De trek van Zeeuwen naar het wilde westen meer of minder elektrische apparaten zijn opgesteld. De keuken van ons lijstje is de doorsnee-keuken. Om de doorsnee-keu kens van Nederland in bedrijf te houden zijn diverse zeer grote elektrische centrales nodig. Extreem gesteld: als alle elektrische spullen in alle Nederlandse doorsnee-keu kens tegelijk worden ingeschakeld, dan zijn er twintig centrales van duizend MegaWatt nodig om de benodigde elektriciteit te leveren. Maar gelukkig hebben de huisvrouwen van Nederland geen onderlinge afspraken om allemaal tegelijk hun apparaten in te schakelen, al is het wel een feit dat de wekelijkse wasdag nog altijd per traditie 00 maandag wordt gesteld. Dat is vanuit een oogpunt van optimale elektriciteitsvoor ziening niet zo 'n bijster prettige situatie, want nu moeten de elektriciteitscentrales op elke maandag aan een ongehoord hoge vraag volden. En dat is niet nodig, want de wasmachine bevrijdt de huisvrouwen juist van de maandag-slavernij. De was automaat doet zijn werk desnoods 's nachts of wanneer u maar wilt. Stoeien. Wij zagen dat de Nederlandse keuken veel weg heeft van een elektrotechnische werkplaats. De elektriciteit die in de keu kens wordt verbruikt komt uit de primaire energiedragers: aardgas, aardolie, steenkool en uranium. Maar bij de keuken houdt het niet op. De Nederlandse familie is binnen een tijds bestek van twintig jaar op allerlei ma nieren met energie aan het stoeien gegaan. Wij hebben de centrale verwarming gekregen. Van de woningen die er tussen 1963 en 1972 zijn gebouwd (en dat zijn De moderne keuken begint meer en meer op een computercentrum te lijken. er ruim1608.000), heeft gemiddeld negentig procent centrale verwarming op aardgas. Nog afgezien van de duizenden woningen van oudere datum waarin aardgas-CV werd geïnstalleerd, betekent de nieuwbouw energetisch gezien een geweldige slok uit onze eveneens geweldige aardgasbel. De aardgas-CV is verleidelijk comfor tabel. Wij stoken onze huizen warmer dan onze voorouders ooit hebben gedaan. Wij verwarmen ook méér kamers dan onze voor ouders deden. Bovendien maakten wij onze nieuwbouwhuizen ruimer en groter en wij brachten er méér glas in aan, waardoor warmte-verspilling in de hand werd gewerkt. Wij zijn kleine leefeenheden gaan vor men. Leefde men zo'n twintig jaar geleden in veel gezinnen nog „op een kluitje" bij elkaar tegenwoordig is het heel gewoon dat kinderen al tamelijk vroeg „op kamers" willen gaan wonen. Maar het is ook gewoon dat bejaarde mensen die voorheen bij hun kinderen introkken, naar bejaardenhuizen of speciaal voor hen gebouwde woningen gaan, waar zij uiteraard óók aardgas en elektriciteit gebruiken. Wij hebben onze vrije tijd verlengd. Onze vaders en grootvaders gingen 's avonds vroeg naar bed omdat zij doodmoe waren van een lange en zware werkdag. Zij werk ten bovendien zes dagen per week. Wij zijn gewoonlijk na een werkdag nog monter genoeg om een avondlang naar de TV te kijken. Dat kost natuurlijk elektriciteit. Be halve de TV zijn ook de brandende sche merlampen en de pruttelende koffie-auto- maat energiegebruikers. De toeneming van de vrije tijd heeft na de komst van de ge zinsauto, geleid tot een sterk verhoogd benzinegebruik per hoofd van de bevolking. En ook benzine is een vorm waarin „ener gie" tot ons komt. En kent u de term „vrijetijds machine"? Wij hebben onszelf aan een grotere luxe gewend. Tn onze woningen deed de vaste vloerbedekking ofwel het kamerbrede tapijt zijn intrede. In 1963 kocht de Neder landse bevolking in totaal een kleine 3 mil joen vierkante meter kamerbreed tapijt. Vandaag de dag kopen wij ieder jaar met ons allen meer dan 25 miljoen vierkante meter van dit tapijt! In deze