De stellingmolen Windlust van Hoek
Dag, Boomdijk
Hoek is een dorp in Zeeuws-Vlaanderen,
gelegen tussen de afgesloten zee-arm De
Braakman en Terneuzen. 1-Iet is ontstaan
vele eeuwen geleden na overstroming van
Vreemdijke, wat gelegen heeft in dc mon
ding van de Braakman. Nadat de bewoners
van Vreemdijke gevlucht waren naar het
Mauritsfort is de gemeenet „den I-Iouck"
ontstaan.
Het Mauritsfort werd in 1586 gebouwd
op de zuid-oost hoek van de Koudepolder,
tegenover het Axelse Gat. Dit was in de
tijd dat de Spanjaarden de omgeving on
veilig maakten en in 1596 Prins Maurits
toestemming gaf het fort te versterken.
De wallen van het fort zijn nog steeds
aanwezig en getuigen van die tijd. De eerste
trouwboeken van „den Houck" dateren uit
1633.
„Den Houck" lag direct ten noorden van
dit Mauritsfort. ..Den Houck" dankt zijn
naam aan de ligging van de Loom- en Koude
polder, waar in een hoek drie dijken bij
elkaar kwamen. Tegenwoordig is dit punt
nog te herkennen, n.l. op de markt, waar
Langestraat. Noordstraat en Molendijk bij
elkaar komen.
Reeds 350 jaar is het dorp in bezit van
een molen geweest. De eerste molen was
een houten standaardmolen. Deze molen
is op Eerste Paasdag 6 april 1606 omge
waaid. Later in 1744 wordt weer een molen
genoemd op een plaats langs de Molendijk.
Deze molen werd afgebroken in 1856. Een
oud molenaarsgeslacht wordt genoemd de
familie Platteeuw van 1726 tot 1873.
Veel gegevens zijn niet bekend, maar
men mag wel aanemen, dat Hoek altijd
een molen bezeten heeft. Dit blijkt ook
uit gegevens over het niet kunnen betalen
Foto: C. M. Bakker, Hoek.
van pachtgelden, daar de bevolking te wei
nig liet malen.
Na 1726 was er dus zeker een molen,
rond 1900 zelfs twee ronde stellingmolens.
Eén is later afgebroken, maar de in 1856
gebouwde molen staat er nog steeds. Alleen
vraagt het dorp zich angstig af, hoe lang
nog?
Sinds 1800 toen ons land rond 10.000
molens telde, is dit aantal teruggelopen
tot 940. Elke week verdween er dus één.
Nadat de overvloed in schaarste overgaat,
komt men tot het besef dat een typisch
Nederlands produkt van vakmanschap en
landschap, toch wel waarde heeft. En krijgt
de molen vooral de laatste jaren weer wat
„wind in de wieken".
Het behoud en restauratie wordt alge
meen van belang geacht. En vele instanties,
de overheid niet uitgezonderd, beseft de
waarde van onze monumenten. Een gebrek
aan geldelijke middelen staat alleen de
restauratie en onderhoud nogal eens in de
weg.
Zo is het ook met „Windlust", de molen
van Hoek. De eigenaar, dhr. A. P. de Feyter,
stamt uit een oud molenaarsgeslacht, dat
rond 1600 in Frankrijk woonde onder de
naam Le Fèvre en in de Franse tijd in
„den Houck" verzeild raakte. Deze familie
bouwde in 1856 de molen „Windlust" op
nog geen 50 meter van de plaats, waar
de naam „den Houck" zijn oorsprong kreeg.
Na vele jaren dienst gedaan te hebben
tot 1958, is het molenaarsbedrijf overgegaan
op een meer modernere manier van malen.
Sindsdien raakte de molen in verval. Ook
werd hij in silo's, tot op de stellinghoogte,
ingebouwd.
De molen is een ronde stellingmolen met
een hoogte van 23 meter. De molen werd
niet hoger wegens gebrek aan „kluiten".
Dus ook een goede eeuw geleden kende
men al een schaarste aan geld.
De gemeente Terneuzen, waar Hoek sinds
1 april 1970, de gemeentelijke herindeling,
tot behoort, is in onderhandeling met bo
vengenoemd bedrijf over overname van de
molen. Dit geeft natuurlijk de nodige moei
lijkheden wat de „kluiten" aangaat.
Voorwaarde voor restauratie is, dat de
molen geheel vrij komt te staan. Wat
betekent, dat de ombouwde opstallen tot
de oude stellinghoogte moeten worden
verwijderd. Wat dit voor het bedrijf en de
gemeente betekent, is een ieder duidelijk.
De toestand waar de molen in verkeert,
is redelijk te noemen, vooral gezien de
korte tijd dat het geleden is dat „Windlust"
nog in bedrijf was.
De grote delen, zoals roeden, aswiel,
bonkelaar, koning, spoorwiel, schijflopen en
staakijzers zijn nog heel behoorlijk. Het
duidelijk zichtbare verval betreft de kleinere
delen, zoals op de foto waarneembaar is.
Doch het is te zien, dat de tand des tijds
wel voortknaagt.
De romp is goed doordat men tijdens
de bouw de stenen afwaterend gemetseld
heeft. Daardoor loopt het regenwater van
de stenen af en krijgt niet de kans de
voegen aan te tasten. Inwateren is dus
uitgesloten en inwendig is de molen droog.
„Windlust" is een molen, die het behoud
en herstel in oude glorie meer dan waard is.
Deze mening is ook Monumentenzorg toe
gedaan en naar gebleken, ook het college
van b. en w„ gemeenteraadsleden en vele
burgers.
Een stichting tot het behoud van de
molen is in oprichting, daar vele mensen
toch wel aangedaan zijn met het monument.
Dat het nog wel voeten in de aarde zal
hebben, is een gegeven.
Het silhouet van het dorp wordt op het
ogenblik nog bepaald door de kerk met
vlak daarbij de molen. Een typisch Neder
lands gegeven.
Gezien de geschiedenis misschien wel
waardevol voor Zeeuws-Vlaanderen. Hope
lijk zal een ieder kunnen beseffen, wat
deze waarde betekent en komen er genoeg
„kluiten" voor een aanvaardbare oplossing.
Hoek is een snel groeiende woonkern
van Terneuzen, veel nieuwbouw, maar met
een oude dorpskern, die het verleden dankzij
o.a. „Windlust" van historische betekenis
maakt.
C. M. Bakker, Hoek.
„Autoriteiten" willen de oude Boom-
dijk bij Hansweert een typisch
stukje oud Zuid-Bevelands landschap
laten afgraven. De dijk zou een
gevaar kunnen zijn bij overstromin
gen. Bovendien kan men de klei van
de dijk goed gebruiken voor andere
werken.
Toe maar jongens, de bijl d'r in,
weg met die vuile bomen!
En de bulldozer in die ouwe dijk,
weg met dat spul, potdome!
Dat rotding ligt maar in de weg,
't is bovendien gevaarlijk.
Gebazel over landschapsschoon?
Om te lachen, onbedaarlijk!
Wij houden van de rechte lijn,
en nou geen natuur-gelul.
Want de mensen willen werk
en eten. Romantiek? Flauwekul!
Daarom de bijl er in, en snel!
Want anders wordt die boot gemist.
En wie 't met ons niet eens is,
die is links,
of die is fascist!
Joris van Hoedekenskerke.
21