hoefte, doordat ze heel wat sneller voeren dan de trekschuit van weleer. Jarenlang heeft ook een klein stoomscheepje het zogenaamde bargebootje een passagiers- dienst onderhouden tussen Middelburg en Vlissingen. Oudere Middelburgers en Vlis- singers zullen daar nog wel weet van hebben. De bij tijd en wijle neerslaande vette rook uit de schoorsteen moest men echter wel voor lief nemen. Inmiddels werd ook het spoorwegnet steeds verder uitgebreid. Tot op 23 decem ber 1863 het traject Roosendaal Bergen op Zoom was klaar gekomen, begon de Zeeuwsche Spoorbootmaatschappij een dienst van Middelburg naar Bergen op Zoom. Van daar af kon men dan verder per stoomtrein reizen. Toen echter in de zeventiger jaren van de vorige eeuw ook Zeeland een eigen spoorlijn kreeg, werd de stoombootdienst naar de Brabantse wal overbodig. De tijd van het „snelverkeer" was aan gebroken. Zo werden na 1880 in grote getale tramwegen aangelegd. Ze doorbraken in grote delen van ons land het isolement van het platteland. Ook tussen Middelburg en Vlissingen werd in 1881 een stoomtram- lijn geopend. Voor de pietjeswagen was toen geen plaats meer en in 1882 werd dat- wagenveer dan ook opgeheven. Ofschoon de tijd van het passagiers vervoer met zeilende beurtvaarders toen al lang voor bij was. lieten de zeilende beurt-vrachtvaarders zich niet zo maar verdrijven. Voor hen was de wind nog steeds een gratis krachtbron. Alleen de faktor tijd viel voor hen ongunstig uit in vergelijking tot de stoomvrachtschepen. Op 1 september 1880 trad de wet op de openbare middelen van vervoer in werking. Deze wet maakte een einde aan de diverse reglementen en verordeningen, waaraan het uitsluitende recht van vervoer, tot dusver gebonden was. Desondanks bleef het regelmatige vervoer van goederen door beurtschippers een be langrijke aangelegenheid. Ondanks de komst van spoortrein en stoomtram heeft het personenvervoer per stoomboot vanuit Middelburg en Zierikzee naar Rotterdam, zich zelfs nog tot de laat ste oorlog kunnen handhaven. Ik ben er van overtuigd, dat vele ouderen aan een tocht met de stoomboot naar Rotterdam vooral wanneer ook het weer meewerkte nog steeds een heerlijke her innering bewaren. J. P. van den Broecke. Bronvermelding. P. J. Bouman. Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw. W. Jappe Alberts en H. P. H. Jansen. Welvaart in wording. J. G. v. Dillen. Van Rijkdom en Regenten. I. J. Brugmans. Paardenkracht en mensen macht. I. J. Brugmans. Stapvoets voorwaarts. E. W. Petrejus. Scheepsmodellen. J. Vader. Oud Walcheren. M. H. Wilderom. Tussen afsluitdammen en deltadijken. Hildebrand. Camera obccura. J. P. B. Zuurdeeg. Oude steenwegen en paden op Walcheren (tijdschrift Land en Water). H. Klompmaker. Handel in de gouden eeuw. P. J. Blok. Geschiedenis van het Nederlandse volk. F. Behn. Uit de Europese Praehistorie. F. Bordes. Aan de wieg van de mensheid. J. Fuchs. Beurt- en wagenveren. H. M. Kesteloo. Domburg in woord en beeld C. Dekker. Zuid-Beveland. H. Meindert. Volg de weg der voorouders. (Tijdschrift Nederlandse Historiën). Staatsbosbeheer. Van voetspoor tot auto weg. (Bosbouw, voorlichting 10e jaargang 1). W. Polman - Kruseman. Zeeland van 1813 1913. J. ab. Utrecht - Dresselhuis. Wandelingen door Zuid- en Noord-Beveland. A. W. Bijvanck. De voorgeschiedenis van Nederland. Dr. W. A. van Es. De Romeinen. H. P. Moelker. De postwagendienst Hoorn- Buiksloot (Tijdschrift Nederl. Historieën). H. P. Winkelman. Geschiedkundige plaats beschrijving van Vlissingen. Foto: Johan Bcrrevoets, Zierikzee.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1976 | | pagina 24