Goede raad:
Spaar de ondermaatse
kabeljauwtjes
GAF U
AL REEDS
EEN NIEUW ABONNEE
OP?
naar binnen kan brengen. De vissluis is
een 200 meter lange koker met een door
snede van twee meter met platte bodem.
Op twee niveau's kan de vis, afhankelijk
van de soort, de koker van de vissluis
binnenzwemmen. De lokstroom kan eerst
op vol vermogen worden ingezet om de
vis tot ver buiten de Brouwersdam „wakker
te maken". De stroom wordt daarna afge
zwakt tot 0,15 meter per seconde, zodat
alle vis er gemakkelijk tegen in kan zwem
men, om binnen te komen. Door te mani
puleren met de hefhoogten van de diverse
schuiven van het buiten- en binnenhoofd
van de vissluis, kan de binnengezwommen
vis omhoog worden geschut.
De vistrek kan door de biologen via
enkele vangfuiken aan de Grevelingenzijde,
dus aan de binnenkant van de doorlaatsluis,
worden gecontroleerd. Alles wijst er dus op.
dat de visrijkdom, zeker wat de soorten
betreft, kan worden verbeterd. Niet alleen
platvis en paling, maar waarschijnlijk ook
zeebaars, harder en andere soorten zullen
weer binnenkomen.
Ook voor de Oosterschelde geldt, dat het
woelige water aan de stormvloedkering di
verse roofvissoorten naar binnen zal lokken.
Ook de vissluis in de Brouwersdam zou
wel eens gunstig op de vissoortenrijkdom
kunnen werken. Er komt trouwens ook
een in- en uitlaatwerk in de oostelijke
Grevelingendam vanaf de Oosterschelde, die
de intrek van zoutwater-vis bevordert.
De inlaatsluis-stek.
Zowel aan de buitenzijde als de binnen
zijde van de Brouwersdam belooft de in-
en uitlaatsluis een goeie visstek te worden.
Er ligt een zeer diepe geul van min 11
meter NAP bij de sluis. De sluisvorm van
het inlaatwerk heeft een zogenaamde ven-
turivorm. Elet is een koker met trechter
vormige in- en uitlaatopeningen. Vooral
voor paling en platvis lijkt deze diepe geul
bij voorbaat aantrekkelijk. De eerste hen-
gelpraktijk van de afgelopen weken bewijst
al, dat er vele vissoorten te vangen zijn.
Er is nogal wat misverstand over de
lengte van de diverse jaarklassen kabeljauw.
De éénjarige kabeljauw, die in oktober in
De doorlaatsluis in de Brouwersdam is
pas eind 1977 gereed gekomen. We zullen
de sportvissers het komende jaar dus op
de hoogte houden. U krijgt dan ook enkele
lips over het veilig bootvissen voor de
doorlaatsluis, omdat ook rijkswaterstaat
beslist enkele veiligheidseisen afstand
bewaren zal stellen. De lokstroom van
uit zee of het Grevelingenmeer reikt tot
vele honderden meters in zee. U kunt dus
op veilige afstand ankeren en in de trek
richting van de opzwemmende vis, verankerd
liggen. Ook vanaf de wal is het in dit
woelige water met wisselend loodgewicht,
natuurlijk goed vissen. Er zullen volgens
rijkswaterstaat wel extra veiligheidsvoor
zieningen getroffen worden bij de in- en
uitstroomopeningen.
Alles wijst er dus op, dat we voor de
toekomst een zoute Oosterschelde en Gre-
velingen van uitstekende zoutwaterkwaliteit
behouden. Het Volkerak gaat voor de zout
watervissers verloren. Op een kaart kunt u
de toekomstige situatie zien.
Let ook eens op de mogelijkheid van een
Halskanaal door de kop van Goeree, dat
een lozings- en inlaatfunktie tussen Greve
lingenmeer en Haringvliet mogelijk zou
maken. Dit Halskanaal zou vooral voor
een zoete Grevelingen van belang zijn.
De rijkswaterstaats-ingenieurs kunnen wat
de doorlaatmiddelen betreft alle kanten op.
Dat is van groot belang omdat in elk geval
voorkomen moet worden, dat er een brakke
situatie ontstaat. Beter een goed zout
of goed zoet dan een brak milieu, dat
de soortenrijkdom veel schade doet. Ook
een zoete Grevelingen zou na ontzilting
van het bekken een zoetwatervisstand vele
kansen geven.
Op het eerste oog lijkt ons echter een
te verwachten keuze van een zout Greve
lingenmeer dus een stagnant bekken met
doorspoelmogelijkheden en intrek van meer
dere zeevissoorten veel aantrekkelijker.
Cor van Heugten.
de zuidelijke Noordzee rondzwemt, is on
geveer 15 tot 18 cm lang. In de maand
februari 1978; als de jaarklasse 1977 precies
een jaar oud is, komt deze roofvis aan
een lengte van 20 tot 25 centimeter.
De kabeljauw, die in de weken van no
vember en december gevangen werd, die
bijna twee jaar oud is, bleek nu al 38 tot
40 cm lang. In de loop van februari is
een tweejarige gul beslist 45 cm lang. Een
driejarige gul of jonge kabeljauw heeft
ongeveer een lengte van 65 cm.
U moet er op rekenen, dat de meeste
gul in februari geboren wordt, ook wel
een maand eerder en een maand later. Alle
onderzoeken van de biologen worden voor
een goede groei- en bestandsvergelijking
echter in de maand februari gedaan. Kabel
jauw en andere vis, die in de winter ge
boren wordt van december tot maart of
zelfs nog in april, is dus altijd in februari
jarig.
Er was in 1974 een vrij sterke jaarklasse
kabeljauw, die nu al goeddeels door de
vloot is weggevangen. In 1975 was er een
zwakke jaarklasse. De grote troost voor de
zeehengelaars is, dat ze voor de komende
jaren op de sterke broedjaren 1976 en
1977 kunnen rekenen. De jaarklasse 1977
valt erg mee. Dat zag er aanvankelijk niet
naar uit. Ook in 1969 en 1970 zijn er twee
sterke jaarklassen achter elkaar geweest.
Nu zijn het 1972, 1974, 1976 en 1977 die
de zeehengelaars van pas komen.
Aan de maten kunt u dus zien van
welke jaarklasse ze zijn. Zet de jonge gul
beneden de 30 cm; dat is de wettelijke maat
(als het visje het kan overleven) terug.
U bent trouwens strafbaar als u in het
bezit van een ondermaatse vis bent. Als
we de beroepsvissers op de Noordzee een
verwijt maken, dat ze massaal jonge kabel
jauw uitroeien, moeten we ook zelf als
sportvissers de hand in eigen boezem steken.
U gaat de komende maanden ook veel
jonge gulletjes van de nieuwe jaarklasse
1977 vangen. Zet ze terug. Ook de kotter-
vissers is gevraagd al met grotere netten
met een maaswijdte van 10 cm te vissen,
zodat ze gulletjes van ongeveer 32 cm
lengte vangen.
Cor van Heugten.
Tekst: Cor van Heugten.
30