Brugge: het Belfort en het hallegebouw (13de 15de eeuw): met weglating van de auto's, getekend op een terrasje aan de Markt. Voorbeelden van prima geslaagde winkel puien, van „opfrisbeurten" uitgevoerd door particulieren, van speurwerk en „opzoe kingen" naar verdere verbeteringen van de structuur van de (kleine) binnenstad, een diaprojectie van de Reie-sanering: dit alles is op zich al een bezoek aan Brugge waard, de aanpak van de „Expo Plannen en Ont werpen" is duidelijk: men wil de plannen en vooruitzichten voor de binnenstad ter kennis van de bevolking brengen. Dieper in het stadhuis een hal met deu ren naar de kamers der schepenen van Brugge; met schilderijen in romantische stijl en royale afmetingen van de ontvangst van Napoleon door de burgemeester van Brugge, van de val van Maria van Bour gondië van haar paard (1482); gezichten op het Zwin en andere. Er is een Mari tieme Zaal met documenten en platen van de voormalige haven van Brugge, met scheeps modellen, maquettes van uitwateringsluizen. Men vond de resten van een 14,5 m lang schip uit de zesde(!) eeuw, heeft dit op schaal gereconstrueerd, getuigd met razeil: voorloper van het Vikingschip. Weer geheel anders dan het schip van Utrecht uit die tijd, en subliem van vormgeving, misschien zal ik het eens gaan nabouwen als model. De Gothische Zaal, destijds vergader plaats van de stadsmagistraat, daterend uit eind veertiende eeuw en nog altijd in ge bruik, is een juweel van bouwkunst. De gewelfde zoldering; een dubbele rij hangen de houten spitsbooggewelven waarvan de ribben samenlopen tot twaalf gedecoreerde gewelf sleutels; de bogen die eindigen op zestien consoles langs de muren; de roman tische historische muurschilderingen van 1895 1905 met twaalf episoden uit de geschiedenis van Brugge, talrijke graven, predikers, helden, kunstenaars en geleerden, wapenschilden en namen: geen wonder dat deze zaal een rust- en studieobject is voor de toerist. Dat is het stadhuis van Brugge. Beneden de „diensten" en de „planningen" van van daag; boven een aantal fragmenten en epi soden uit de historie. In de Grote Zaal werd in 1464 de eerste vergadering van de Staten-Generaal der Nederlanden bijeen geroepen door Philips de Goede, hertog van Bourgondië. Op het kleine balkonnetje werden de officiële toespraken ingeleid door trompetgeschal van de stadsmuzikanten. Achthonderd jaar oud: het Sint-Janshospitaal Midden op de dag gaat vrijwel alles wat toeristisch de moeite waard is dicht. Geen bezwaar want er zijn legio eethuisjes met nét weer wat andere drankjes, gerechten en atmosfeer dan in Zeeland. De mosselen en oesters zijn dezelfde; er is meer keus uit bier, écht bier dan, geen computerbier maar brouwersbier. Plavuizen, antiek, don ker eiken, prettige bediening in alle rust; de opmerking van Isabella van Portugal, door Philips de Goede in 1429 aan de stad Brugge als zijn verloofde voorgesteld: er is hier geen huis, hoe klein ook, of men drinkt er uit zilveren bekers. Bij zijn hu welijk stichtte hij de Orde van het Gulden Vlies die nog altijd bestaat. Dat was op het hoogtepunt van de wel vaart en rijkdom van Brugge, stad die 150 handelsschepen op het Minnewater kon ontvangen, laden en lossen; stad die telkens probeerde open vaart naar zee te behouden; stad die geen bevaarbaar achterland had en geleidelijk overvleugeld werd door Gent, Antwerpen en leper; stad die vijf eeuwen na het graven van het zoveelste kanaal naar het Zwin het Boudewijnkanaal naar Zeebrugge opende om nieuwe industrieën aan te trekken, wat gelukte. Aan de Rozenhoedkaai nog 'n filter; dan naar het zo schilderachtige Sint-Janscom- plex zowat achthonderd jaren oud, binnen kort vervangen door een modern ziekenhuis aan de buitenkant van Brugge, nu nog hier en daar in gebruik als zodanig, maar al grotendeels ingericht als museum. Het eer ste reglement is van het jaar 1188. Hoeveel mensen zijn daar niet opgenomen, verzorgd, behandeld volgens de toenmalige genees kunde, verzorgd gestorven? De reeks por tretten der directeuren in een der vergader zaaltjes geeft een beeld van de herenmode in drie eeuwen; de nonnen en hun helpsters waren altijd eender gekleed, de patiënten in blauw-met-rode lange hemden. Deze zomer werd in de ziekenzaal een boeiend beeld getoond van de ziekenzorg: vitrines met de medische apparatuur van toen, portretten en documenten, boeken en schilderijen van eeuwen her. De in het zwart geklede pestmeester met masker en het lijk, in stroo gewikkeld voor de ver branding. De apotheek, de huiskapel, de prachtige stille kerk; de zolders waar me dicamenten werden bereid, veelal uit krui den en andere natuurprodukten. De schilder Hans Memlinc had hier zijn werkkamer, met twee vensters en uitzicht op de daken van Brugge, een klein witge kalkt sober vertrekje daarnaast. Men weet weinig van zijn herkomst: uit Medemblik (Memelinc heette dat toen)? Uit Magunciaco (Mainz)? Wie zal het zeggen? In 1467 kwam hij in Brugge opdagen; hij „won er aan gunst en vermogen", woonde er 27 jaar en trouwde met de dochter van Lode Val- kenaere. Hij is één van de laatste schilders van de zgn. Primitieve School en is nauwe lijks meer nagevolgd want spoedig daarna nam het classicisme, de navolging van de kunst uit de Oudheid de overhand. Biugge, de allerrijkste stad, was dé parel aan de kroon van de machtige hertogen van Bourgondië die talloze kunstenaars in dienst hadden. Memlinc's mooiste werken die hij hier vijf eeuwen geleden schilderde hebben het Sint-Janshospitaal nimmer ver laten. Met volstrekte zekerheid en gods vrucht geschilderd in een prachtig koloriet, altijd hier aanwezig in een hoek van de Grote Zaal, overladen met symboliek en mystiek, rust hier het werk van Meester Hans. Een half uur hebben we gezeten voor het grote drieluik „Mystiek Huwelijk van de H. Catharina van Alexandrië". Vol gens de experts schilderde Memlinc Maria van Bourgondië als de H. Catharina, haar moeder, Margaretha van York, als de H. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 14