EEEtlIHD
I I
DOI1SJOHG
Het is u wellicht bekend, dat de meeste
van onze vogelsoorten er tijdens hun voort-
plantingsperiode, een geheel andere levens
wijze op na houden, dan wat wij als nor
maal beschouwen. Wat is in dit verband
normaal? Het antwoord hierop is kort:
Het gedrag van de vogels!
Het behoort tot de typisch menselijke
trekjes om alles wat er om ons heen
gebeurt, vooral wanneer het zaken betreft
die met het buitengebeuren te maken heb
ben en die moeilijk verklaarbaar zijn, op
onze manier te beredeneren. De grootste
fout die daarbij steeds weer gemaakt
wordt, bestaat uit het vergelijken van
dierlijke gedragingen met ons doen en
laten. Daarbij wordt van allerlei dieren
zonder meer aangenomen, dat zij denken
en reageren zoals wij. Wat natuurlijk hele
maal niet het geval is.
Zo wordt bijvoorbeeld een hond als vals
of onbetrouwbaar betiteld, wanneer hij bijt
als men hem gehurkt probeert aan te halen.
Het instinct van het dier zegt echter, dat
iets wat op de achterpoten gaat zitten,
zich klaar maakt voor de sprong, dus in
de aanval gaat. Het dier zal eveneens
agressief reageren wanneer hij dapper is.
In het omgekeerde geval zal hij vluchten.
We kunnen ons uitstekend amuseren in
de dierentuin bij het apenhuis, waar de
meer of minder op ons gelijkende dieren,
door hun doen en laten in onze ogen voor
clown spelen. Het gebeurt echter meer
malen dat, wanneer de toeschouwers in
lachen uitbarsten, het dier plotseling a-
gressief wordt. Daarbij is het voor geko
men, dat hij door de tralies heen iemand
te pakken kreeg, met alle gevolgen van dien.
Uiteraard wordt een dergelijk gedrag
door de omstanders op geen enkele wijze
getolereerd. Wat ze niet begrijpen is, dat
ze zelf de schuldigen zijn. De aap was
op zijn manier rustig bezig en dan beginnen
ineens al die apen (mensen) te brullen en
laten hun tanden zien! Ja, wat doe je
dan als aap
Na deze zijsprong terug naar onze vogels.
Verschillende van hen vertonen, zoals ge
zegd, tijdens de broedperiode een geheel
ander gedrag dan in de rest van het jaar.
Het betreft hier vrijwel in alle gevallen
een aantal aangeboren handelingen, waar
door de soort zich middels voortplanting
in stand weet te houden. De grootste zorg
is daarbij altijd het nest met de eieren,
dat in deze periode centraal staat. Op
allerlei manieren wordt door de vogels
getracht de plaats daarvan voor belagers
verborgen te houden. Om dit te bereiken
wordt gebruik gemaakt van verschillende
afleidingsmanouevres.
Eén van de vogelsoorten, die in het
bovengenoemde uitstekend slaagt, is de ons
allen bekende Bergeend. Ondanks het feit,
dat zowel man als vrouw een uitzonderlijk
bont verenpakje dragen en daardoor in
combinatie met hun grootte in sterke mate
opvallen, slagen zij er meestal wonderwel
in om de belagers om de tuin te leiden
en zodoende de exacte plaats van het nest
geheim te houden.
Over het algemeen wordt voor de nest
plaats een konijnenhol gebruikt. Hierdoor
wordt het „nadeel" van het ontbreken
van een schutkleur opgeheven. Een enkele
maal wordt ook onder zeer dicht struik
gewas gebroed, of in door de mens aan
gebrachte betonnen buizen en dergelijke.
Om de nestholte te bereiken, wordt door
het wijfje een kruip-door, sluip-door tech
niek gebezigd, waarbij ze zich zo min
mogelijk bloot geeft.
Wanneer er rond een kreek of plas meer
dere nesten van Bergeenden liggen wordt
nog weieens gewerkt met een soort camou
flage door de massa. Een gehele groep,
bestaande uit een aantal paartjes opereert
dan als eenheid. Ieder wijfje wordt door
zo'n groep naar haar „landingsplaats" op
de oever gebracht. Dit gebeurt vrij onop
vallend, zodat het de minder goede op
merker ontgaat dat, wanneer de groep zich
van een bepaalde plaats verwijdert, er één
vogel minder is.
In het nest worden 10 a 12 eieren gelegd,
die na ongeveer vier weken broeden uit
komen. Alles bij elkaar moet zo'n nest dus
ongeveer zes weken verborgen gehouden
worden! Wanneer de jongen uit het ei zijn,
begeven de ouders zich met hen naar open
water, dat soms op geruime afstand van
het nest gelegen is. In deze optocht loopt
pa voorop, dan moe, daarna stuk voor stuk
de kleintjes, alzo een ganzenformatie vor
mend. De ouders beveiligen hun kroost
dus niet door er vóór en er achter te gaan
lopen, zoals we dat vaak bij o.a. Knobbel
zwanen zien.
De kuikens, die het tempo niet vol kun
nen houden, blijven achter en vallen dan
ten prooi aan de Zilvermeeuwen of andere
op een lekker hapje beluste dieren. In onze
ogen is dit een onbegrijpelijke zaak. Eerst
wordt alle zorg besteed aan nest en eieren
en wanneer er eenmaal jongen zijn, is er
van enige ouderliefde nauwelijks sprake.
Zo lijkt het tenminste.
De verklaring hiervoor is, dat vermoe
delijk de kleintjes reeds in hun eerste
levensuren worden getest op hun vitaliteit.
De zwakkeren gaan vroeg of laat toch
dood. Bij onze Bergeend wordt een eerste
selektie dus reeds snel toegepast, waarmee
niet gezegd wil zijn, dat er van de over
blijvende sterkeren geen meer sneuvelen.
Dit alles komt bij ons nogal barbaars
over, omdat bij de mens de zwakkeren met
pilletjes en drankjes in leven gehouden
worden. Dat was vroeger ook niet zo. In
de natuur heerst echter nog steeds het
recht van de sterkste. Alleen volledig ge
zonde dieren zijn in staat om zich te hand
haven en later weer voor een net zo vitaal
nageslacht te zorgen.
Als er in een bepaald gebied meerdere
Bergeenden-paren jongen hebben voortge
bracht, kunnen we nog iets ongebruikelijks
met betrekking tot de kinderzorg waar
nemen. Alle jongen uit zo'n gebied vormen
dan één groep en worden door één ouder
paar begeleid. De rest van de betrokken
ouders gaan hun eigen gang en kijken
niet meer naar hun kroost om. Zo kan
het gebeuren, dat we een paartje Berg
eenden waarnemen met soms wel veertig
of vijftig jongen, vaak van verschillende
ouderdom. Deze „kleuterklas" wordt door
de oude vogels weer wel zo goed mogelijk
beschermd tegen aanvallers.
Bergeenden zijn door hun prachtige kleu
ren en door het feit, dat ze gemakkelijk
in gevangenschap te houden zijn, zeer ge
wild als parkvogel. Wellicht ten overvloede
zij hier vermeld, dat deze vogels krachtens
de jachtwet volledige bescherming genieten
en dat het vangen en bejagen geheel ver
boden is. Nesten en eieren zijn om deze
tijd van het jaar niet meer te verwachten.
De troepen met jongen kunt u echter op
verschillende kreken en plassen nog wel
waarnemen.
Hopelijk heeft dit praatje een aantal
vragen beantwoord, die rijzen wanneer u
met Bergeenden geconfronteerd wordt.
TIPGEVER.
21