De kosteres, mevr. De Jonge, toont het klavier van het orgel.
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
die tijd repareerden Frederik en Johannes
van der Weele het orgel nog eens. Dat
kosttte toen 470,95.
Vervolgens ging het mis. Eind vorige eeuw
was het orgel er slecht aan toe en toen in
1891 een storm ervoor zorgde dat het dak
van het orgelhuis werd gerukt kwam de
windvoorziening in moeilijkheden. Dat or
gelhuis of balgenkamer staat er nog steeds
en dat wijst erop dat het orgel altijd tegen
dat huis aan de westzijde van de kerk moet
hebben gestaan. Men kan zich voorstellen
hoe de orgeltrappers eeuwenlang in dat huis
hebben gezorgd voor voldoende wind om
het orgel te kunnen laten bespelen.
„Jammer, dat die balgenkamer niet in
ere is hersteld bij de restauratie," vindt
Kees van Eersel, organist van de Grote
Kerk in Goes, die met veel enthousiasme
het orgel in Brouwershaven heeft uitge
probeerd. „Je krijgt dan een betere toon-
vorming; zo'n orgel heeft grotere longen."
Overigens is hij wel te spreken over het
Brouwse instrument. „Het heeft veel kwa
liteiten", vindt hij, „al is het jammer dat
de restauratie niet nog later heeft plaats
gevonden. Tien jaar geleden dacht men
anders over de dispositie dan nu. Het is
nu een echt rampenfondsorgel geworden
met een twintigste eeuwse toonzetting. Wan
neer het nu gerestaureerd zou worden, zou
waarschijnlijk de dispositie, balgen en stem
ming uit de zestiende eeuw zijn gerecon
strueerd. Overigens klinkt dit orgel geweldig
door de fantastische akoestiek van de kerk.
Ik hoop echter wel dat het rugpositief er
zal komen."
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Samenwerking.
Na de storm van 1891 kwam ook de rijks
bouwmeester op de proppen, die het voor
stel deed het orgel te verkopen. Intussen
is het er weer. In 1968 werden de over
gebleven historische pijpen, de frontpijpen
gerestaureerd, het pneumatisch instrument
vervangen en het wachten is nu op de tijd,
dat ook het rugpositief weer volgebouwd
zal zijn.
Zoals gezegd, over de kleur van het orgel
valt te twisten. De oudere inwoners van
Brouwershaven waren gewend aan het fraaie
eiken van het orgel. Maar tijdens de orgel
bespelingen, wanneer in de kerkbanken
prachtige koperen kandelaars met kaarsen
prijken, moet toch ook dat rose een mooi
gezicht zijn.
De heer Kluiver: „In de orgelkas beschik
ken we over een schitterend voorbeeld van
de orgelbouwkunst van de familie Niehoff
uit het midden van de zestiende eeuw
Het is het resultaat van een gelukkige sa
menwerking tussen uiterst bekwame orgel
makers, schrijnwerkers en beeldhouwers,
wier werk na jarenlange ervaring tot een
grote synthese was gekomen."
Dispositie.
Nog wat technische gegevens over het
huidige instrument. In tegenstelling tot het
orgel van Goes, dat in principe een acht-
voetsorgel is, is het instrument in Brou
wershaven twaalfvoets van oorsprong. Dat
wil zeggen, dat de grootste pijp die te zien
is, twaalf voet lang is, de grotere tot en
met de zestien voets pijp staat achter het
front, waaruit valt af te leiden dat deze
niet in de originele dispositie thuishoren.
Het pedaal is aangehangen. Ook dat is
een nadeel, omdat de organist zo met het
pedaal altijd dezelfde registers bespeelt als
die hij voor het manuaal heeft opengetrok-
7