De drooggevallen platen in het Grevelingenmeer Plaatselijke gewaarwordingen. Mei 1971 werd het Brouwershavense Gat afgesloten. Tussen Schouwen-Duiveland en Goeree Overflakkee ontstond het Greve lingenmeer en sindsdien is er op, om en vooral over het uit de oude zeearm ontstane zoutwaterbekken een en ander te doen geweest. Terwijl het watertoerisme enthousiast be zit neemt van de nieuwe mogelijkheden en de natuur te land en te water zijn gang gaat, staat een uiteindelijke beslissing be treffende het zoet worden of zout houden van het binnenmeer nog steeds ter discussie. Daar het via het Volkerak aangevoerde Maaswater door middel van een spuisluis in de Grevelingendam het bekken van zoet water zou kunnen voorzien en de sluis in de Brouwersdam zowel zoet water zal kun nen spuien als zeewater inlaten, staan beide mogelijkheden open. Door het toenemend milieubewustzijn is de destijds in het Deltaplan opgenomen en vooral door de landbouw toegejuichte doelstelling als zoetwaterbekken enigszins in het geding gekomen. Uit natuurweten schappelijk oogpunt biedt een zout Greve lingenmeer zonder getij namelijk een unieke situatie waarbij bovendien de visserij gebaat zou zijn. Het is aan de plannenmakers uit te maken welke faktoren doorslaggevend zullen zijn voor een al dan niet zout Gre velingenmeer. Het laatste woord is nog niet gevallen. Wel zijn in de Nieuwe Inrichtingsschets van april 1975 duidelijke richtlijnen gegeven betreffende de hoofdfunkties van het gebied. De nadruk wordt hierbij zowel gelegd op een zoveel mogelijk spontane ontwikkeling van de natuur als op de mogelijkheid tot openluchtrekreatie. Aan deze rekreatieve funktie zal vooral langs de oost- en west oever van het Grevelingenmeer, Bruinisse, Brouwershaven, Scharendijke, de Kabbelaars- bank en Ouddorp, tegemoet worden ge komen. Van de bescherming en ontwikkeling van de natuur op de drooggevallen gronden in de Grevelingen kregen we een beeld tijdens een twee uur durende wandeling over de Veermansplaat, in gezelschap en met expli- katie van ir. M. van Nederveen van de Dienst der Domeinen. Na de definitieve afsluiting van het Brou wershavense Gat viel door het wegvallen van het tij een groot gedeelte van de zand platen en vooroevers permanent droog. Dit was o.a. het geval bij de Veermansplaat, Hompelvoet, Stampersplaat, Dwars in de Weg, Kabbelaarsbank en de Slikken van Flakkee. De drooggevallen gronden waren grotendeels (90%), eigendom van de Staat en vielen dus onder beheer van de Dienst der Domeinen. Ten behoeve van een goed beheer van het geheel werden partikuliere grondstukken w.o. een gedeelte van de oude Ambachts Heerlijkheid Grijsoord in de loop van de tijd aangekocht. In eerste instantie zag Domeinen zich gesteld voor een konserverende taak. Het voorkomen van afslag en verstuiving van de voor het merendeel uit zand bestaande gronden. Ernstige oeverafslag werd tegen gegaan door het storten van grindwallen, terwijl verstuiving zoveel mogelijk werd bestreden door het plaatsen van schermen en inzaai met zouttolerante gewassen. Uit de werkhaven van Zonnemaire werd met de „Horus", cén van de boten van Do meinen, richting Veermansplaat gekoerst om daaL het hele proces op de voet te kunnen volgen. Voor de bereikbaarheid van de ei landen zijn veerstoepen en steigers aan gelegd. Het hoogteverschil van de platen werd gehandhaafd en om de zandbodem te be houden werd nog in 1971 onder dekvrucht van goed tegen zout bestand zijnde graan soorten als rogger en zomergerst zout tole rant gras over grote oppervlakten machinaal ingezaaid. Er werd gebruik gemaakt van dezelfde techniek als op Flevoland. Men ging zelfs zover dat na inzaai, waarbij de grond nog losser was geworden, extra bescherming werd geboden aan de jonge plantjes door het insteken van banen stro, wat leidde tot het ontstaan van een soort micro-reliëf. Ondanks het feit dat het gras, wat schriel groeiend, nog steeds het ruitjespatroon van de machinale inzaai vertoont, kan het expe riment als geslaagd worden beschouwd. Het voornaamste doel, tegengaan van zand verstuiving, is bereikt. Daarnaast gaf het graan nog een matige weliswaar macro biotische opbrengst. Ook het plaatsen van schermen van rijs hout en wilgetakken op de grenzen van wel en niet stuifgevoeÜg zand was een 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 23