VOOR DE WIND -
goed windgebruik
Literatuur.
De „aerde wegt" waarover J. Vader schreef is thans een geasfalteerde weg geworden.
Op de achtergrond het randgebied met de beplanting van de Seisweg.
1916. Wateroverlast in Hoogelande.
van het geslacht van Krommenhoeke. Of
schoon de heerlijkheid van Hoogelande door
vererving sterk versnipperd was geraakt,
bestond ze in 1796 nog slechts uit drie
porties die achtereenvolgens toebehoorden
aan Anna de Neuff, Johanna van den Bran-
de en Meinard van Visvliet. Anna de Neuff
bezat de grootste portie en voerde dus de
titel van ambachtsvrouwe. Ze was eerst
gehuwd met graaf d' Oultrement en daarna
met F. J. Du Bois, baron de Nivele. In
1880 was baron de Gilman de Zevenbergen
uit Antwerpen ambachtsheer van Hooge
lande. In 1910 kocht de heer Hoegen uit
Middelburg op een publieke veiling de rech
ten en de eigendommen die er toen nog
van de heerlijkheid Hoogelande over wa
ren. Ambachtsheer is thans diens zoon Dr.
R. Hoegen. Tot de ambachtsgevolgen be
hoort nog het visrecht, maar inkomsten
van enige betekenis brengt het niet meer op.
Hoogelande in onze tijd.
De tegenwoordige staat van Zeeland
noemt Hoogelande in 1751 een vervallen
dorp van zeer weinige huizen. Door zijn
lage ligging stonden vooral in najaar en
winter grote delen onder water en staken
alleen de terp met de ruïne en enkele
andere hoogten waarop boerderijen stonden,
boven het water uit. Een foto uit 1916,
afgedrukt in het Zeeuws Prentenboek, geeft
ons van de waterlast nog een duidelijk
beeld.
Toen in december 1929 het gemaal Boreel
in werking werd gesteld kwam aan deze
voor de grondgebruikers ongewenste toe
stand in de waterhuishouding, een einde.
Na de inundatie in 1944 volgde de her
verkaveling van Walcheren en verloor ook
de voormalige heerlijkheid van Hoogelande
zijn oorspronkelijk oudland karakter. Veel
weiland van voorheen wordt thans als
bouwland gebruikt. Wel is Hoogelande,
evenals vroeger, een boomloos gebied ge
bleven, zodat het landschap er ondanks de
kultuurtechnische ingrepen, toch een be
paalde bekoring heeft behouden.
M. van Empel en H. Pieters. Zeeland door
de eeuwen heen.
Dr. C. Dekker. Zuidbeveland.
M. Smallegange. Nieuwe Chronyck van
Zeeland.
F. Navtglas. Levensberichten van Zeeuwen.
M. Lantsheer en F. Nagtglas. Zelandia
Illustrata.
J. A. Trimpe - Burger. Onderzoekingen in
vluchtbergen.
C. A. van Swigchem. 200 jaar monumenten
van bouwkunst in Zeeland. (Archief
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
1769 1969).
J. P. van den Broecke.
Tekst: S. Z.
De Boer Maritiem, Bussum, heeft een
prima boek uitgegeven, voor de zeilers.
Alan Watts, welbekend zeilauteur, schreef
het onder de titel „Basic Windcraft" en
Mary Sims maakte er enige honderden pen
tekeningen bij die bijzonder informatief
en instructief zijn. Prijs slechts 14,90,
in vertaling.
Het gaat over elementaire dingen die
wij zeilers moeten weten over onze kracht
bron de wind. We kunnen die niet zien,
we moeten aanwezigheid, kracht en snelheid
opmaken uit de beweging van water, zeil,
vaantje, wollen verklikkerdraadjes, de ma
nier waarop collega-zeilers hun boot over
eind weten te houden, de snelheid van
ons eigen vaartuig, de roerdruk, en zo meer.
We zijn er helemaal aan gewend, gebruik
te maken van een verschijnsel dat we niet
kunnen zien. Toch is er een uitgebreide
theorie over de wind, gedrag en patroon
van de wind; in het boek leren we begrijpen
hoe de zeilboot de wind aanvoelt; we Ieren
kijken naar de wind, leren oppassen voor
vlagen en Mistral en Bora; we krijgen in
zicht in de samenhang tussen weertype
en wind, de in deze provincie zo bij uit
stek bekende zeewind en zeebries worden
ons verklaard. We leren gebruik te maken
van weerkaarten om wind te voorspellen,
en zo gaat het door in talloze korte,
heldere hoofdstukjes.
Als wedstrijdzeiler leren we profijt te
trekken van variabele wind, als toerzeiler
leren we kruisen in een normaal wind-
patroon en maken we een aantal zeildagen
mee: met cumulusbewolking, met regen
achtig weer, zeer warm weer, met binnen
stromende warme oceaanlucht en passerende
fronten.
Veranderingen van windrichting en -kracht
veroorzaakt door wallekanten en dijken,
begroeiing etc. worden ons verklaard, we
leren de aan boord onmisbare baro
meter te interpreteren in zijn schomme
lingen. De beginnende zeiler zal er zijn
eerste onmisbare informatie over de wind
in vinden; de vergevorderde wedstrijd- en
toerzeiler vindt er beslist nog dingen in
waaraan hij nooit had gedacht, misschien
intuitief en onbewust wel aangevoeld.
Alan Watts heeft méér boeken over weer
en wind op zijn naam staan (denk maar
aan het Teleweerboek uit 1968) en heeft
in deze uitgave een voor iedere zeiler en
buitenman nuttige, zo niet belangrijke
bijdrage geleverd over een onderwerp waar
over lang niet iedereen het nodige weet.
S. Z.
21