Gezicht op de boomloze Yerseke moer met in de verte de bomen van de Zanddijk. Een stukje oudland tussen Wemeldinge en Kattendijke. De Yersekse Moer wordt aan de oostzijde begrensd door een dijk die van Yersekedam naar Hansweert loopt. Het eerste gedeelte heet Molendijk. Het lag er al in 1269. Het andere gedeelte heet Zanddijk en werd als een zgn. vijfzode aangelegd voor 1324. De aanleg ervan had als doel om in geval van overstroming, de schade te beperken. In tegenstelling tot Vlake, heeft Schore zich door de jaren heen als een klein dorp kunnen handhaven. Het verloor zijn mid deleeuwse kerk tijdens de oorlogshandelin gen in 1940. Naderhand werd er een nieuwe kerk gebouwd. Schore ligt aan de rand van het veengebied. De naam schore of schorre wijst op de aanwezigheid van schorren in een grijs verleden. Alhoewel het land er in 1250 al binnen de ringdijk lag, vermoedt men dat het toen nog niet in kuituur was gebracht, maar voor be weiding met schapen in gebruik was. In 1260 verkreeg de Cisterciënserabdij St. Bernard er 60 gemeten land en na derhand werd hun bezit uitgebreid tot 80 gemeten. Vermoedelijk waren het schorren, die daarna in kuituur werden gebracht. Ten westen van Schore bouwden de mon niken van St. Bernard een grangia een bedrijfscentrum van waaruit ze hun landbouwbedrijf hebben geëxploiteerd. Hun klooster stond echter in de buurt van Ant werpen, dus voor die tijd tamelijk ver ver wijderd van hun Zuid-Bevelandse bezit. Ver moedelijk was dat dan ook wel de voor naamste reden, waarom ze in 1266 hun grond verkochten aan het nonnenklooster Jerusalem te Biezelinge, dat de gronden daarna in diverse percelen aan derden verpachtte. De hedendaagse toestand. Langs de oostkant wordt het moergebied van Yerseke begrensd door een brede kreek rug, waaronder de veenlaag is uitgewigd. Oo deze kreekrug en zijn randgebied wor den akkerbouw en fruitteelt bedreven. Daar vind men tevens de verspreide bedrijfsge bouwen en de woonhuizen van de grond gebruikers. Ook het dorp Yerseke ontstond destijds op deze kreekrug. De dikte van de kleilaag boven de al dan niet uitgegraven veenlagen, wisselt in de Yersekse Moer van 1 m tot minder dan 0,30 m. Het centrale deel van het oude moerland is boomloos en vrijwel uit sluitend als grasland in gebruik. Nog in de jaren dertig kwam het herhaaldelijk voor, dat het gebied blank stond. In 1939 werd langs de oostelijke kanaaldijk een elektrisch gemaal in werking gesteld, dat de waterhuishouding in het betrokken ge bied onder kontrole hield. Op 8 oktober 1944 werd de Yersekse Moer door toedoen van de Duitse bezetters onder water gezet. Dat gebeurde door het inlaten van zout water via de uitwateringssluis bij Yersekedam. Naderhand werd de sluis op geblazen. Herbouw vond na de oorlog niet meer plaats. Op 31 januari 1945 was men er de toestand weer meester en was de polderwaterstand teruggebracht tot 1,61 m NAP, het plaatselijke zomerpeil. De oude sterk verzilte drinkputten in de Yersekse Moer zijn geleidelijk verdwenen. De eksemplaren die er nog zijn, herbergen een interessant planten- en dierenleven en zijn als zodanig waard om behouden te blijven. Omstreeks 1960 werden de meeste graslanden aangesloten op de waterleiding. De Kapelse Moer wordt aan de westzijde begrensd door de kreekrug Biezelinge Wemeldinge, die een gemiddelde breedte heeft van 1500 m. Onder het centrale deel van deze kreekrug ligt een circa 300 m brede strook, waaronder het veen destijds door inbrekend water werd weggespoeld. De Kapelse Moer is, in tegenstelling tot de Yersekse Moer, wat meer begroeid. Het zijn overwegend verspreide meidoorns in en langs de ongelijk liggende graslandpercelen, hetgeen blijkt uit de hierbij afgedrukte overzichtfoto's. In het Zeeuws Nieuws over natuur, land schap en milieu nr. 2 sept. 1978 staat vermeld dat in de Yersekse Moer een opper vlakte van ongeveer 500 ha is opgenomen in de Voorrangsinventarisatie Relatienota. Vrij vertaald betekent dat een veiligstelling bij voorrang van het centrale moergebied. Daardoor zal het mogelijk worden dat een deel van dat gebied kan worden aange kocht, terwijl voor het dan nog resterende deel beheersovereenkomsten met de gebrui kers gesloten kunnen worden. De boer wordt dan schadeloos gesteld voor beper kingen, die hij in zijn bedrijfsuitvoering moet aanvaarden. De P.Z.C. van 27 november 1978 maakt 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 14