Organiste van de kerk in Tholen
Laatste nieuws op RIVO
Ook 1977 levert geboorte - explosie
voor de jonge kabeljauw
De organist, dhr. F. M. de Keijzer, aan
het werk in de Oostkerk te Middelburg.
Organist.
Freek de Keizer (51), organist van de
Oostkerk in Middelburg, zat al als elfjarige
jongen achter het orgel. Als zesjarige speelde
hij al versjes van de zondagsschool na en
op zestienjarige leeftijd begon hij, in zijn
toenmalige woonplaats Rotterdam, met het
begeleiden van kerkdiensten.
Hij kreeg les onder meer van de heer
A. Verrijp in Rotterdam en bereikte daar
naast erg veel door zelfstudie. Hij verdiepte
zich onder andere in de orgelbouw en
maakte kennis met de manier van werken
van andere organisten. In de loop van zijn
leven heeft hij heel wat orgels onderhouden
en hersteld. In de jaren vijftig begon hij
met het geven van concerten in Rotterdam
en in 1954 concerteerde hij in de Grote
Kerk in Brielle. Begin 1964 verhuisde hij
naar Middelburg, waar hij vrij snel tweede
organist werd van de Oostkerk. Dat orgel,
dat toen nog niet gerestaureerd was, maakte
hij weer bespeelbaar. In die tijd ook kreeg
hij twee jaar lang theorielessen van de heer
Th. Ferweda, toen eerste organist van de
Oostkerk. Op het ogenblik studeert hij bij
Bram Beekman. Sinds 1 januari 1976 is hij
vaste organist van de Oostkerk. Hij is van
plan te blijven studeren.
Freek de Keizer is met zijn orgelspel op
een aantal platen te beluisteren. Verder
was hij op tv te zien en op de radio te
beluisteren als begeleider van koren.
Tholen In het vorige nummer waren
we u nog een foto met levensbeschrijving
schuldig van de organiste van de kerk in
Tholen: mevr. M. Hage - v. d. Velde. Door
allerlei oorzaken bereikte ons die te laat
en daarom laten we ze hieronder nog graag
volgen.
Mevrouw Hage werd op 8 maart 1935
als Meddy v. d. Velde in Tholen geboren,
als dochter van een molenaar. Samen met
drie broers die allen een instrument be
speelden, musiceerde zij veel. Op zevenjarige
leeftijd kreeg ze voor het eerst les van mej.
Wesdorp uit Bruinisse en op tienjarige leef
tijd speelde ze voor het eerst op het kerk
orgel, vlak voor de restauratie. Ze stu
deerde op de muziekschool in Bergen op
Zoom en daarna bij Jaap Hiller in Breda
kerkorgel. Ze is nu al ruim 25 jaar organiste
van de kerk in Tholen en begeleidt nog
steeds met veel plezier de gezangen. Tot
1955 speelde ze op het oude orgel en
daarna op het gerestaureerde kerkorgel.
Daarnaast is mevrouw Hage zakenvrouw
en moeder en haar man en kinderen zorgen
ervoor dat ze organiste kan blijven.
Door: Cor van Heugten.
De zeehengelaars staan de komende jaren
een aantal mooie zeehengelexpedities op
de kabeljauw te wachten. Biologen van het
RIVO voorspellen op grond van recent
onderzoek, dat ook 1977 een uitstekend
broedjaar voor de kabeljauw betekent. De
geboorte-explosie, die pas in 1979 en 1980
echt goed aan de vangsten te merken zal
zijn, is van een orde van grootte van de
jaarklasse-records uit 1969.
Omdat u al eerder verteld werd, dat
ook 1976 een uitstekend broedjaar voor de
kabeljauw was, zitten de zeehengelaars de
komende jaren op rozen. De jonge gul, die
dit jaar al van de jaarklasse 1976 gevangen
wordt, weegt al één kilo. Een deel van
deze gul is natuurlijk nog benedenmaats,
maar het einde van deze winter en vroege
voorjaar beloven ze al veel meer sport. In
de winter 197879 zijn de kabeljauwtjes
van 1976 beslist al 6 pond en soms meer.
De kabeljauw groeit in de voedselrijke
Noordzee bijzonder snel.
Het valt alleen te hopen, dat er meer
controle op de verboden kustvisserij komt,
zodat de jonge gul het goeddeels kan over
leven. Een groot aantal garnalenvissers
pioniert de laatste tijd in de verboden 12-
mijls zone om de slechte garnalenvangsten
met tong goed te maken.
De geboorte-explosies van 1976 en 1977
voor kabeljauw voorspellen een slecht gar-
nalenjaar. De garnalenstand, die toch al
overbevist is, zal de komende jaren van
de honderden miljoenen gulletjes heel wat
te lijden hebben. Elke jonge kabeljauw,
vooral in het eerste en tweede jaar, eet
vele tientallen grammen garnaal per dag.
Dit betekent, dat er vele duizenden tonnen
garnaal, oud of jong, door natuurlijke
sterfte (de vraatzucht van deze roofvissen)
verdwijnt.
Soms beïnvloedt dit de trek van de schar
naar de kust, die graag een garnaaltje mee
pikt. Aan de andere kant maakt een rijk
voedselaanbod de bijtlust van de roofvis
wel eens wat kleiner. Een goed voorbeeld
is de tijd, dat de zagers voor de voort
planting gaan zwemmen. Er wordt door
de vissen dan zoveel aas verorberd, dat
een enkele zager aan de haak nauwelijks
opvalt.
Hoe dan ook, er komen enkele goede
kabeljauw-jaren. De exemplaren worden de
komende twee tot drie jaar steeds groter,
al blijven er van de totale stand natuurlijk
steeds minder door de zware bevissing van
het beroep op volle zee in leven.
U moet met de aanschaf van zeehengel-
materieel er wel even rekening mee houden,
dat er zware gul en kabeljauw op de kust
komt. Als u toch van plan bent een nieuwe
zeehengel of werpmolen aan te schaffen,
bedenk dan dat er in voorjaar en winter
wat zwaarder materiaal nodig is om de
kanjers op de wal of binnenboord te halen.
Overigens moet ook even verteld worden,
dat er het komende voorjaar een uitvoerige
test van de nieuwe With-500 uit een con
sumentenonderzoek komt. Bij voorbaat durf
ik u nu al een uitstekende beoordeling van
deze ruim 5 meter lange en twee meter
brede Noorse jol van de NV Ido uit Hendrik
Ido Ambacht te voorspellen. Deze opvolger
in grootte van de With-400 klopt alles wat
vergelijkbaar in maat en type op dit moment
aan de markt is. Ik heb bij wijze van proef
met windkracht 6 tot 7 op volle zee uren
voor anker liggen vissen dwars voor West-
kapelle met flinke grondzeeën van een
zandbank. Ik heb dit risico genomen om
eens uit te proberen wat deze nieuwe
jol met unieke bodemvorm deed.
Wie een veilige visboot voor de zee en
grote wateren wil kopen, desnoods in een
combinatie van 2 of 3 man om de kosten
te drukken, krijgt mijn oprecht advies
voor de With-500.
9