Forel en het Veerse Meer (vervolg)
de prachtige schepen die werden gebouwd,
de turbines en de dieselmotoren die in de
machinefabriek groeiden.
Een andere wereld dan die in het eerste
boek, een modernere wijze van geschied
schrijving: de mens staat er centraal, niet
meer hetgeen hij bouwt. De stad en om
geving zoals die leefden met en beïnvloed
werden door dat grote scheeps- en machine-
bouwbedrijf. Een blik vanuit een Vlissings
De vorige keer in het september-nummer
hebben we het gehad over de vangmethodes
en de vangplaatsen aan het Veerse Meer.
Nu is mij gevraagd of ik een stukje wilde
schrijven over de gang van zaken, zoals
het nu te zien is.
De tweede week van november heeft de
jaarlijkse uitzetting plaats gehad en wel
aan de Veerse dam. Tot onze vreugde moch
ten we constateren dat de nieuwe lichting
zowel uit regenboog- als beekforel bestond.
Prachtige gezonde vissen, in hoofdzaak ver
tegenwoordigd door de regenboogforel. Voor
de goede gang van zaken zullen we nog
even het verschil tussen de beide soorten
noemen, aangezien gebleken is, dat iedereen
de kenmerken nog niet altijd weet.
De regenboog is vaak herkenbaar aan
een roodpaarse baan aan de flanken en
lichtbruin van kleur op de rug Deze forel
heeft vele donkere stippen op de rug en
het lijf. Het belangrijkste kenmerk: dui
delijk veel stippen op de staart en vinnen.
De beekforel heeft ook wel veel stippen
maar deze zijn op de flanken vaak rood
achtig en dan worden ze naar buiten
donker tot zwart. De beekforel heeft bijna
geen stippen op de staart. De rug is meestal
donkerder van kleur.
De Delta-federatie en O.V.B. getroosten
zich veel geld en moeite om deze vis-uit-
zettingen goed te doen slagen. Om de
vangstresultaten ongeveer te kunnen peilen,
worden er regelmatig tellingen en enquêtes
gehouden onder de vissers. Welk aas, wat
voor soort vismethodes en aantal gevangen
venster op de wereld-scheepvaart, de ma
chinebouw, de sociale omstandigheden, de
ontwikkeling van een klein landje als het
onze naar industriële topprestaties en dit
alles omlijst door de geschiedenis en de
veranderingen in Zeeland, de afgelopen hon
derd jaren! Wie van Vlissingen houdt koopt
dit boek, dat spreekt vanzelf!
S. Z.
vissen komen dan ter sprake.
Om wat meer van de verspreiding en
groei van de vissen te weten te komen
zijn er een aantal regenboog- en beek
forellen gemerkt met een klein groen plastic
plaatje. Tevens wordt aan de hand van het
aantal teruggemelde merkjes uitgerekend
hoeveel procent van de vis teruggevangen
wordt.
Let op: Het is van het grootste belang
dat de merkjes teruggemeld worden aan
de O.V.B. Het adres staat op de achterzijde
van de merkjes vermeld. Het nummer doet
dan tevens mee als lotnummer van een
verloting. Het is, nu twee maanden na de
uitzetting, diep treurig dat er nog maar
een dertig merkjes ingestuurd zijn, terwijl
er genoeg gemerkte vissen gevangen zijn.
Een dringend verzoek: Gemerkte forel
voorzichtig van merkje ontdoen (b.v. met
behulp van een tangetje) en vooral de lengte
opmeten, datum en vangplaats vermelden.
Tevens graag even vermelden regenboog-
of beekforel.
Dit alles kan belangrijke gegevens op
leveren voor eventuele latere uitzettingen.
Latere uitzettingen zullen dan misschien
weer wat meer verspreid plaatsvinden. Dit
jaar is alles op een en dezelfde plaats uit
gezet, omdat dan beide soorten onder ge
lijke omstandigheden gestart zijn.
Zoals gezegd heeft de uitzetting twee
maanden geleden plaats gehad. In deze pe
riode is er enorm veel gevangen. Vooral
de eerste weken was het helemaal geen
probleem ze te vangen. Ook hebben we
kunnen zien wat voor rare mentaliteit
men soms heeft. Je vraagt je dan af of
het nu sportvissers, potvissers of stropers
zijn, die hun hengeltje uitgooien. Ik kan
wel zeggen alle drie.
