Zomermaanden slechte tijd voor platvis Tekst en tekening: H. Knol. Vooral de maanden juli en augustus hebben aan zee de naam slechte vangst maanden te zijn. Deze periode is tevens de toptijd voor de vakanties. Onder de vele vakantiegan gers zullen ook zeer vele visliefhebbers zijn. Zowel vissers, als de liefhebbers, die graag eens een heerlijk zeevisje uit de pan willen proeven. Van deze vissers zullen velen van oor sprong zoetwaterhengelaars zijn en dus min der goed met de mogelijkheden van de zeevisserij op de hoogte zijn. Dikwijls wor den de zaken dan gecombineerd. Moeder en de kinderen proberen wat zonneschijn om te zetten in een bruine kleur en vader een eindje verderop in een poging een visje te vangen. Bij deze gang van zaken zullen de re sultaten dan over het algemeen erg mager zijn en dat enkele visje dat dan nog ge vangen wordt, is dan ook nog ver onder de wettelijke maat. We zullen het dan nog maar niet over de zwemmers hebben, die in de buurt lawaai maken of een poging doen door de lijnen te zwemmen. Doe het in deze tijd van het jaar eens anders en ga er eens een keer 's avonds op uit om een gokje op de platvis te wagen. Zoals verder in dit verhaaltje zal blijken, kan deze wijze van vissen erg interessant en succesvol zijn. Ga bij voorkeur 1 a 1V2 uur voor donker eens aan het water staan en blijf dan eens een paar uurtjes met donker. Om te be ginnen moeten we een keuze maken tussen een stuk zeedijk of het strand. Is de keuze op een stuk zeedijk gevallen, probeer dan een getij uit te zoeken, zodanig dat hoog water omstreeks begin donker of 1 a H/2 uur voor of na donker valt. Bij het kiezen van een dijk is het raad zaam bij daglicht de omgeving te verkennen en te kijken of er niet te veel stenen of gladde plekken zijn. Als er een mossel perceel aan een dijk is, even goed kijken waar de boompjes staan, anders zitten we op vis te wachten met het aas in de bomen. Ikzelf geef de voorkeur aan het strand. Dit loopt veel gemakkelijker en we hoeven ook niet zo op te letten, waar we lopen. Hier komt nog bij, dat ik de kans op een paar mooie tongen aan het strand groter acht, terwijl aan de dijk volgens mij de kansen voor de paling weer wat hoger liggen. Voor de strandvisserij is het raadzaam om een getijde uit te zoeken, zodanig dat juist laag water rond de duisternis valt. Deze zelfde getijden 's morgens 1 a IV2 uur voor het licht wordt, komen ook in aan merking. Deze richtlijnen willen nog niet zeggen, dat er met een ander getijde geen kans op succes is. Vanaf het strand hebben we de keuze of we van een strekdam of van het zand af willen vissen. Wie een kleine hengel heeft, of niet ver in kan werpen, kan beter vanaf een strekdam vissen. Het is dan raadzaam nooit recht voor deze dam te werpen, omdat deze dammen veelal nog een stuk onder water door lopen. Bedenk bij deze visserij aan zee, dat een spinhengel nog geen zeehengel is. Ik wil hiermee het volgende even aanhalen. Dikwijls zien we dat er met een spinhen- geltje een brok lood van 50 gram of meer wordt geworpen. Dit is een pure moord aanslag op de hengel, daar zijn ze niet op berekend. Menige spinhengel sneuvelde al bij zulk gebruik. Wie een lange strandhengel heeft en een worp van 80 a 100 meter in zijn mars heeft, kan net zo goed vanaf het zand vissen. Zo'n lange afstand is niet altijd noodzaak. Het gebeurt menigmaal dat de vis slechts op enkele centimeters water zit. Een gemak bij de strandvisserij is het gebruik van lieslaarzen of een waadpak, dan kunnen we de vis een stukje tegemoet komen of bij het werpen een aantal meters winnen door een eindje het water in te lopen. Bij het gebruik van deze hulpmid delen gebeurt het wel, dat we de vis vlak voor onze voeten weg zien schieten. Is dit het geval, probeer het dan eens niet zo erg ver weg. Vooral aan het strand kan zo'n avondje erg sfeervol zijn en het is er dan heerlijk rustig. Slechts enkele late wandelaars, die dan ook nog even belangstellend naar de vangst informeren. Deze vangst kan heel interessant zijn en menigmaal bestaan uit vele verschillende soorten vis. Meestal zijn het al gauw 3 a 4 verschillende soorten, maar ik heb het ook wel eens gehad, dat het 6 verschillende soorten in één keer waren. Hieronder wor den dan b.v. geen puitaal of zeedonder- padden gerekend. Onder de meest voorko mende vissoorten kunnen we de volgende een hele goede kans geven. Tijdens het laatste daglicht kunnen we nog wel eens een paar scharretjes verwach ten. Als het eenmaal echt donker is, wordt er geen schar meer gevangen. Schar is een uitgesproken dag-vis, die het van zijn ge zichtsvermogen moet hebben. De tweede mogelijkheid is de kans op een paar leuke schollen. Dit zijn de plat vissen met de duidelijke oranje vlekken. Deze is zowel bij daglicht als bij nacht te vangen, hoewel de meeste bij daglicht of schemer in de vangst zullen zitten. De derde klant is de bot. Deze wordt nogal eens gevangen als er regelmatig heel langzaam wordt ingedraaid (het aktieve vissen). De bot is erg ruw op de rug en heeft soms wel enkele roestbruine vlekken op de rug. De onderkant is vuil-wit, soms met bruine vlekken. De vierde platvis is de tong en waar schijnlijk ook de meest begeerde, vanwege de goede smaak. Over deze vis straks wat meer informatie. De vijfde vis is de paling en de meest bekende, omdat deze bijna in elk water te vinden is. De zesde is de zeebaars en ook een heel hoog gewaardeerde vis, niet alleen omdat het een harde knokker is, maar zeer zeker ook omdat het een hele lekkere vis is. De kansen op deze vis zijn wat kleiner dan de andere genoemde vissoorten, maar 1 a 2 op een avond zit zeker in de mo gelijkheden. Dit jaar zit er nog een goede kans in, dat er een gulletje van ongeveer de wette lijke maat als zevende boven water komt kijken. De tong zou ik wat ruimer willen be spreken, omdat deze voor vele hengelaars wat minder goed bekend is. Wat vorm betreft is de tong al aardig anders dan de andere genoemde platvissen. Hij of zij is van voren rond met een baardje en loopt naar achteren smal uit. De bek heeft een vreemde vorm vergeleken met onze andere platvissen. De wettelijke maat is 24 cm en de max. lengte wordt geschat op een 60 cm, bij een gewicht van ongeveer 3 kg. De grootsten, die ik gezien heb, waren 50 tot 53 cm, bij een gewicht van 1200— 1750 gram. De vissen kunnen 18 a 20 jaar worden. De meeste vissen die aan de hengel 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 30