gevonden voorwerpen heeft men kunnen opmaken, dat er in het vroeg middeleeuwse Domburg zowel heidenen als christenen hebben gewoond. Of de christenen er zich van elders hebben gevestigd, of dat ze ter plaatse zijn bekeerd, is niet bekend. De laatste mogelijkheid behoeft zeker niet uitgesloten te worden geacht, omdat de evangelieprediker Willibrord er hoogstwaar schijnlijk missie-arbeid heeft verricht. Ver moedelijk gebeurde dat tussen de jaren 690 en 694. Volgens Dr. M. K. E. Gottschalk (Historische geografie van West Zeeuws- Vlaanderen) zou Willibrord eertijds hebben gepredikt op het eiland Wulpen, voor de Zeeuwsvlaamse Noordzeekust. Zij acht het niet onwaarschijnlijk dat hij zich van daar af overzee naar Walcheren heeft begeven. Volgens de Vita Willibrordi, geschreven omstreeks 750, zou Willibrord in Westka- pelle een afgodsbeeld hebben vernield, waarna hij door een bewaker van dat hei ligdom zou zijn mishandeld. Merkwaardig is in dat verband een opmerking van Dr. P. Stuart, dat de bij Domburg gevonden altaarstenen eveneens door mensenhanden zijn beschadigd. Hij achtte het waarschijn lijk dat de schuldigen gezocht moeten wor den onder door Willibrord tot het christen dom bekeerde Zeeuwen. In zijn studie over Zuid-Beveland waarin hij mede aandacht schenkt aan Walcheren, acht Dr. C. Dekker het zeer wel mogelijk dat in het vroeg middeleeuwse Domburg al een kerk werd gesticht, die vermoedelijk de oudste kerk van Zeeland is geweest. Het zou tevens de moederkerk zijn geweest van 2 kapellen, waarvan de één ten oosten en de ander ten westen van de moederkerk werd gesticht. Later werden ze vervangen door kerken. Ze dateren op zijn laatst uit het midden van de elfde eeuw. De dorpen Oostkapelle en Westkapelle zijn naar die kapellen vernoemd. Noormannen in aantocht. Fantasietekening. munten van Frankische, Angelsaksische en Friese herkomst gevonden. Of alle gevonden huizenresten uit dezelfde tijd stammen is niet waarschijnlijk. De zich gedurig land waarts verplaatsende duinen noodzaakten de bewoners hun huizen steeds verder land inwaarts te bouwen, wilden ze niet na korte tiid opnieuw door het zand overstoven worden. Zo kon het gebeuren dat in 1832 over een afstand van ongeveer 1300 meter weer een nieuw komplex van twee groepen hui zenresten op het strand zichtbaar werd, met een begraafplaats er tussenin. Daarna opnieuw door duinzand overstoven, werden deze resten in 1840 voor de tweede maal zichtbaar. De terplaatse gevonden munten en scherven waren hoofdzakelijk van karo- lingische oorsprong. Keren we thans weer terug naar de tijd waarin de handelsneder zetting zijn grootste bloei beleefde, dan mag daarbij niet onvermeld blijven dat Walcheren in die tijd inmiddels koningsgoed was geworden. Het behoorde dus tot het domeinbezit van de Frankische koningen. Op de in kuituur gebrachte grond werd akkerbouw en veeteelt bedreven, waardoor er een zekere mate van welvaart was ont staan. Voor de historiekenners is het tot de tijd van vandaag nog een raadsel gebleven dat men in de geschreven berichtgeving nooit de naam van het geheimzinnige handels centrum is tegengekomen. De naam Dom burg is immers uit een latere tijd afkomstig. Aan het begin van de negende eeuw pakten zich boven het handelscentrum en de rest van Walcheren donkere wolken samen. Rood, zwart, groen en blauw be schilderde schepen van bijna volmaakte vorm verschenen aan de horizon. Hun voor stevens droegen grote monsterachtige rep tielenkoppen en hun bemanningen brachten dood en verwoesting overal waar ze met hun schepen aan land kwamen. De Noor mannen waren in aantocht. De ondergang van het karolingische handelscentrum. Omstreeks het jaar 800 waren de Noor- Zinnebeeldige voorstelling van Willibrord, die een afgodsbeeld vernielt. Was het in Westkapelle of in Domburg? Het Frankische Domburg strekte zich des tijds uit over een lengte van ruim een kilometer langs de kust. In de loop der jaren kwamen ook drie begraafplaatsen vanonder het duinzand te voorschijn. De gevonden huizenresten hadden afmetingen die in lengte varieerden van ongeveer 3 m. tot 14 m. Tussen de huizen in vond men in afvalhopen veel mosselschelpen en die- renbotten. Voor de kustbewoners waren mosselen dus ook al vroes* een belangrijke voedselbron. Vooral de op het strand gevonden munten leveren een duidelijk bewijs van de funktie van Domburg als overslagplaats van goe deren in het handelsverkeer tussen het Frankische vasteland en Engeland, waarin geld blijkbaar een belangrijk betaalmiddel was. Behalve van Romeinse, heeft men er Noormannen landen op de kust. (Fantasietekening). 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 13