 liet Filips de Schone een machtig Frankrijk achter, waar de koningsmacht begon zich te doen gelden over 15 miljoen inwoners en buitengewesten onder leenheren. Veertien jaar later kwam de Franse troon onder het Huis Valois; maar ook Edward Til van Engeland, een kleinzoon van Filips de Schone, ging aan spraak maken op het Franse koningschap. Dit was één der oorzaken van een feodaal conflict dat geleidelijk in ernst toenam. Een andere reden was dat Edward UI ver langde dat de Britse wolhandel en -industrie zich economisch zou losmaken van die te Vlaanderen gevestigd was. Zowel Edward als zijn tegenstander, Filips VI van Valois (neef van Filips de Schone) waren van Fransen bloede: maar hun volkeren kenden elkaar niet. De Franse koning breidde de staatsvloot sterk uit: in Narbonne, Marseille en Genua werden snelle galeien gebouwd. Rouaan was het Atlantisch arsenaal; het Zwin één der thuishavens waar de vloot over winterde. Roeischepen en bemanningen wer den in Spanje gekocht, ze kwamen naar de Kanaalzone. Hue Quiéret werd benoemd tor admiraal van Frankrijk, dat niettemin de strijd te land verkoos. Waarom dan al die schepen? Wel, Filips VI had nog een geheim gehouden plan: een expeditie naar Schotland, uitgesproken vijand van Edward III die maar drie miljoenen onderdanen had (Wales telde ook niet mee) om de Schotten aan de Franse zijde te krijgen. Met zijn galeien en zijn handelsschepen bemand met krijgsvolk won Quiéret een zeeslag bij Arnemuiden. De Fransen terrori seerden de Engelse Kanaalkust en plunder den o.a. Portsmouth. Ze veroverden op de Schelde vijf grote Engelse schepen, geladen met wol. Ze werden met vreugde gelost en elk voorzien van vier kanonnen; die werden langsscheeps opgesteld, men kon dan recht op elkaar afvaren en hoefde niet meer te enteren. In 1338 voorzagen ook de Engelsen hun schepen van kanonnen, de eerste. Er volgden twee jaren van brand stichting, roven en moorden aan beide zijden van het Kanaal. Tevergeefs trachtte paus Benedictus XII vanuit Avignon te bemiddelen: vrede tussen beide rivalen zou hem mensen en schepen verschaffen voor een nieuwe kruistocht te gen de Turken. Dat ook Edward III een flinke vloot tot zijn beschikking had is zonder meer dui delijk, Engeland is een eiland. Maar Quiéret en Béluchet, oud-schatbewaarder des ko- nings, beheersten mei hun „Grande Armée de la Mer" (ruim 200 schepen. 20.000 vis sers als zeelieden) de situatie. De Franse vloot lag 22 juni 1340 op het Zwin, voor Sluis, in drie aan elkaar geketende rijen schepen een onneembare „muur" vormend; de kanonnen gericht naar de zee, Genuese galeien surveilleerden voor de Zwinmonding. Edward III. langs omwegen op de hoogte gebracht van het invasieplan-Schotland voelde zich bedreigd Hij noemde zich al „koning van Frankrijk en Engeland" en zijn vlag toonde drie lissen (symbool van GR OND TJSZE NTN C OZSI GeSbzJ SL UIS bi Vl.AAXDVREN. Z JSaven of kom Z dptcr halen 2Crurh me^ma/nen 4 Jiarakkon tlaxjaxynat. Gr-eote JZerk. f JnanscAe Jlcrk 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 12