Orgel in de Goese Grote Kerk
Van meer dan alleen historische waarde
Goes Zeeland Magazine gaat dit jaar zes orgels van Zeeland onder de
loupe nemen. Dat daarbij het orgel van de Ned. Herv. Maria Magdalenakerk
in Goes het eerste in de rij is, is niet zo vreemd. Het orgel heeft naast de
historische waarde van de kas, ook nu in de moderne tijd als instrument
grote betekenis. Het is niet alleen een lust om er naar te luisteren; het is
ook het bekijken meer dan waard.
Schrijven over het orgel van Goes wordt open deuren intrappen en „be
kende registers opentrekken." Onder andere de heer drs. J. H. Kluiver heeft
er uitgebreide studies over gemaakt en die gepubliceerd in het archief 1972
en 1973 van het koninklijk zeeuwsch genootschap der wetenschappen en in
de „korte geschiedenis van de Grote of Maria Magdalena Kerk, Kerkorgel en
Carillon" te Goes. Dit laatste boekje is alleen in de kerk verkrijgbaar.
Toch is het altijd nog de moeite waard om pratende met de organist van de
kerk, de heer Kees van Eersel, te proberen het principe van een orgel te be
grijpen. De toerist, die slechts voor een kort bezoek, de kerk binnenslentert om
een impressie op te doen van dit eeuwenoude bouwwerk zal daarbij zeker ge-
imponeerd worden door de luister en kleurenrijkdom van het gerestaureerde
instrument.
Geschiedenis.
Toen William Deakens een Engelsman
van geboorte, die zich in zijn latere woon
plaats Haarlem Willem Diaken liet noe
men in 1643 klaar was met de bouw van
het orgel in de Maria Magdalenakerk in
Goes, waren de kenners zo verschrikkelijk
enthousiast, dat ze hem niet alleen de over
eengekomen som van 6000 betaalden,
maar daarboven nog eens 2000 „verering".
Goes had het tot die tijd een poosje
zonder orgel moeten doen. Bij de brand
in de kerk op 11 september 1618, ging
het, waarschijnlijk uit 1555 stammende,
orgel verloren. In 1641 waren nog lang
niet alle kerkbestuurderen in Nederland het
er over eens, dat de kerkzang door orgelspel
begeleid zou moeten worden. In verschil
lende steden van het land, waaronder ook
Middelburg in 1640, werd dat echter inge
voerd en zo besloot de magistraat in Goes
om de Haarlemse orgelbouwer opdracht
voor de bouw van een orgel te geven.
In 1643 had het orgel 26 registers, ver
deeld over twee klavieren en een pedaal
(voetklavier). Van dat binnenwerk is prak
tisch niets meer over. Wel van de buiten
kant. Op de hemel boven het orgel, de
lofwerken, deuren en beelden na, is de kast
nog origineel.
Toen het orgel er eenmaal was, werd
het niet alleen voor kerkdiensten gebruikt.
De organist bespeelde het ook voor en
na de diensten en in de winter-, later ook
de zomer-maanden van zes tot zeven uur
's avonds.
Sinds de bouw is er heel wat aan het
orgel verbouwd, bijgebouwd en veranderd.
De eerste vernieuwing vond plaats in de
jaren 1704—1711, toen de orgelbouwer Ja
cob Cool(s) er een zelfstandig pedaal met
eigen registers inbouwde en een cornet op
het hoofdwerk plaatste, waardoor het een
nog beter begeleidingsinstrument werd. Bo
vendien werd het orgel verplaatst naar de
koorsluiting. Een te betreuren gebeurtenis,
vindt de heer Kluiver, omdat nu het fraaie
maaswerk en de omgang van de koorsluiting
Eén van de vergulde beelden op het orgel
front in de Maria Magdalenakerk te Goes.
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
De organist (Kees van Eersel) achter de
speeltatel. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee
door het orgel aan het gezicht werden ont
trokken. Intussen zorgde meester fijnschil
der Abraham Büsschop uit Dordrecht in
1711 voor een beschildering van de orgel
deuren. Deuren, die vroeger zeker een
functie hadden. Om het orgel te sparen
voor ongedierte werden zij alleen tijdens
de bespeling opengemaakt. De beelden, ge
maakt door de Goese beeldhouwer Jacobus
Bossenblij, bleven wel altijd zichtbaar.
In 1739 was het orgel kapot. Het werd
gerestaureerd door de Rotterdamse orgel
bouwer Francois Moreau. Zijn restauratie
bestond uit het „molliger" maken van de
toon van het orgel en de tongwerken
werden van een „kloeke en gladde aan
spraak".
De huidige hemel boven het instrument
dateert uit 1738. Zo'n hemel was nodig
om de afstand tussen orgel en kerkgewelf
te verkleinen, waardoor de orgelklank beter
gericht werd en de invloeden van zonlicht,
tocht en temperatuurschommelingen werden
tegengegaan.
Een kijkje in het interieur van het orgel.
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
5