Dit is sportduiken Overdag is er soms wel kabeljauw te vangen, zeker met een boot op de diepe geulen. De beste vangsten worden over het algemeen bij schemer of bij nacht gemaakt. Het is meestal een koude expeditie, maar als er gevangen wordt, is het het zeker waard. Vooral een matige wind uit oostelijke richting met betrekkelijk helder water zijn gunstig. De kabeljauw aast voornamelijk op het gezicht, alhoewel verschillende proe ven aangetoond hebben, dat ze niet on gevoelig zijn voor lokgeurtjes. Het beste getij is het laatste van de eb en het begin van de vloed of het laatste van de vloed en het begin van de eb. Ik heb de ervaring, dat de gul of kabeljauw pas goed loskomt, wanneer het felste van de stroom voorbij is. Op een schoon strand is een lijndikte van 0,35 mm nylon voldoende, voorop ge steld, dat er een goede nylonsoort gebruikt wordt. Worden er erg zware vissen ver wacht, dan is het raadzaam een beetje dikkere lijn te gebruiken. Dit geldt ook als er wat meer hindernissen te overwinnen zijn. Tevens is het een goede zaak om de voorslag extra lang te houden. De dikte van de voorslag kan zeker op 50/100 mm gehouden worden, omdat er in de regel met betrekkelijk zwaar lood gevist wordt. De beste techniek van het kabeljauw- vissen is al volgt. De onderlijn is slechts voorzien van één enkele haak. Voor de bootvisserij of wanneer er alleen maar kleine vissen verwacht worden op een schoon stuk strand, kan er gebruik worden gemaakt van twee haken. Als haak gebruiken we b.v. een octopus-haak no. 3/0, 4/0 of 5/0, af hankelijk van de te verwachten grootte van de vissoort. Als hengel is een lengte van ongeveer 4 meter aan te bevelen met een gegarandeerd werpvermogen van 150—200 gram. De haak wordt aan een zijlijn van een 40 cm geknoopt, eventueel in combinatie met een jo-jo systeem. Het principe van een jo-jo systeem is als volgt. Aan het uiteinde van de voorslag knopen we een wartel, door het onderste oogje rijgen we een nylondraad van vol doende sterkte (werpgewicht). Aan de ene kant monteren we het werplood en aan de andere kant van het oogje doen we een stuk ventielslang om het nylon en op een 75 cm vanaf het lood leggen we dan in die ventielslang een acht-knoop. Een 50 cm voorbij die ventielslang knippen we de lijn af en monteren hieraan de haak. De grote truc van deze montage is, dat wanneer we nu een grote vis gehaakt heb ben, het lood naar boven wordt getrokken en de kans van vastraken van het lood wordt op deze manier erg verkleind. Een gehaakte gul of kabeljauw heeft namelijk de onhebbelijke aard om tot het laatste moment over de bodem te gaan. Een variant op deze montage is als volgt. Direkt aan de wartel van de hoofdlijn doen we het werplood en door middel van een andere wartel bevestigen we de lange vislijn ook aan het lood of de wartel. Met deze montage wordt ook het lood opgetild wanneer er een grote vis is gehaakt. Een nadeel van deze montage is, dat de beten eventueel wat minder goed doorkomen. Dit probleem is eventueel op te lossen door het ook schuifbaar te maken. Vooral bij de strandvisserij kunnen we veel voordeel van het gebruik van lieslaar zen hebben. We kunnen dan de vis een eindje tegemoet gaan. Of als er erg verre worpen gedaan moeten worden, kunnen we soms net de paar beslissende meters winnen De beste vangstresultaten worden behaald door na de inworp de lijn goed strak te draaien, opdat de hengel goed gespannen wordt. Als de kabeljauw nu bij de beet het lood lostrekt, wordt de haak automa tisch gezet door de katapultwerking van de hengel. Zorg er bij de landing van de vis altijd voor, dat de lijn ten allen tijde gespannen blijft. Door de lange tijd en omdat er goed aan getrokken wordt, kan de inhakings- plaats iets uitscheuren en dan zal bij een slappe lijn in de meeste gevallen de haak uit de bek vallen en dan is het „dag vis geblazen". Tekst: S. Z. Italië, verrukkelijk land met enige dui zenden kilometers zeekust waar het zo goed sportduiken is: jonge en snel groeiende sport die men „trapsgewijze" moet leren met instructie en theorie, om risico's uit te sluiten. Een aantal Italiaanse duiker-auteurs en -fotografen hebben er een geweldig boek over geschreven dat besloten wordt met uitstekende onderwateropnamen door drie mannen gemaakt in de Zeeuwse Deltawa teren. „Dit is sportduiken" van Duilio Marcante, in vertaling en bewerking van John Neuschwander, verscheen in 1976 bij Unieboek b.v. te Bussum: 145 pagina's, prijs 29,50. Marcante besteedt dertig bladzijden aan de fysica en het menselijk lichaam onder water: opwaartse druk, temperatuur, bloedsomloop, invloeden van waterdruk: warmteregulatie, drukevenwichten, veilig heid. Dan 10 pagina's over de uitrusting heel goedkoop met goede snorkel, duik- masker en zwemvliezen, nogal duur met persluchtcilinders en ademautomaten. Dan wijdt hij dertig bladzijden aan de vrije duik, al dan niet met snorkel en masker; tot in de details wordt dit behandeld. Tijdens de gulvisserij kunnen we ook nog al eens leuke wijting vangen. Tot slot nog even een enkele tip. Laat de gevangen vis niet te lang met de inge wanden liggen. Door de ingewanden zo snel mogelijk te verwijderen, wordt de goede smaak van het visvlees behouden. Ga bij het vissen op kabeljauw NOOIT bij uw hengel weg. Dit kan u namelijk een kost bare hengel met molen gaan kosten. Goede vangst. bijzonder instructief. Volgt het duiken met perslucht; hoofdthema en evenals de andere delen van dit boek begeleid door fascine rende opnamen (meer dan 200 totaal), haast alle in kleur. Er kunnen ongevallen plaatsvinden: de eerste hulp wordt met grote zorg besproken en dan is er een artikel over de onder watersport in Nederland die in 1945 be gonnen is. Wrakduiken in de Noordzee, grotduiken in de Ardennen, vissen en krab ben fotograferen, een literatuur- en adres senlijst besluit dit gedeelte, mede verzorgd door de Nederlandse Onderwatersportbond, Nassaustraat 12, Utrecht, Tel. 030-517014. Fascinerend, goed verzorgd en „enthou siasmerend" boek dat precies de weg en de voorwaarden tot het verkrijgen van duikcapaciteiten behandelt. Naar eigen kracht, conditie en vermogen kan men de zo boeiend beschreven ervaringen opdoen en onder water gebieden bereiken met interessante ontmoetingen met planten, vissen, schaaldieren, gesteenten, wrakken waarvoor leren, oefenen en doorzettings vermogen noodzakelijk zijn. En het inzicht dat nu juist dit boek zo helder geeft! Aquarel Schelde. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 31