Daar gaan ze danin originele
klederdracht en prachtig rijtuig.
De wagen deed niet alleen dienst bij
personenvervoer, maar werd ook gebruikt
bij het vervoer van kleingoed als boter,
eieren en kaas. Donderdags gingen de boe
ren er met hun monsterzakjes mee naar
de beurs. De wagens konden zowel door
één als twee paarden worden getrokken.
Dankzij een vakkundige reparatie, eigen
lijk meer een restauratie, door de heer
A. P. Plaum uit Zierikzee, ziet het exem
plaar uit de verzameling er weer uit als
een plaatje. Zwart zeildoeken kap, blank
gelakt hout en een in dit geval bruin
gecapitonneerde bekleding zijn in authen
tieke staat.
Dos a dos.
Van de dos a dos of dogcart, in goed
Nederlands dogkar genoemd, zijn twee
exemplaren in de verzameling aanwezig.
De Franse benaming zegt het al, de vier
personen die het wagentje plaats biedt,
zitten twee aan twee met de rug naar
elkaar toe. Het gaat om een eenvoudig
open rijtuigje; een rechte bak rustend op
vier elipsveren met onder de zitplaatsen
een geventileerde opbergruimte. Deze werd
bij de jacht gebruikt als onderkomen voor
de honden en de bagage.
Het verhaal gaat, dat op Schouwen-
Duiveland ook de biggen op deze manier
werden vervoerd, wat een schreeuwerig
voertuig moet hebben opgeleverd.
De dos a dos of dogcart, eigenlijk zijn
er kleine onderlinge verschillen te maken
bij deze benamingen, komt zowel in een
twee- als vierwielige versie voor. De wa
gentjes uit de kollektie zijn tweewielig en
hebben ook de typische achterklep, die in
neergeklapte toestand een voetensteuntje
voor de passagiers oplevert.
Buggy.
De bekendste wagen op Schouwen was
wel de Tilbury, vooral bij de landelijke
bevolking in trek, maar in de kollektie niet
aanwezig. Dit rijtuig heeft zijn naam te
danken aan de bekende Engelse rijtuig
bouwer.
Wel aanwezig is een rode buggy, die
ongeveer dezelfde plaats innam bij het
plattelandsvervoer. Ze worden ook wel
Franse Tilbury genoemd. Het zijn twee
persoons wagentjes met een leren kap.
Zeer geschikt voor ritjes bij mooi weer en
voorzien van een laagliggende ruime bak,
die door dames, kinderen en ouderen mak
kelijk te bestijgen valt.
Vaak zijn ze in lichte vrolijke kleuren
gelakt. Het Engelse rijtuigje, praktisch al
tijd, ook in dit geval tweewielig, ziet er
dan ook vrolijk uit en is bijzonder geschikt
voor plezierritjes.
Demi-tonneau jachtwagen.
De demi-tonneau is van Tholen afkomstig.
Het is een zeldzaam rijtuigje, dat vooral
in België werd vervaardigd. Een chique
rijtuig voor zomers weer en dus zeer ge
schikt voor het „speleriejen". Dat zal dan
ook zeker gedaan zijn met dit wagentje van
rond 1900.
De kleine, uit Duitsland afkomstige
jachtwagen of Selbstfahrer, belandde via
Groningen op Schouwen. Het werd natuur
lijk gebruikt voor de jacht en heeft een
grote broer aan de gewone jachtwagen.
De kleine jachtwagen wordt ook wel
een zomerwagentje genoemd. Ze komen voor
in veel uiteenlopende modellen. Vaak heb
ben ze geen portieren en geen dak.
Het exemplaar van de heer De Vrieze
is inplaats van het geijkte blanke hout,
groen geschilderd. De bok biedt plaats aan
twee personen, evenals de achterbank. Bo
vendien is een klein bankje voor kinderen
aangebracht en is de wagen boven de
achterbank van een kap voorzien. De jacht
wagen kwam veelvuldig voor, maar was
op Schouwen-Duiveland geenszins algemeen.
Barouchette.
„Last but not least" de Barouchette, een
dure wagen, destijds in gebruik bij de rijke
boeren en de gegoede burgerij. Het betreft
in dit geval een soort tentwagen, maar
met gebogen bak, op ellipsveren en van
zijportiertjes voorzien.
Het is een zwaarder type wagen. De
Barouchette uit de verzameling hoort te
worden getrokken door twee paarden. Bij
de aanschaf in 1969 zat er geen bekleding
en ook geen spatje verf meer op. Na een
opknapbeurt, schoonmaken, verven en ver
nissen, pronkt de wagen nu weer in al
zijn glorie; bordeau-rood en zwart met een
witte belijning.
Er zijn verschillende gegevens van de wa
gen bekend. Het rijtuig werd rond 1860
gebouwd door de rijtuigmaker R. Peil, ge
vestigd te Dordrecht en kwam in bezit
van dokter Johannes Moolenburgh. Met het
rijtuig bezocht de arts patiënten en familie.
Hij woonde ter hoogte van het standbeeld
van Jacob Cats op de Markt te Brouwers
haven, was vrijgezel en liet zodoende na
zijn overlijden het rijtuig na aan zijn
17 jaar jongere zuster Johanna Catharina,
die in 1892 uit Zonnemaire vertrok. Het
rijtuig bleef op Schouwen-Duiveland en
werd pronkstuk van de beschreven ver
zameling.
Vermeldenswaard is misschien nog het
feit, dat de Schouwse riemwagen, verbas
terde naam „riewaegen", op heel Schouwen
niet meer te vinden is. Van deze originele
Schouwse boerenwagen bevindt zich het
waarschijnlijk enig overgebleven exemplaar
in het Openluchtmuseum te Arnhem.
13