tapijten zitten veel kunstvezels, die verkregen zijn doordat men allerlei chemische foefjes met aardolie heeft uit gehaald. Wij kunnen daarom zeggen dat wij óók door middel van onze vloerbedek king, onze kleding, enz. enz. aan de pri maire energiedragers liggen te sabbelen. En dan hebben wij het nog niet eens over de elektrische spinnerijen en elektrische weverijen, die er nodig zijn om van kunst vezels zulke fraaie tapijten en kostuum- stoffen te maken. De gezelligheid. Wij hebben de sfeerverlichting ontdekt. Die is verantwoordelijk voor een sterke toename van het gezinsverbruik aan elek triciteit. Wij hebben de elektrische amuse- Als reaktie op het artikel: De trek van Zeeuwen naar het Wilde Westen, zond de heer Slotema te Wissenkerke mij een foto kopie van een interessante brief, gedateerd 20 oktober 1848, die ds. H. I. Budding destijds, vanuit Newyork stuurde naar Js. de Jonge en diens vrouw, die toen vermoe delijk op Noordbeveland woonden. De heer Slotema berichtte mii, dat hij de oorspron kelijke brief vond bij het opruimen van een familie-inboedel te Colijnsplaat. Hij gaf mentsapparatuur gekregen: TV, radio, pla tenspeler, bandrecorder, videorecorder, elek tronische spelletjes kortom een wandrek vol. Elektrotechnische artikelen behoren tot de meest gekochte. Tegenover elke drie kruideniers in Nederland vindt men één verkooppunt voor elektronische apparatuur. Zó groot is de vraag ernaar. Het lijdt geen twijfel dat er alleen voor het op gang houden van ons elektronische speelgoed, enkele grote elektriciteitscentrales staan te draaien. De gezelligheid heeft dus óók zijn prijs in energie. Wij hebben het wegwerpartikel in huis gehaald. En daarmee hebben wij het ener gieprobleem van twee kanten tegelijk leren kennen. De wegwerpartikelen zijn ten koste van energie gemaakt dat spreekt vanzelf. Maar het kost nog een keer energie om er weer van af te komen! Bijvoorbeeld in de vorm van benzine voor de vuilniswagens die de last van onze wegwerpmaatschappij naar de vuilnisbelten torsen. Sommige mensen worden boos als je zegt dat het energieverbruik in de Nederlandse gezinnen de voornaamste oorzaak van de dreigende energiecrisis is. „En de fabrieken dan?" vraagt men verontwaardigd. Het is nu eenmaal zo dat de fabrieken geen artikelen voor denkbeeldige afnemers op Mars of Venus produceren. Wat zij maken, wordt voor gewone mensen als u en ik vervaardigd. De energie die de in dustrie verbruikt, kunnen wij dan ook, zonder de waarheid geweld aan te doen, toerekenen aan het energieverbruik van een hele samenleving. Heel wat mensen kijken met argwaan naar bijvoorbeeld olieraffinaderijen of naar fabrieken waar men kunstvezels ver vaardigt. Maar wie zelf in een auto rijdt is er mede de oorzaak van dat de olieraffi naderijen hun fakkels brandend kunnen houden. En wie de vloeren in zijn huis met kamerbreed tapijt heeft bekleed is mede verantwoordelijk voor de groei en bloei van de chemische industrie die de kunst vezels maakt. Want wij allemaal samen zijn de klan tenkring van de industrie. Dit toch zo sterk in het oog lopende feit wordt door som mige maatschappijhervormers weieens te gemakkelijk vergeten (Wordt vervolgd). toestemming de inhoud van deze brief in Zeeland Magazine te publiceren. Naast ds. Van der Meulen is destijds dus ook ds. Budding met een aantal volgelingen naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Met uit zondering van de Philiplanders, die de reis meemaakten en die naar Michigan zijn doorgereisd, zijn ds. Budding en de meeste van zijn andere volgelingen blijkbaar in Newyork en omgeving gebleven om er een nieuw bestaan op te bouwen. Tekst: J. P. van den Broecke. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 6