Aardenburg: landbouwdreef aan de Sluisse straat.
Foto: A. P. Maas.
dat in de gemeente Westerschouwen in de
zomermaanden het aantal verblijfsrecreanten
ongeveer 12 maal zo groot is als het aantal
vaste inwoners van deze gemeente. Dat dit
legio problemen schept ten aanzien van
het gebruik van de ruimte ligt voor de
hand. De recreatieve druk in de Westhoek
van Schouwen is nu reeds dermate groot,
dat eerder aan stabilisering en afbouw van
de verblijfsrecreatieve mogelijkheden zou
moeten worden gedacht dan aan verdere
ontwikkeling van dit gebied.
De afsluiting van de Grevelingen maakte
van deze zee-arm een gebied waar met
handhaving van grootschalige natuurgebie
den betrekkelijk grote aantallen water
sporters en oeverrecreanten kunnen genie
ten. Ongewenste ontwikkelingen welke later
niet meer ongedaan gemaakt kunnen wor
den, dienen te worden voorkomen. Het be
leid dat ten aanzien van dit gebied in het
streekplan tot uitdrukking komt is erop
gericht niet alle potentiële recreatiegebieden
op korte termijn voor recreatief gebruik te
bestemmen. In de toekomst vindt wellicht
een verschuiving in het recreatiegedrag
plaats, waarvoor ruimte gereserveerd dient
te blijven. Bovendien is het beleid erop
gericht om grote delen van de oever vrij
van recreatieve activiteiten te houden, deze
dienen op enkele plaatsen te worden ge
concentreerd.
Het handhaven van de openheid in het
centrale deel van de Delta is een hoofd
doelstelling in het van kracht zijnde streek
plan voor Schouwen-Duiveland. Ook in het
toekomstige streekplan voor geheel Noord-
Zeeland zal het handhaven van de open
ruimte tussen het verstedelijkte gebied van
Rotterdam-Europoort en het gebied rond
de Westerschelde een belangrijke doelstelling
zijn.
De bemoeienis met de ruimtelijke orde
ning op provinciaal niveau beperkt zich niet
louter tot streekplanwerk. Tal van activi
teiten waarbij de provinciale overheid wordt
ingeschakeld zijn van invloed op het gebruik
van de ruimte, bijvoorbeeld bij de voor
bereiding van ruilverkavelingen, het traceren
van wegen en hoogspanningsleidingen, het
verlenen van (provinciale) ontgrondingsver
gunningen. Bij dit soort activiteiten, die in
bijna letterlijke zin het gezicht van Zeeland
bepalen, wordt nagenoeg altijd de Provin
ciale Planologische Dienst ingeschakeld voor
advies. Omdat deze dienst over informatie
beschikt over veel activiteiten die van in
vloed (kunnen) zijn op het gebruik van
de ruimte, kan de eventuele samenhang
en kunnen de consequenties van allerlei
plannen worden beoordeeld.
Gemeentelijke bestemmingsplannen dienen
door Gedeputeerde Staten te worden goed
gekeurd alvorens rechtsgeldig te worden.
Ook in dit geval dient de PPD van advies.
Deze dienst toetst de gemeentelijke plannen
aan het vigerend streekplan, voorzover dit
er voor het betreffende gebied is of anders
het gemeentelijk plan toetst aan het voor
gestane ruimtelijk beleid ten aanzien van
het betreffende gebied, welk beleid veelal
is vastgelegd in nota's.
Met de te verwachten groei van de be
volking als gevolg van industrievestiging in
Zeeland in de vijftiger jaren een toename
met ca. 200 arbeidsplaatsen per jaar, in
het begin van de jaren zestig reeds een
toename met ca. 1.000 arbeidsplaatsen per
jaar is niet alleen in de streekplannen
rekening gehouden. Ook de gemeentelijke
plannen speelden op deze ontwikkeling in.
Plannen voor de uitleg van steden nabij
of op relatief korte afstand van de indu
striegebieden werden ontworpen.
Het was in die tijd dat bijvoorbeeld Mid
delburg ging denken aan een nieuw woon
gebied aan de zuidzijde van het Kanaal
door Walcheren. Voorwaar een hele stap
voor een gemeente om een nieuw stadsdeel
te plannen aan de „overkant" van het ka
naal, toentertijd door slechts één beweeg
bare brug verbonden met de rest van de
stad. Het is curieus, dat de gemeente Mid
delburg op dezelfde plaats waar zij toen
een nieuw stadsdeel projecteerde in een
uit 1942 daterend plan op die plaats een
„landelijke arbeiderskolonie" had gepland;
illustratief voor de verschuiving van de
werkgelegenheid van landbouw naar indu
strie.
Het is in die tijd dat ook in de gemeenten
Vlissingen, Goes en Terneuzen grootschalige
plannen voor nieuwe stadswijken werden
ontworpen, waarvan gedacht werd dat zich
daar de werknemers uit de nieuwe zeehaven-
industrieën zouden vestigen. Het idee van
een dubbelstad Middelburg-Vlissingen en een
term als „Groot Goes" deden opgang.
Het groei-ideaal uit die dagen werd ge
steund door het feit, dat in 1959 een vijftal
Zeeuwse kernen tot ontwikkelingskern werd
aangewezen in het kader van de econo
mische structuurpolitiek van de regering;
Vlissingen en Terneuzen als primaire kern,
Goes, Zierikzee en Sint Maartensdijk als
secundaire kern. Met behulp van vestigings
premies werden bedrijven gestimuleerd zich
in een ontwikkelingskern te vestigen. Voor
Vlissingen en Terneuzen is dit beleid suc
cesvol geweest, voor de overige kernen in
wat mindere mate. De voorziene vrij forse
ontwikkeling van Vlissingen en Terneuzen
is dan ook realiteit geworden.
Inmiddels is de methodiek om de opti
male grootte van een kern te bepalen aan
zienlijk verfijnd. In 1975 is een door de
Provinciale Planologische Dienst samenge
stelde „Nota Bewoningspatroon" verschenen,
waarin Gedeputeerde Staten een algemene
filosofie geven over de ontwikkeling van de
spreiding van de bevolking. Deze nota is
inmiddels uitgewerkt in nota's per regio
waarin een voorstel wordt gedaan per ge-
12