De trek van Zeeuwen
naar het wilde westen
(Vervolg)
Fragment van een spotprent op de aankomst der^f?^eidenen
Amerika (1846). Uit v. d. Does, De Afscheiding.
in
het nu echt eens moet weten, is et iets
te vinden.
Oudere boeken en tijdschriften uit onze
eigen collectie staan in het magazijn. Denk
maar eens aan alle jaargangen van de
Blauwe Wimpel. Lectuur voor de liefhebbers
om van te smullen.
Als een publicatie niet in de eigen biblio
theek aanwezig is, dan kan deze publicatie
altijd elders aangevraagd worden.
Deze keer heb ik me beperkt tot het
aankondigen van een nieuw tijdschrift en
u verder wat ideeën aan de hand gedaan
waarmee u zelf verder kunt werken en
studeren.
We zijn de gehele dag geopend van
8 tot 5 en op vrijdagavond van 79 uur.
In juli en augustus zijn we op vrijdagavond
dicht, want dan hoort u op of in het water
aanwezig te zijn.
Voorlopig zoekt u uw troost maar bij
onze boeken en tijdschriften.
Tekst: J. P. van den Broecke.
De Nederlandse landverhuizers.
Tussen de jaren 1831 en 1856 vertrokken
uit Nederland ruim 7600 gezinnen naar
Noord-Amerika. Ze verlieten ons land zowel
om ekonomische, als om godsdienstige re
denen. Meestal was het verlangen naar
een betere bestaansmogelijkheid hun voor
naamste drijfveer. Van degenen die ver
trokken, waren 58% hervormd, 25% katho
liek, terwijl 17% behoorde tot de zoge
naamde afgescheidenen. De laatste groep
verliet ons land vooral in de jaren 1846
tot 1848. Hun vertrek werd nog verhaast
door de ekonomische krisis die ontstond
na de mislukte aardappeloogst in 1845.
Vooral in het oosten van ons land was
de nood plaatselijk toen zo hoog gestegen,
dat een beroep moest worden gedaan op
de liefdadigheid der welgestelden.
Het aantal in de Verenigde Staten ge
boren kinderen van oorspronkelijk Neder
landse ouders liep van 9848 in 1850 op
tot 131262 in 1923. De Nederlandse emi
grant kwam niet naar Amerika met de be
doeling er snel rijk te worden en dan weer
terug te keren. Hij kwam er als blijver.
Door zijn kennis van de landbouw was hij
er trouwens erg gewild. De Nederlanders
Aankomst
Ontscheping.
12
en vooral hun kinderen, veramerikaansten
snel. De in 1885 naar Grand Rapids be
roepen predikant der vrije gemeente, ds.
Hugenholtz, preekte er vier jaar later al
in het Engels.
De grote uitbreiding van de oppervlakte
landbouwgrond in Noord-Amerika als ge
volg van de snelle toename van het aantal
kolonisten, werd reeds in de zeventiger
jaren van de vorige eeuw ook in ons land
duidelijk merkbaar. De invoer van Ameri
kaanse tarwe begon toen al een ernstige
bedreiging te vormen voor onze inlandse
graanbouw.
Er is in Zeeland vrijwel geen plaats op
te noemen vanwaar in de vorige eeuw geen
inwoners naar Amerika zijn geëmigreerd.
De meeste van hen ruilden een armoedig
en kommervol bestaan voor een hoopvolle
toekomst in de nieuwe wereld.
Zelfs uit een plaats als Westkapelle, waar
de inwoners toen bekend stonden als zeer
gehecht aan hun dorp en hun dijk, ver
trokken tientallen gezinnen het grote avon
tuur tegemoet. Volgens gegevens die de
auteur W. E. P. van Ysseldijk in zijn boek
over de geschiedenis van Kapelle-Biezelinge
verstrekt, emigreerden van daar uit tussen
de jaren 1854 en 1897 in totaal 205 in
woners naar Noord-Amerika. Het jaar 1892
was een topjaar door de ongunstige toe
stand die er toen heerste in de land- en
tuinbouw. In dat jaar verlieten 66 land
verhuizers hun dorp Kapelle-Biezelinge.
Over Yerseke schrijft Van Ysseldijk, dat
tussen de jaren 1850 en 1900 in totaal 542
inwoners uit dat dorp naar de Verenigde
Staten zijn geëmigreerd. Ook een groep
afgescheidenen verliet Yerseke onder leiding
van Joost Everse, een gewezen herbergier
die op de Dam had gewoond. Hij zou
voorheen een „goddeloos" leven hebben
geleid en zich later hebben bekeerd. Op
28 april 1866 vertrok hij met zijn gezin
en een aantal volgelingen uit Yerseke. Nog
tijdens het verblijf van het emigrantenschip
in Antwerpen, brak aan boord cholera uit.
Evertse overleed toen Antwerpen nog in
zicht was en werd begraven op de schorren
bij Liefkenshoek. Zijn vrouw en kinderen
keerden daarna naar Yerseke terug.
Het aantal landverhuizers dat Zeeland
verliet op weg naar Noord-Amerika, be
droeg in de jaren 1882, 1886, 1890 en 1894
achtereenvolgens 782, 288, 608 en 106.
Gemiddeld 25% van hen waren boeren en
landarbeiders. De meeste Zeeuwse landver
huizers waren afkomstig uit Zuidbeveland
en Zeeuwsvlaanderen. Volgens gegevens
van Joh. de Vries, vertrokken in 1854 uit
Antwerpen 106 schepen met in totaal 25706
landverhuizers aan boord naar de Verenigde
Staten. Afkomstig uit Zeeuwsvlaanderen be
vonden zich daaronder 152 mannen, 74
vrouwen en 224 kinderen en dienstboden.
Blijkbaar waren er ook welgestelden bij,
die hun dienstboden bereid hadden gevon
den de reis naar de onbekende wereld
mee te maken. Verhoudingsgewijs had
Groede het grootste aandeel in de Zeeuws-
vlaamse emigrantenstroom.
Na 1900 nam vooral de emigratie van
landarbeiders vanuit Zeeland sterk af. De
omstandigheden in ons land waren toen
wat verbeterd en vele bewoners van het
platteland van Zeeland vonden werk in
de Rotterdamse havens.
De Afgescheidenen.
Over de lotgevallen van de duizenden
landverhuizers die in de vorige eeuw naar
Noord-Amerika zijn vertrokken, is betrek
kelijk maar weinig meer bekend. Nog min
der weten we van hun nakomelingen. Lite
ratuur over dat onderwerp is betrekkelijk
schaars. Beter zijn we ingelicht over de
Nederlanders die in de vorige eeuw wegens
hun godsdienstige opvattingen ons land