De kapper J. W. de Rijke in Tholen. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee. Een huisje op het terrein achter de Gast huiskapel in Tholen. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee. zoeken. Het is zo'n kapperszaak waarin de klanten nog op hun beurt wachten, terwijl ze zich intussen te goed doen aan de weldadige warmte van de kachel en de geuren die bij zo'n kapsalon thuishoren. „Vroeger," vertelt kapper De Rijke, die al zo'n drie en dertig jaar de Thoolse hoofden knap houdt, „gingen de mensen nadat ze geknipt of geschoren waren, weer zitten en bleven dan tot een uur of tien, half elf zitten. Eventjes relaxen bij de kapper. Dat kennen we nog. We hebben zelfs klanten uit Brabant, die zich hier komen laten knippen." Boven de kachel staat in een hoek van een schilderij geprikt de spreuk: „Uw kap per is de enige, die u jong houdt." „Zo is het ook," zegt hij, „ik zal er bij meneer (de fotograaf) de baard wel eens afhalen. Zul je eens zien hoe jong hij er dan uit ziet." 10 Intussen gaat hij rustig verder met de coupe van het hoofd, dat hij onderhanden heeft. Of hij weet hoe de Tholenaar is? Natuurlijk weet hij dat. Hij krijgt ze toch bijna allemaal in zijn zaak. Ook al komt hij dan zelf van Sint Maartensdijk en zijn vrouw van Scherpenisse. „Ze zeggen wel eens, dat de mensen hier stug zijn. Maar ik zeg altijd tegen de nieuwkomers. Weet je wat je moet doen? Ga in een vereniging. Dan leer je de mensen kennen. Wanneer je in je huis blijft zitten, komen ze heus niet naar je toe. Maar zo is het toch overal?" Hij vertelt over de vroege aardappels, waar Tholen beroemd om is: Dorées. Over de plaatselijke industrie: BH's en bokke- pootjes onder andere. „Vroeger", vertelt hij, terwijl zijn vrouw belangstellend en aanvullend het gesprek volgt, „hebben we hier veel visserij gehad. Maar de vissers zitten nu in Scheveningen en Zierikzee en zo. We hebben hier nu wel veel hengelsport. En veel mensen van buiten in de nieuwbouwwoningen. Het toerisme begint ook te komen, maar de meesten zitten dan toch in Stavenisse of in de jacht haven in St. Annaland." „De oudere mensen vonden het erg, die gemeentelijke herindeling vijf jaar geleden," vertelt hij. „Ze hadden liever Tholen als centrum gehad. Maar ja er waren totaal 54 raadsleden, waarvan er maar zeventien over konden blijven. En daar zijn er na tuurlijk veel van het eiland bij. Tja en zo kozen ze voor St. Maartensdijk." Smerdiek. Smerdiek zeggen ze op Tholen tegen St. Maartensdijk (3199 inwoners). „De smalle stede St. Maartensdijk", weer volgens Wes- sels. Er was daar vroeger een Kapoenhuis, gesticht door Frank van Borsselen, buiten de stad. Een instelling voor mensen, die gevaar liepen om in de stad door „de koortsen" besmet te worden. In het Ka poenhuis moesten twaalf oude mannen, een kapelaan en een dienstmeid opgenomen worden. Paus Sixtus de zesde bedacht, dat iedereen, die op St. Maartensavond iets offerde aan het Kapoenhuis, twee jaar aflaat kon krijgen. (Dat betekende twee jaar minder hellestraf in het hiernamaals). Dat sloeg wel aan. De angst voor de hel zat er wel in op St. Maartensdijk en daags na St. Maartensavond krioelde het op de dijk bij het Kapoenhuis van de lam meren, biggen, ganzen, hoenders, enz. Sint Maartensdijk zou daar haar naam aan te danken hebben: de dijk waar voor St. Maarten werd geofferd. Vroeger was Sint Maartensdijk een ei landje. Nu kun je er komen via Poortvliet, St. Annaland en Scherpenisse. Ook een pracht van een oude stad. Even buiten kun je zien waar het slot van Frank van Borsselen en Jacoba van Beieren gestaan moet hebben. Een enorme slotgracht om singelt een hypermoderne bungalow. En dat is een merkwaardig gezicht. Merkwaardig is zeker ook de Reyger- burgh. Een typische, stokoude hoeve, met ovale vensters waarin de ruiten langwerpig en vierkant bij stukjes en beetjes zijn in gezet. Werkt die uitzonderlijke boerderij op zich al als een magneet: trekpleister is ook het feit, dat daar de twee fietsende Zeeuwen Bella en Keetie Hage gewoond hebben. Keetie werd onlangs opnieuw we reldkampioene op de weg en dat is iets, vertelt mevrouw J. Hage - Bazen, waar de familie erg trots op is. De Tholenaars zijn niet wat je noemt erg sportief. De sport verenigingen zijn er in de numerieke min derheid, maar dat weerhield de dochters Hage er niet van om gedreven het eiland rond te fietsen. Zo hard en zo lang mo gelijk. De resultaten waren er dan ook naar. De boerderij staat al vele jaren op de monumentenlijst. Al toen we trouwden, dertig jaar geleden, herinnert mevrouw Ha ge zich. Maar voor restauratie was nooit geld en daar is het gebouw bikkelhard aan toe. Wij zijn toe aan een kop thee en halen die in de Stadsherberg van Smerdiek. Onder de kapstok hangt een bordje: „Wij zijn 's woensdagsmiddags gesloten na 14 uur. Tot ziens en onze dank". Via opnieuw kronkelweggetjes en met wat gezoek komen we hierna de dam weer over. Via St. Philipsland weer naar huis. Tot ziens en onze dank. Dag Tholen. Eigenlijk weten we na zo'n dag nog veel te weinig. De politicradio in de auto kraakt. Een stem zegt: „Het ligt in de bovenste la van het bureau." Maar daar vinden we zeker niet wat we nog allemaal van Tholen zouden willen weten. We gaan er van de zomer toch maar weer eens kijken Ineke van Loon. Haven van Tholen. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 10