1: Koninginnepage (zeldzaam geworden) 2: Groot koolwitje (man) 3: idem wijfje 4: Nommervlinder (Admiraal) 5: Kleine Aurelia 6: Vanessa levana (zomergeneratie) 7: idem wintergenerarie. Uit: Bos en Reinders, Leerboek der Dierkunde, Wageningen 1884. van de dagvlinders op onze Sedum, onze Buddleia onze bloeiende heiplantjes! Een vlinder beleeft de wereld heel anders als wij, maar bloeit evenzeer als de mens op, als er weer eens een ouderwetse zomer komt met plenty koesterende zon, lauwe temperaturen en driftig bloeiende bloemen tuinen. Onze vakantiemaanden driekwart juni en driekwart september zijn voor de schubvleugeligen de hoogtepunten! Vlinders zijn net als wij onverbe terlijke optimisten. Het mag dagenlang re genen en waaien, maar als er een mooie dag volgt zwermen ze uit; ze komen zonne baden, wat milligrammen kostelijke honing opzuigen en wat energie opzamelen. U komt naar Zeeland om te relaxen, om eens enkele dagen vrijwel niets te doen? Best! Ga in een dijkberm liggen die niet bespoten werd, strijk neer op een bankje in een park, zoek een duinhellinkje aan de zonkant. Daar leert u de vlinders ken nen! Koop een determineerboekje over vlin ders wc drukken hierbij een blaadje af uit ons oude HBS-dierkundeboek. Er zijn prachtige albums van Jac. P. Thijsse over de bloemen en haar vrienden. Die houden gelijke tred met elkaar; in mei is dat al heel mooi te zien. In april vliegen ze uit: de citroenvlinders, de koolwitjes, de aurelia's; dan komen er een paar koude weken begin mei met noor denwind. Het wordt stil in de vlinderwe reld: de vroege „overwinteraars" zijn dood, hebben zich voortgeplant; de nieuwe gene ratie komt pas veel later in het jaar. Pop pen hebben overwinterd in borders, zachte gazons en overal waar de grond toegankelijk en beschut is. In menig schuurtje heeft de hele winter een samengeklapte vlinder ge hangen, die nu nog wat gaat zwerven voor het einde komt er zijn bejaarde mensen die dat ook doen. U kampeert, hebt een caravan of zo iets? Prachtig! De in de avond en nacht verlichte was- en toiletruimten waar deuren en ramen openstaan, zijn onweerstaanbare onderko mens voor de nachtvlinders, de uilen en de kleine motvlindertjes met hun door franje verbrede vleugeltjes. Kleine beeld houwwerkjes in dofbruin en zandgeel, met trillende sprietjes, sommige met bontman teltjes aan in beige/gele nuances. Neem een vergrootglas mee, bekijk ze eens goed! Laat ze leven! Neem op een wandeling de camera mee, maak een dichtbij-opname van die grote vlinder met dat fluwelen lijf die daar neer strijkt op een bloem in de berm. U weet zijn naam niet, wat geeft het? Er zijn oranje-lakrode strookjes onderaan de vleu gels met zwarte stipjes, er lopen oranje banden over de vleugels en daarbij sneeuw- De dagpauwoog, ook in Zeeland voorko mend: fluweelglanzend, 6 cm breed dier, bruin behaard lijfje, lange sprieten met witte punten, vier rozetten in onuitspreek baar mooie metaaltinten op de vleugels. Vang haar niet! witte plekjes op diepbruin. Een lange rol- tong daalt af in een lila bloempje, klaver of zo iets: dat duurt wel even en de kleu renfoto is gemaakt. Langs het riet zweeft snel een libel van wel 10 cm lang; het lijfje is variabel van dikte en daarop een lange rij kleurvlekjes in geelgroen, iets gevarieerd. Op de gele kop twee ogen als radarkoepels met nuancen fonkelend blauw, daaronder de kaken en de klauwen. Startklaar trillen de vleugels met de talrijke aderen en de zwarte her- kenningsstippen. Wat een prachtig dier, hangend aan een rietblad. Weg in een fractie van een seconde! Driftige haast! In de avond dansen tientallen kaneel- bruine motvlindertjes ballet boven een plekje gras waar die dag dagjesmensen hebben ge zeten, uit 'n plastic bakje een standaard- slaatje hebben gegeten, luisterend naar in geblikte muziek en radionieuws over mili taire machthebbers en werktijdverkortingen, sigaretten dampend en biertinnetjes achter latend. Ik ken de namen niet, noch van die vlinders noch van die mensen, maar ik houd van die vlinders. Er zijn legio vlinders die in warme zomerweken naar de kust komen om verkoeling te zoeken, vlinder- toerisme dus: net als de mensen. Zeilende kinderen met hun bonte Opti- mistjes en Piraatjes, windsurfers op hun „strijkplanken", kampeerders met hun fel gekleurde tenten: lijken ze niet op vlinders? Strijk neer bij de bloemen, haal de honing uit de mooie dagen, maak kennis met uw collega-zwervers, de echte vlinders! S. Z. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 19