Huis en schuur van de familie Roose. zicht; de kleine, stoere kerk in de verte, de molen daarvoor, de zonnig-witte huizen op het duin. Op dat moment begon, altijd weer, het turend zoeken. Daar, achter St. Janskerke, in de richting van Westkappels vuurtoren, daar ergens moesten de twee boerderijen liggen, waar ik in de meest letterlijke zin weer kind aan huis zou zijn. Eenmaal gevonden schoven schuren en huizen traag naderbij. Maar ik haastte me: de Baaiweg, de Thijsweg, de driesprong... Nooit heeft een plein of een straat of een kruising van wegen een grotere rol in mijn leven gespeeld dan die driesprong, die men in drie stappen voorbij is. Ze betekende: nog even, een minuutje maar, dan ben je thuis. Thuis, na een lange reis, maar óók na de kerkgang in Meliskerke, lopend meestal. Thuis, na een al even fikse wandeling vanaf het dorp. Thuis, na het dagelijks weerkerend ritueel van het ophalen van de koeien uit een vérverwijderd weiland, laat in de middag, als de voet van het duin al in schemer lag. Maar toch naderden we ons huis meestal van de andere kant. via het „padje" dwars door het land. En „we", dat waren dan meestal Coba en ikzelf natuurlijk. Coba! Ik zie, nee, ik voel me nog staan op de eerste dag van mijn eerste Walcherse periode, midden op de smalle weg voor het huis, midden in de zon en helemaal alleen. Ik verstond de druk pratende mensen niet en durfde geen troost te zoeken bij het zwijgende vee, bij die grote koeien en die onberekenbare geiten. En dan: mocht dat wel? Vast niet! Maar de dochters R.. van wie de jongste toen zestien jaar was, haalden me weg uit mijn zonovergoten verlatenheid en troonden me mee de donkere zolder op. Want daar stond een kist, een soort hut koffer. waarin de weinige schatten van het huis waren weggeborgen: poëzieplaatjes, die je kon uittrekken en oude boeken met een raar, opwindend geurtje. De dochters wikten en wogen. Wat kun je een kind van acht in handen geven? 't Was wel een stadskind natuurlijk, een kleine wijsneus waarschijnlijk. En zo kreeg ik het verhaal te lezen van Mary Jones, een Engels meisje uit de vorige eeuw, dat een lange, lange voettocht ondernam om een bijbeltje te kopen. Nu waren de meeste kinderen in mijn tijd gewend aan lektuur van het serieuze soort. Ik ook, en de ouderwetse stichtelijk heid van Marv Jones hield me dan ook echt bezigtot Coba uit school kwam. En toen ik haar eenmaal gezien had, kon Marv voorgoed terug in haar kist. Want Coba, het dochtertje van de buurfamilie A., drie jaar ouder dan ik, kwam, zag en onverwon. Onmiddellijk. Ze was in dracht kijk nou es repte zich op haar onzichtbare benen naar ons toe, nam me zonder omhaal op sleep touw en liet me alles zien: de schuren achter de twee huizen, de bramen langs de duiven, de dikke eenden en de roestige potten in de drooggevallen gracht. Coba leerde me tarwe-aren eten en wortels uit de grond. En wiebelend op haar fiets hoe doet ze dat met die lange rokken? vergeleken we haar boerse met mijn stadse praat. Een maand later was dat niet meer mogelijk. Ik was zelf boers geworden. Coba is nog steeds mijn vriendin, al ontmoeten we elkaar onregelmatig en slechts met grote tussenpozen. Bij die ontmoetin gen lijken de rollen omgedraaid. Coba, voorheen in mijn ogen een rijzig meisje, is in haar volwassenheid nog kleiner dan ik. Desondanks zwaait ze als boerin zelfverzekerd de scepter over één van de grootste hofsteden van Walcheren. Dat is haar wereld. Verder dan haar eiland is ze nooit geweest. Is het nu aan mii om haar bij de hand te nemen en haar mee te voeren, mijn wereld in? Dat lukt niet. Coba blijft waar ze is, als een vol maakte dochter van het land, dat haar voortbracht. Trouw aan de tradities, die dat land aan haar doorgaf; trouw ook aan de dracht, waarin ze zich thuis voelt. En zo valt in haar gezelschap de tijd weg en zit ik aan tafel met een lief ver leden, dat nog springlevend blijkt te zijn. Preekstoel van de voormalige Geref. Kerk te Meliskerke. Pleegvader R. voor de schuur van zijn boerderij. Orgel van de voormalige Geref. Kerk te Huis en schuur van de familie Adriaanse. Meliskerke. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 22