H P HQ 1GP369 CP 368' OP 367: WU.hf.ja ijroko i d Z oute POWER '$fS. De kuststrook die we tegenwoordig nog „Het Zwin" noemen. Damme graven, maar de verondieping was niet te stuiten. In 1522 werd met instem ming van Brugge de polder van het Zwarte- gat bedijkt. Afsluiting van het Zwartegat zo dacht men zou een gunstige in vloed hebben op de bevaarbaarheid van het Zwin. Maar ook die hoop bleek ijdel, waarna de dijken van de nieuwe polder weer werden doorgestoken. Omstreeks het midden van de vijftiende eeuw bleek de verondieping van het Zwin zo ver gevorderd, dat toen de haven van Sluis tijdens hoog water nog slechts voor grotere schepen bereikbaar was. En nog gaf Brugge de strijd niet op. Het stadsbestuur stelde in 1470 een com missie in om plannen op te stellen tot verbetering van de vaarweg. De commissie legde vier verschillende plannen op tafel. Besloten werd een kanaal te graven van Coxijde naar de Passegeule ten zuiden van Oostburg. In 1501 werd met de aanleg begonnen. Het Brugs Ghedelf, zoals men het kanaal noemde, werd in 1505 voltooid, waarna ook het Zwartegat opnieuw werd afgedamd. Alle inspanningen en geldelijke offers ten spijt, bleek het Ghedelf evenmin aan de verwachtingen te beantwoorden. In 1566 liet Brugge nogmaals een nieuw kanaal graven om Damme heen, de zoge naamde Zoete vaart, die echter in 1594 weer bij Sluis werd afgesloten. Als vaarweg bleek het Zwin op geen enkele wijze meer te redden. Omstreeks het midden van de achttiende eeuw was Sluis niet meer voor de zeescheepvaart bereikbaar. Overal wer den schorren bedijkt en in 1873 werd door de bedijking van de Willem Leopoldpolder het Zwin definitief van het buitenwater afgesloten. De plannen van Napoleon. De plannen van Napoleon om Duinkerken door middel van een kanaal in verbinding te brengen met de mond van de Wester- schelde bij Breskens, kwamen in 1808 tot uitvoering nadat in hetzelfde jaar de aan besteding had plaatsgevonden van het te graven kanaal Brugge Sluis Breskens. Om de voortgang van het werk zoveel mogelijk te bespoedigen, liet Napoleon er duizenden Spaanse krijgsgevangenen te werk stellen. Ze schijnen er onder de meest barre omstandigheden hun slavenarbeid te hebben verricht. Velen van hen kwamen er van kommer, ziekte en ellende om het leven. Enkele malen schijnt Napoleon de voortgang van het werk te hebben geïn- spekteerd. Het werk begon tussen Brugge en Damme, waar men het kronkelend verloop van de oude stroombedding door een recht kanaal gedeelte verving. In Damme werd het kanaal vervolgens dwars door de oude markt heen gegraven. Van Damme af groef men over een afstand van ongeveer 4 km weer een recht kanaalgedeelte, waarna de Varssche vaart werd gevolgd tot bij het fort St. Donas. Toen Napoleon ten val kwam, was het kanaal nog op geen stukken na gereed. Verdere voortzetting van het werk zag men in 1814 echter niet meer zitten. Ergens in de buurt van Hoeke lag het voorlopige eindpunt. Erg zinvol was dat besluit nu ook weer niet, maar na de Franse over heersing viel er wel wat anders te doen dan de aanleg voort te zetten van een kanaalplan van een inmiddels verbannen vorst. De Zwinstreek omstreeks de dertiende eeuw. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 24