Weinig gebruikte plezierjachten: Maak een „planning" Tekst: S. Z. Aanvankelijk was hij smoorverliefd op zijn nieuwe bezit, het zeezeiljachtje. De aanschaf was hem „een rib uit het lijf" maar ach, de rente is aftrekbaar, je leeft maar één keer en hij was zó enthousiast geworden over die zeilreis naar de Oost kust van Engeland waarbij ze sprookjes achtig mooi weer hadden dat hij zijn eigen zeezeilkruisertje wilde hebben. Dat kwam er ook! Eigenlijk had zijn vrouw liever een nieuwe keukeninrichting, nieuwe meubels en een paar fikse vakantievliegreizen gewild. Ze hield niet zo van dat rauwe technische en navigatorische gedoe op zee. Maar nou ja! Elet werd er niet beter op toen liggelden, autoreizen naar de ligplaats ver van huis, winterberging binnen, dieselmotorrevisie, bijzeilen en enige elektronika, zeekaarten en nautische almanak dermate opliepen dat af en toe geld uit het huishoudbudget moest worden genomen. Dat maakte de situatie er niet beter op: enige oplossing: minder varen en daar werd het jacht de dupe van! Een ander had een majestueus casco ge kocht, had er eindelolos aan gewerkt en zich geheel uitgeleefd aan boord, die lange zomeravonden, al die weekends. Het werk stuk groeide met bewondering van de clubgenoten tot een schip met geheel eigen persoonlijkheid: anders ingedeeld dan de meeste jachten, andere materialen, an dere vormgeving van de opbouwen. Iets aparts! Toen kwam zijn overplaatsing naar Lim burg; er moest worden verhuisd en maan denlang werd naar de motorkruiser niet omgekeken. Een jacht waarmee niet geva ren wordt gaat heel snel achteruit: ver stikking, te weinig ventilatie, geen conser vering van de motor of bijhouden van de startaccu. Schimmelplekken in de kajuit, een kuil vol regenwater in het dekkleed over de stuurstand; enorme aangroei onder water en doorschavielen van een meertouw wat schade gaf aan de naastliggende boot bij een zware storm. Die zomer lang ging het schip dermate achteruit dat hij wegens drukke werkzaamheden en zaken reizen het jacht moest verkopen. Geen tijd voor opknappen, behoorlijk verlies ge leden aan het verweesde schip dat zo heel anders was dan hetgeen men thans wil hebben. De eerste jaren van zijn pensioenleeftijd heeft hij veel met zijn schip gevaren, eraan geschilderd en getimmerd, het jacht piekfijn in orde gehouden: fraai om te zien, doel matig en veilig. Hij heeft er veel-tot-alles voor over gehad tot hij stierf. Zijn kin deren en zijn vrouw voelen weinig of niets voor de zorgen om dat schip dat hen royaal zal overleven. Er komt niemand meer aan boord, er worden advertenties geplaatst waarin het jacht te koop wordt aangeboden. Lang niet iedereen reageert daarop; er komen één of twee mensen aan boord, maar die voelen er niets voor zich aan te passen wat de eigenaar heeft gekocht, betimmerd, inge richt. De vraagprijs is veel te hoog, het schip gaat zienderogen achteruit tot één der zoons het op zich neemt, ermee te gaan varen. Een hellingbeurt, een motor inspectie, een schoonmaakkarwei: hij regelt met broers en zusters de prijs waarvoor hij het kan overnemen. En het jacht is gered; een gebruikte auto is voor de sloper, een oud jacht ver oorzaakt problemen. in iedere jachthaven liggen scheepjes en schepen waar vrijwel nooit iemand aan boord komt. Liggelden worden gegireerd, maar er worden nooit eens luiken of pa trijspoorten opengezet om het jacht goed door te luchten op een droge winderige dag. Het teak-dek krijgt geen compound in de naden die in de zomer opentrekken en als je erop loopt, spuit het regenwater door de kieren omhoog. De pakkingbus van de schroefas lekt een beetje en de motor kamer staat half onder water. De hoogaars of hengst die met grote kosten tot jacht is verbouwd, krijgt op de waterlijn „zacht" hout, wat nog veel meer kosten geeft. Er is echt wel belangstelling voor tweede handsschepen, maar die moeten dan tot voor kort nog „in actie" zijn geweest, en niet een half jaar stil hebben gelegen. Wie het om zijn carrière, zijn job, om andere bezigheden en liefhebberijen niet meer zo ziet zitten, die grote watersport, doet er goed aan, zijn bezit zo spoedig mogelijk onderhanden te laten nemen. Voor- en laat najaar zijn de topmaanden voor de jachtwerven, dan heeft men er geen tijd. Maar juist in de zomer staan de loodsen en de hellingen grotendeels leeg, er kan onder gunstige omstandigheden worden ge werkt, hetzij door werfmensen hetzij door amateurs om een houten of stalen schip weer in conditie te brengen. Wat dat betreft is polyester zo in trek gekomen: veel minder tijd nodig voor on derhoud, nauwelijks teruggang in materiaal kwaliteit, in trek bij kopers omdat het minder veeleisend is aan kosten, kortom: moderner! Maar ook die schepen liggen soms maan den ongebruikt. Onze jachthavens vertonen dikwijls een erg „statisch" beeld, ook bij goed vaarweer. Zeker, lang niet iedereen heeft tijd om te varen! Het gaat dikwijls meer om investering dan om vaarplezier. Het wordt weer zomer! Neem de be slissing: ik ga méér varen met mijn boot, breng er weekends op door, ook als er niet te zeilen valt, richt de boot behaaglijk in en neem regelmatig vrienden mee om te varen in Zeeland. Ik hou de boel goed schoon, zorg voor zeilen en motor en ga wat haventjes bezoeken. Met de grote va kantie gaan we de rivieren op, of buitenom naar de Belgische kust. Mijn boot verstrekt mij een behoorlijke dosis buitenlucht, ultra violet licht en iets van zee-atmosfeer. Veel aan boord komen is goed voor mijn ge zondheid (bewegingstherapie na de lange winter), en het is goed voor de boot zelf; die komt dan tot zijn recht en verstikt en versukkelt niet. Of: ik kocht destijds en heb nu andere interessen; vrouw en kinderen gaan nau welijks meer mee hoogstens nog uit plichtsgevoel en om mij een plezier te doen. Dan moet de boot weg! Dat vraagt eerst een goede opknapbeurt ofwel repa raties bij een werf; vervolgens richt ik de boot in zodat eventuele geïnteresseerden er een goede indruk van krijgen. Het vraagt mij veel tijd om regelmatig te varen met derden maar vroeg of laat vind ik wel een koper. Dat is dan een betere oplossing dan het jacht maar doelloos te laten liggen! 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 7