(XI)
Met eigen oog geschoten
Horizontaal:
2. Het meisje aan het slot knapt het
karweitje op (10).
10. Dit soort fraude is alleen overdag
te constateren (17).
11. Zulke tolken nemen risico's (7).
12. Vrome vrouwen verstopt in oorlostuig (8)
13. Deftige houding (9).
16. Iemand die vaak strooit (7).
18. Door slikken nauwer maken (7).
20. Gezwoeg op het ondermaanse (9).
21. Klinkende klap van een vogel (9).
22. Krachteloos zakken (10).
23. Koekjes club (5).
Verticaal:
1. Dit lichaamsdeel staat open voor
indrukken (10).
3. Schenkt vreugde en warmte (5).
4. Het meest wezenlijke is toch maar
een aftreksel (7).
5. In één woord: samen ballen (12).
6. Deze kleding is niet altijd vrij (6).
7. Symmetrisch landbouwwerktuig (4).
8. Dit zijn beslist geen buitenstaanders (11)
9. Groeiend tapijt (7).
10. Samen met vijf anderen pakte deze
vrouw iets weg (6).
In het vorige artikel stopten we bij het
landbouwmachine-kerkhof, ergens tussen Val
en Reuzenhoek. We vonden dat toen een
goede gelegenheid om van het romantisch
lijkende, in ieder geval middeleeuws aan-
14. Deze lijn is niet recht maar bekend
als cursief (7).
15. Russische haardrachten? (7).
16. Zanikpotje op het strand (6).
17. Europeanen zonder krullen (5).
18. Zulk bezoek kan bitter zijn, maar ook
zoet (5).
19. Naaldwerker (5).
OPLOSSING.
Horizontaal:
1. vannacht 5. nopje 8. sneeuwjacht
10. katjes 11. wijsneus 12. biesje
13. roerei 15. allooi 17. meetrillen
20. stootje 22. ladder 23. uitdelen
24. namaak.
Verticaal:
1. vandalisme 2. neepjesmuts 3.
afwassen 4. haarwortels 5. net 6.
postuur 7. even 9. hijskraan 14.
ellebogen 16. ingeven 17. mollen
18. indruk 19. adem 21. trek.
doende sfeertje van Huissenspolder weer te
belanden in het hier en nu.
Maar wij maakten de landelijke omweg
van enkele tientallen kilometers om voor
zaken van Hulst naar Axel te komen juist
om even van alle keiharde feiten los te
komen en de geestelijke accu weer wat bij
te laden langs de boorden van de Wester-
schelde, ter hoogte van zandbanken met
namen als Rug van Baarland, Gat van Osse-
nisse, Platen van Hulst, enz. Om alle kei
harde feiten eens lekker weg te laten waaien
door een verfrissende zilte wind en een
verdroomd aandoend landschap.
Dus vervolgden we onze weg en sloegen
bij genoemd landbouwwerktuigen-kerkhof
linksaf, voorbij schuren met rieten daken,
richting Reuzenhoek, Hoek van de Dijk,
Veer.
In de avondlijke rust ligt het er inderdaad
bij, zo zacht als een veer, een paar Zeeuwse
werkpaarden voor een stilstaande ploeg, de
rulle aarde, de flauwe bocht in de landweg,
het liefelijke huis met de blinden, gelegen
precies op de ronding, geelgoud peppelblad
als konfetti erom heen gestrooid.
Een wonderlijke naam voor de groep
kleine huizen, schilderachtig bij elkaar hok
kend tegen de dijk, Reuzenhoek. Je zou beter
van Dwergenhoek kunnen spreken, maar
vergeten doe je ze nooit. Het ene is blauw
gesausd, het andere geel, het derde rood.
En dan moeten we ons opeens nog haasten
ook, vanwege die afspraak in Axel. Dag
Hoek van de Dijk, Veer met je veertjes
sfeer, op naar Zaamslag.
Zaamslag en omgeving is eeuwenlang een
eiland geweest, dat door aandijking ten
slotte met het Land van Axel is verenigd.
In 980 wordt de „heerlijkheid Zaamslag"
reeds genoemd. Over de verklaring van de
naam bestaan twee lezingen. Volgens de
ene kwam de zalm er vroeger veel voor
en zou de naam eigenlijk Zalmslag moeten
luiden. De andere opvatting wil de naam
afleiden van het samenvoegen (zamenslaan)
van de verschillende polders.
Zaamslag eenmaal door, stuitten we op
de Otheense Kreek. Ten ZW splitst zij zich
in twee takken, die in O-richting gaan
en ten Z van Zaamslag weer bij elkaar
komen. Op de brug over deze zijtakken, in
de weg naar Axel, heeft men een magnifiek
wijd vergezicht over het slingerende water
met zijn rietkragen en naald-slanke popu
lieren op de oevers.
Axel dus, en opschieten geblazen.
We waren er al eens eerder en werden
bij één van die gelegenheden uitgebreid
rondgevoerd door de nieuwe eerste burger.
Iri vogelvlucht hebben we toen de sfeer en
de mogelijkheden van deze Zeeuws-Vlaamse
stad geproefd. Je verdiepen in de historie
ervan, zou een hobby op zichzelf zijn.
Wij kunnen niet verder gaan dan even
onze neus erin steken, er aan ruiken, diep
inademend, zoals je aan een bloeiende, geu
rende roos kunt doen. Die Mr. Leonard
Willems, werkend „Lid der Koninklijke
Vlaamsche Academie voor Taal en Letter
kunde", ja dié.
Dat was een pluizer, beroepshalve al. Die
vond tijd en schonk serieuze aandacht aan
één van de vele facetten van Axel. Die
schreef een verhandeling over de Axelsche
Rederijkersgilde van Sinte-Barbara en haar
Deken Jacob de Hondt (14871529).
Even de neus in die oude middeleeuwse
stamroos?
Reeds op het einde van de 15e eeuw be
stond te Axel een rederijkersgilde, over het
ontstaan ervan en verdere geschiedenis wij
bitter weinig bescheiden bezitten. Maar wij
weten dat zij in 1496 deelnam aan het
groot Landjuweel van Antwerpen. Zij kwam
met het twaalfde lot aan de beurt om te
spelen. Zij vertoonde „dat Godt mensche-
lick vleesch ontfinck". Daarvoor won zij
twee schalen en een rozenhoed.
Wij weten ook dat zij op 20 april 1539
deelnam aan het refereinfeest, door de Fon-
teijne te Gent ingericht. En enige weken
19