Doornik
■.Wouden
z.
huidige kus
\JRomeinse heerven
~tnoe,rossen vz
hetkolenwoud-',
Maastricht
831/jj
bloedgeul, in Aardenburg gevonden: de cir
kels rond de tuit beschrijven leven en dood,
daartussen vloeit bloed. Zeeuws-Vlaanderen
herbergde de Meronii, de Merapii, de Belgae:
hun expansie viel samen met een over
stromingsperiode (die de geleerden de Duin
kerken-I transgressie noemen). Er komen
weer drie eeuwen met hoge vloeden, stor
men, doorbraken van de beschermende
strandwal, bedekking van het veen met
slib, zavel, klei en zand. De Kelten bouwden
hun huizen verder landinwaarts, gedeeltelijk
in de grond, van rondhouten stammen,
met een lemen vloer, de wanden versterkt
met aangelegde en opgestapelde stenen.
Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen van nu is
die eeuwen een waddengebied met geulen,
platen en kreken. Ga maar kijken op de
Roggen- en Vondelingenplaten: zo zag het
land er tóén uit! Duinen spoelden in eerste
aanzet weg, het zand vormde banken voor
de kust. Ga maar kijken op onze brede
vlakke stranden, het gebeurt daar nu alle
maal in miniatuur. Een lage heuvelrug in
zuidwest-Zeeuws Vlaanderen vormt de kust;
eeuwenlang stroomt zeewater erlangs, in en
uit het waddengebied. Rond 200 jaar voor
Chr. liep Duinkerken I ten einde en opnieuw
vestigden de Kelten zich in het maagdelijke
gebied dat begon droog te vallen. Vanwege
de mogelijkheden van jacht, visserij, oester
vangst, schapenteelt en primitieve landbouw.
Julius Caesar kwam 57 voor Chr. in de
buurt van Aardenburg om de Kelten en
de andere stammen te onderwerpen: hun
huizen waren niet moeilijk in brand te
steken. De Menapiërs aldaar wilden zich
niet laten overheersen; ze trokken verder
het wadden-, kreken-, moeras- en veen
gebied in. Caesar liet boomstamwegen en
veenbruggen aanleggen (ze zijn gevonden
bij waterleidingaanleg). Met hun machtzin
waren de Romeinen bouwers, veldheren,
veroveraars; geen cultuurdragers maar inge
nieurs en soldaten. De lage landen bij de
zee zijn tot het Christendom bekeerd door
de Kelten, eeuwen later.
De Romeinen hebben van Aardenburg
wellicht een militair steunpunt gemaakt en
een haven voor de overtochten naar Enge
land via het riviertje de Ee en de Zwin
monding. Langs de gehele Noordzeekust is
veel gevonden uit de Romeinse periode:
Aardenburg, Domburg, Westenschouwen en
Oudenburg (bij Oostende) hadden leger
plaatsen, castellae, heiligdommen en han
delsnederzettingen. De zee had een be
trekkelijk laag peil; er traden geen door
braken op. Vlaanderen en Gallië leverden
graan, gerst, tarwe, rogge en haver, vlas
en hennep. Zout uit zeewater, wol van
schapen, touwwerk: de legers hadden veel
nodig en de schepen voeren af en aan.
De Schelde stroomde noordwestelijk tus
sen Walcheren en Noordbeveland door, met
vele vertakkingen die veiligheid boden aan
de schepen bij slecht weer en waar vrach
ten van de Rijn werden overgeladen in
schepen voor Brittannië. Een Europoort dus,
net als nu. En nog tijdens die bloeitijd
vindt een reusachtige doorbraak van de zee
plaats, de Duinkerken II transgressie die
met haar gevolgen ruim drie eeuwen duurt
(250 6Ö0 na Chr.). Het water kwam tot
waar nu Brugge en Diksmuide liggen en
zette in de loop der tijden een zware
kleilaag af. Op de aangetaste strandwal
en enige hoge zandkoppen na wordt een
deel van West-Vlaanderen wécr een wad
dengebied; zo ook een groot deel van Zee
land. De gehele streek was onbewoonbaar,
het land kreeg een zwak golvend patroon
door verschillen in inzakken van de onder
lagen. Walcheren heeft aan zeezijde een
wat hogere rand, sporen van bewoning uit
het jaar 500 zijn er! De „postromeinse"
klei vormt de grondslag voor het huidige
landbouwareaal. Aardenburg en zovele an
dere vestigingen gingen onder water, nog
net aan de rand van de overstromingen.
En wécr trok de zee zich geleidelijk terug.
Wéér trokken de mensen langzaam west
waarts in het droogvallende land dat zo
vruchtbaar bleek te zijn. In Gent, het Kel
tische Gandia, werd in 639 de Sint Baafs-
abdij gesticht door St. Amandus. Brugge
wordt als grafelijke burcht vermeld in 892
en in die tijd was Gent al een koopmans
stadje met wegen naar het nieuwe land.
Er heersen tijdelijk orde en rust; het Fran
kische rijk streeft omhoog onder Pepijn
en Karei.
Zeeuws Vlaanderen was een eilanden
groep tussen Zwin en Schelde van welke
de loop veranderde. Men schreef over
14