Zeebaars, een sportvis
apart
De „Wagenhuizen" van het karrenmuseum „De Kiekenhoeve" te Essen staan vol met
vervoersmiddelen uit grootmoeders tijd. Foto van de schrijver.
„Platte" vrachtrijderswagen, ook wel gebruikt voor personenvervoer. Foto van de schrijver.
Het is al weer begin mei geweest en
de eerste geep en zeebaars zijn dit jaar
al weer vroeg gevangen.
Zeebaars mag misschien één van de min
der bekende vissoorten aan onze kust zijn,
maar de vissers die deze vis al eens aan
de hengel gehad hebben, weten hem zonder
meer goed te waarderen. In zeer veel
hengelsportboeken en boeken over het zee
leven wordt hij als zeldzaam bestempeld.
De sportvissers, die ervaring met deze vis
hebben weten wel beter, alhoewel ze er
het ene jaar meer zijn dan het andere.
De zeebaarzen-familie bestaat uit velerlei
soorten; er zijn soorten die een paar
honderd pond kunnen wegen. Onze soort
is bescheiden van afmeting, maar toch
ook een felle vechter.
en elegante dameskoetjes staan er wat nuf
fig bij een grote grove brouwerswagen met
biertonnen.
Het is inderdaad „vergane glorie". De
nadruk ligt nog op het laatste woord, maar
sommige wagens vertonen al bedenkelijke
symptomen van het eerste.
„U heeft gelijk" zegt meester Tireliren
als we op de toestand van sommige karren
zinspelen. „Wij Vlamingen handelen eerst
en dan denken we. We zouden aan de con
servering van de wagens moeten denken,
maar als we daar lang bij hadden stil
gestaan, was het karrenmuseum er nooit
gekomen. Ik zit wel voor honderdduizend
in de schuld, maar er waren zoveel mooie
karren! Wij konden ze natuurlijk niet kwijt
in ons Heemkundig museum, dat op de
zolder van het gemeentehuis is gevestigd.
Die Kiekenhoeve was een uitkomst!"
Meester Tireliren kan niet alleen boeiend
vertellen over de hoge tweewielkarren, die
de boeren tot 1880 gebruikten, over die
vaste vierwielers, die je na 1900 in de land
bouw zag. Zoals gezegd: meester Tireliren
is ook wel te vinden aan de ronde „heksen-
tafel" voor de open haard van de Kieken
hoeve.
Hij zit dan vol van verhalen over „hekserij
in Brabant" geheimzinnige zwarte katten,
toverij, bijgeloof uit de streek. Hij heeft
zijn honderste lezing over „op de grens
van geloof en bijgeloof" er al lang op
zitten, hoewel hij van dat woord „lezing"
niet wil horen: „Ik speel toneel, ik doe ook
aan „belezen": een ouderwetse geneeswijze.
En uit mijn gehoor weet ik altijd wel een
dame aan te wijzen, die een „heks" is.
Dames die aan reumatiek lijden genees ik
door ze te belezen," zegt meester Tireliren
met een knipoog, „als ze het geloven ten
minste". „Een kwart van onze bezoekers
komt uit Nederland", zegt Alfons Tireliren.
Hij was er niet weinig trots op dat de
BRT-televisie destijds bij hem een drietal
karren kwam lenen voor opnamen van „De
Loteling" van Hendrik Consience.
Het is bij Tireliren folklore en karren
wat de klok slaat.
„Een mens moest meer geld hebben," ver
zucht de conservator van het Heemkundig
en karrenmuseum, want hij zou nog meer
materiaal ook uit Zeeland willen
aanschaffen. De paters Norbetijnen hebben
de gemeente Essen wel de Kiekenhoeve na
gelaten, maar waarschijnlijk geen budget
om er een openluchtmuseum van te maken.
Joris van Hoedekenskerke.
We kunnen deze vis vangen van ongeveer
half mei tot oktobernovember. Dit wil
nog niet zeggen, dat we ze eerder of later
niet tegen kunnen komen. De allerbeste
vangtijd is eind mei en de maand juni
met in september goede kansen op de
zware exemplaren.
Onze soort heeft een witte buik, zilver
kleurige flanken de rug is lichtgrijs tot
25