Nogmaals de plaatvallen
en oevervallen
Haardi' lezers
Het is weer zover, 1978 zit er bijna op en
wat mij betreft, kan het niet vlug genoeg.
Het was een jaar om te vergeten: politieke
moeilijkheden, terrorisme, burgeroorlogen,
enz. Nu zou je zeggen, vroeger was het veel
rustiger, maar dat geloof ik niet.
Toen waren de communicaties niet zo goed.
Het slechte nieuws reisde niet zo snel en
tegen de tijd, dat het in de krant stond,
was de ellende al over en trok je je er niet
zo veel van aan.
Maar vandaag de dag 's ochtends gebeurd,
's avonds op het T.V.-scherm. Je wordt op
je wenken bediend. Bovendien is men zuinig
met goed nieuws en alle nare dingen zet men
snel in de krant of op de buis.
De maatschappij is, zo heet dat progressief,
dat betekent: niets is goed, iedereen wil zijn
zin en de neiging om zoals dat heet, wat in
te leveren, is minimaal. De spreuk is: „Niet
ik, maar hij", niet goedwillig, dan kwaad
willig.
Met deze enigszins droevige overpeinzingen
gaan wij de Kerstdagen tegemoet. Dagen van
vrede op aarde.
Ik hoop, dat u zich dit goed zal realiseren
en dan met oud en nieuw het jaar 1978
afsluit en 1979 vol goede moed en voornemens
begint. Zeker om onderling meer positief
te leven.
Beste lezers, ik wil eindigen met u allen
een zalig Kerstfeest en een voorspoedig 1979
toe te wensen.
Van der Graaf.
Door: Cor van Heugten.
In het laatste nummer van Zeeland
Magazine is een artikel verschenen over de
betekenis van dijkvallen, oevervallen en
plaatvallen voor sportvissers. Uit diverse
reacties van sportvissers blijkt inmiddels,
dat vele diepe putten langs de kust of steile
oevers (gevolg van oevervallen) inderdaad
bijzonder visrijk zijn. In de toekomst zou
het leuk zijn eens een kaartje met goeie
stekken te publiceren. Jammer genoeg zijn
bij het bewuste artikel enkele plattegrondjes
van de betrokken oevervallen en dijkvallen
niet opgenomen. Het gevolg was, dat de
lezer de vermelding onthouden werd, dat
de rijkswaterstaat specialist Ing. M. H.
Wilderom een bijzonder boeiend artikel
in het blad „Otar" (intern waterstaatsblad)
over dijkvallen, etc. heeft gepubliceerd. Dit
Otar-artikel en de kennis van ing. Wilderom
heeft me tot de conclusies van de sport
vissers, geïnspireerd. Ik zou Otar en ing.
Wilderom tekort doen als ik de lezers deze
bronvermelding onthield.
Sportvissers en andere waterrecreanten
of waterstaats-specialisten, die meer gege
vens over dergelijke stekken hebben, kun
nen hun tips aan mij via de redaktie kwijt.
Waarvan akte aan ing. Wilderom, die met
zijn Otar-publikatie de sportvissers een
grote dienst heeft bewezen.
3