Meer vis op de Grevelingen
via doorlaatsluis Brouwersdam
Vooral bewegend voedsel heeft voorkeur.
De tarbot is een liefhebber van niet te
warm en niet te diep water. Het is een
erg felle jager, die niet veel van plaats
verandert. Zijn bek is voorzien van vele
kleine tandjes. Ze kunnen dagen achtereen
op bijna een en dezelfde plaats vertoeven
om aan de kost te komen.
De kustvisser heeft de grotste kans op
de kleinere vissen en de bootvissers heeft
wat meer kans op de grotere vissen, omdat
deze bootvisser nog wel eens op dusdanige
ruige plaatsen kan vissen, waar zelfs de
beroepsvisser zijn netten niet graag laat
zakken. Dat er ook grote tarbot gevangen
kan worden van de wal heeft de heer v. d.
Links: schol. Rechts: griet.
Busse van dit jaar wel bewezen.
Ook de tarbot is een typische Noordzee-
bewoner. Ze komen vooral voor op de
kusten van Engeland en Ierland en ze zijn
ook dik vertegenwoordigd aan de Deense
westkust. Beroepsvissers van de kust van
Jutland (Denemarken) bewaren de gevangen
tarbot vaak levend in beunen.
Ze komen zelden voor op dieper water
dan 70 meter en ze komen het meest voor
op waterdieptes van 20 40 meter. Over
het algemeen maken ze geen lange tochten,
ook niet om te paaien. Het hoofdvoedsel,
vooral van de grotere vissen bestaat voor
namelijk uit kleine vissen als b.v. zand-
spiering, bliekjes, grondeltjes en ook wel
jonge gul of platvissen. Kreeftachtigen,
krabben en garnalen komen ook wel op
het menu voor, maar lang niet in die mate
als levende vissoorten.
2 tarbotten.
Op gebieden waar de beroepsvissers niet
komen, kunnen we het geluk treffen een
supergrote vis van zelfs meer dan een
meter te vangen met een gewicht van
10 tot 15 kilo. Dat kunnen vissen zijn van
wel 20 jaar oud.
Vangmethode en aas.
Er is wel niet zo veel van deze vis, dat
we er regelmatig op kunnen vissen, maar
voor de experimenteerders zullen we toch
even de vismethode noemen.
Ze worden wel eens toevallig gevangen
bij het vissen op kabeljauw met kunstaas
als lepels en pilkers. Levend aas of reepjes
vis van b.v. makreel zijn zeer goed. Ook
puitaal wordt wel gebruikt. In Engeland
zijn de meeste vissers met ervaring met
tarbot voorstanders van het gebruik van
lokspoorvorming van gemalen vis of iets
van dien aard.
We dienen een stevige haak te gebruiken
net als bij de kablejauw b.v. Een onderlijn
van een dikker soort nylon is op zijn plaats
vanwege de reeds genoemde tandjes, 50/100
mm nylon is genoeg.
Wie tarbot wil vangen moet er echt wel
veel moeite voor doen en een groot gedeelte
van de geschikte bodem afzoeken. Bewegend
aas geniet immers de voorkeur en de vis
komt niet veel van zijn plaats, dus moeten
we zelf de vis proberen te zoeken.
Het bijten is enigszins te vergelijken
met dat van een snoek. Ze pakken eerst
het aas en zwemmen dan een stukje weg,
hierna gaan ze liggen om het naar binnen
te werken. Deze manier van bijten houdt
wel in, dat we een lange onderlijn moeten
gebruiken, die het liefst schuifbaar moet zijn
We kunnen hiervoor de jo-jo montage voor
de kabeljauw gebruiken.
Voor bootvissers komt een running boom
meer in aanmerking. Onderlijn één tot an
derhalve meter lang houden. De tarbot
kan flink te keer gaan door middel van
lange vluchtpogingen. Bij veel stroming pro
beren ze vaak scheef op de stroom te gaan
staan, waardoor een enorme druk op de
hengel komt. Geven we in zo'n geval snel
lijn toe, dan verandert hij vaak zijn houding.
Komt de vis eenmaal aan de oppervlakte
dan is de strijd nog lang niet gestreden.
Vaak worden de vissen in dit stadium van
de strijd verloren. Na de vangst is het
raadzaam de vis direkt te doden en leeg
te laten bloeden, dit voor behoud van de
goede smaak van het vlees.
Nog nooit een griet of tarbot gevangen?
Probeer het eens als u een geschikte plaats
kunt vinden. Vooral voor bootvissers het
proberen waard.
Goede vangst.
H. Knol.
Tekst: Cor van Heugten.
In de top van de deltadienst van rijks
waterstaat is nog geen definitief oordeel
of de Grevelingen zoet, dan wel zout, moet
worden of blijven. De laatste tijd wint ech
ter de gedachte veld, dat de Grevelingen
zout moet blijven. De Oosterschelde blijft,
dankzij de stormstuwdam, zout. Het Ooster-
schelde-getijdebekken kan echter niet voor
komen, dat de randgebieden onder invloed
van de schutsluizen in de Philipsdam lang
zaam een beetje verzoeten.
Via de Grevelingen met zout water van
topkwaliteit, kunnen deze randgebieden
worden doorgespoeld en van vers zout wa
ter worden voorzien. Hierdoor kan, zowel
op de Oosterschelde als op de Grevelingen,
een constante zoutwaterkwaliteit, die nage
noeg gelijk is aan de Noordzee, worden
gegarandeerd.
De sportvissers en watersporters moeten
er dus maar op rekenen, dat de Grevelingen
zout blijft.
Voor de sportvissers belooft het inlaat-
werk in de Brouwersdam een prima hengel-
stek te worden. De inlaatkapaciteit van een
zout Grevelingenmeer bij een gemiddeld
peil van N.A.P. —20 cm (gemiddeld over
het etmaal) is 140 kubieke meter per se
conde, de lozingskapaciteit van de doorlaat
sluis 125 kubieke meter per seconde.
Om een dergelijke lozingskapaciteit van
ongeveer 100 kuub per seconde te realiseren,
moet het peil van het Grevelingenmeer
enigszins worden verhoogd tot maximaal
N.A.P. —10 cm. Deze geringe verhoging
is voor de recreatie en het natuurbeheer
aanvaardbaar zeggen de specialisten van
rijkswaterstaat.
Ook de kwaliteit van het vloedwater, dat
uit de Noordzee kan worden binnengelaten,
is uitstekend. Door de inlaatsluis aan de
diepe zuidelijke geul te leggen, op de rand
van de Middelplaat, wordt het zoutgehalte
minder beinvloed door de zoetwaterlozingen
van het Haringvliet met vuil Rijnwater.
Dankzij het vloedoverschot langs de kust
blijft het Zeeuwse kustgebied trouwens ge
vrijwaard van dit vuile zoete kustwater.
Ook dat is en blijft een argument voor
zeehengelaars en watersporters om de voor
keur aan de Zeeuwse delta te geven.
Vissïuis.
Er is dus een vissluis in de doorlaatsluis
gebouwd, die een belangrijke rol in de
toekomstige visstand gaat spelen. Het doet
er niet eens toe of de Grevelingen zout
blijft dan wel zoet wordt.
Zou de Grevelingen toch zoet worden,
dan zal de spuisluis een lokstroom van
zoet water voor de glasaal en jonge bot
geven. Blijft de Grevelingen zout, dan kan
er een (weliswaar) zoute lokstroom, zee
waarts gegeven worden, die vele soorten
28