Het blijkt elk jaar weer, dat er direkt
na een uitzetting bepaalde duistere figuren
op het Veerse Meer afkomen, die men an
ders nooit ziet, maar als er winst in zit,
komen ze elke dag.
Wat doen deze stropers namelijk. Ze zijn
gewapend met een aantal kabeljauwstokken
en proberen er uit te sleuren wat er in zit.
Alle mogelijke gore praktijken die ze maar
kunnen bedenken, passen ze toe. Om te
beginnen: Het in de vergunning aangegeven
aantal van maximaal vier stuks, lappen
ze aan hun laars. Forel, al of niet aan
de maat, geeft niks, alles gaat mee naar
huis.
Is er dan geen controle op? Jazeker wel.
Maar als de vis in rioolbuizen, in struiken
of onder de stenen verstopt worden, dan
wordt dit natuurlijk al een stuk moeilijker.
Bovendien zijn er een aantal van die stro
pers, die elke keer als ze de vier vol hebben,
even in de auto stappen en ze dan weg
brengen. Even later zijn ze dan weer terug
en gaan vrolijk verder.
Dit zijn erg kwalijke praktijken en de
echte sportvissers worden er flink door be
nadeeld. Soms scheelt het niet veel of
sportvissers en stropers raken slaags. Deze
stropers presteren het soms wel om een
zestig vissen per dag mee te nemen, die
ze dan voor drie a vier gulden verkopen.
Een eenvoudig rekensommetje leert, dat zo
iemand een goed weekgeld verdient, n.l.
5 x 60 x 3,50 is 1050,Die enkele
keer, dat zulke mensen gepakt worden,
moesten ze ook overeenkomstig gestraft
worden en tevens volledige uitsluiting van
visrecht in enig binnenwater.
Een andere praktijk, die nog al eens wordt
toegepast is het vissen met maden. Er
wordt dan van tijd tot tijd een handvol
van dit spul over het water uitgestrooid
en dan wordt er gevist met een klein
loodje met een zijlijntje met een haakje,
beaasd met maden. Als er dan tien forellen
rondzwemmen gaan ze er ook alle tien aan.
Bij deze methode gebeurt het vaak, dat
de haak te diep is geslikt en als men
de vis dan weer wil laten zwemmen, moet
men de draad doorknippen. Zo hebben we
al verschillende vissen gevangen met twee
of drie stukken nylon uit de bek hangend.
Dit betekent voor die vis wel dat hij een
paar haken in zijn maag of ingewanden
heeft. Deze vismethode levert nog al eens
onnodig dode vis op.
Al deze methodes houden in, dat er nu
tegenmaatregelen overwogen worden.
Ie. Een gesloten tijd van 1 a 2 maanden
voor het hele meer of een gedeelte.
2e. Alleen toestaan van kunstaas met een
enkele haak gedurende de wintermaanden.
3e. Het verhogen van de wettelijke maat.
4e. Scherpere bepalingen in de vergunning.
Als er een gesloten tijd komt, is dit wel
weer ten nadele van de echte sportvisser,
aangezien die gesloten tijd dan wel in een
periode valt, waarin grote forel te vangen is.
Dat er nog steeds grote forellen te van
gen zijn, is de laatste tijd wel gebleken.
Menig forel van 50 tot ruim 70 cm zijn
er weer gevangen. Er is zelfs een gemerkte
forel van de uitzetting van 1968 gevangen:
een bewijs dat ze hier goed oud kunnen
worden. Hoe meer kleine forellen de kans
krijgen groot te worden, des te belangrijker
het viswater kan worden.
Een verhaaltje dat men helemaal van
Brussel of helemaal uit Groningen of uit
Hamburg komt, mag beslist geen reden zijn
om meer dan vier forellen mee te nemen.
We zijn beter met een behoorlijk aantal
ware sportvissers, dan met een stelletje
stropers.
Bedenk, dat men nergens voor zo'n lage
prijs zulke prachtige forel kan bevissen.
De vorige maal heb ik gevraagd om nylon-
resten thuis in de vuilnisbak te werpen.
Als ik de Veerse dam bekijk, lijkt het er
op dat dit nog niet erg begrepen is.
Tot slot wil ik graag de ware sport
vissers een goede vangst toewensen en
laten we eens proberen met elkaar een
beetje verbetering in de situatie te brengen.
Vele goede voorbeelden kunnen misschien
op de lange duur de slechte verdringen.
H. Knol.
25