Nieh off orgel. "I 1 De orgelkas was nog dezelfde, die voor de kerk in Brouwershaven werd gemaakt in 3 557. Hoewel de heer Kluiver bij zijn na speuringen nergens in de archieven heeft kunnen vinden dat het een Niehofforgel is, twijfelt hij er niet aan, dat Hendrik en Nicolaas Niehoff de bouwers waren. De kas lijkt erg op andere Niehofforgels in den lande. Zo heeft bijvoorbeeld het Niehoff orgel in Schiedam aan het hoofdwerk de zelfde frontindeling als het orgel in Brou wershaven. De Niehoffs waren vertegenwoordigers van een heel nieuwe stroming in de orgelbouw. Er werd afgestapt van het gebruikelijke orgeltype uit de vijftiende eeuw: een blok werk als hoofdwerk met een rugwerk van enkele afzonderlijke registers. Uit het zoeken naar nieuwe mogelijkheden ontstond een orgeltype, dat bestond uit een hoofdwerk met de prestanten, een bovenwerk met een rijke bezetting aan nieuwe registersoorten zoals wijde fluiten en tongwerken en een rugpositief als tegenhanger van deze werken met zowel prestanten als andere registers (naar J. H. Kluiver). Voor wie overigens interesse heeft in de geluiden die bepaalde registers voort brengen, was de tentoonstelling „De orgel pijp uit" in het Slot te Zeist (verlengd t/m 13 maart), een openbaring. Daar mochten de bezoekers zelf de afzonderlijke „pijpen bespelen" en verder werd nauwkeurig uit de doeken gedaan hoe een orgel precies werkt. Daarnaast werd een indruk gegeven van de enorme rijke historie, die Nederland heeft op orgelgebied en waarvan de vele historische orgels die nog in Zeeland te vinden zijn, een afspiegeling vormen. Van Hendrik en Nicolaas Niehoff is be kend, dat zij onder andere orgels bouwden voor de St. Lievensmonsterkerk in Zierikzee en voor de Maria Magdalenakerk in Goes. Beide orgels gingen bij brand verloren. Restauraties. De heer Kluiver neemt aan, dat het schrijnwerk aan het orgel het werk was van Adriaan Schalken en zijn zonen Jan en Cornelis, die met Niehoff samenwerkten. Mevrouw De Jonge, de kosteres van de kerk, wijst erop dat de kopjes onderaan het hoofdwerk erg veel lijken op de koppen in de Zuidhavenpoort in Zierikzee. Wellicht uitdrukkers van een toen heersende mode. Het instrument in het orgel, waarover geen gegevens bewaard zijn gebleven, werd na de reformatie, die in 1576 in Brouwers haven zijn intrede deed, de mond gesnoerd. In 1588 echter besloot de vroedschap om een schoolmeester-organist in dienst te ne men en ook rond die tijd werd het orgel gerepareerd en in ere hersteld, naar aan te nemen valt. Nadien volgde de gebruikelijke reeks van reparaties, die in 1746 uitmondden in een duchtige restauratie, waarbij ook de orgel deuren verdwenen moeten zijn. Restaurateur- was ene Jacobus Robbers uit Sluis en de heer Kluiver vermoedt dat ook in die tijd sleepladen met een fundamentenbord moe ten zijn aangebracht. Die restauratie was overigens hard nodig. De stad was in die jaren in verval geraakt en geld voor de reparatie van de kerk was er niet. Het dak van de kerk was waar schijnlijk zo slecht, dat in 1744 een nog bestaande kap boven het orgel werd aangebracht om het instrument tegen al te erge weersinvloeden te beschermen. Na Het hangende schip in kerk Brouwershaven. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee. V.l.n.r.: de dominee, de kosteres mevr. De Jonge en de heer Leendertse. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 6