Grootse city-ontwikkeling in Terneuzen - Ook Vlissingen en Middelburg deel van de Randstad De molenaar. Eerste helft veertiende eeuw. technieken verder op te voeren en de oogst- resultaten te verbeteren. Daardoor ontstond er voedselgebrek, waarvan de bevolking schade ondervond, kwetsbaarder werd en in aantal begon af te nemen. Vooral in de tweede helft van de veertiende eeuw nam in Zeeuwsvlaanderen de betekenis van de landbouw af en ofschoon een eeuw later een kleine opleving merkbaar was, zou het tot de tweede helft van de zeventiende eeuw duren eer de landbouw er dezelfde ekonomische betekenis kreeg als tijdens de opkomst van de steden het geval was. Maar toen waren inmiddels de middeleeuwen verleden tijd geworden. Het enige gewest waar in de late middel eeuwen de akkerbouw een belangrijke plaats bleef innemen, was Zeeland. De grondslag lag er overwegend gunstig ten opzichte van de buiten ebstanden, waardoor een redelijke afvoer van het polderwater mo gelijk was. Van de granen die men er ver bouwde waren tarwe en gerst de belang rijkste gewassen. Er werd vooral graan uitgevoerd naar Brabant en Vlaanderen. Ook de fruitteelt was er toen al van be tekenis. Men voerde het uit naar Rijnland en Engeland. Naast voedselgewassen werden in Zeeland ook handelsgewassen verbouwd, waarvan meekrap en vlas de belangrijkste waren. De veeteelt was er in de late mid deleeuwen van weinig betekenis; er werd zelfs boter en kaas ingevoerd. Literatuur. J. Bijhouwer; Het Nederlandse landschap. W. van Es: De Romeinen in Nederland. H. Jansen; Middeleeuwse geschiedenis der Nederlanden. P. Geijl: Geschiedenis van de Nederl. stam. P. Blok: Geschiedenis van het Ned. volk. D. Nicholas: Stad en platteland in de middeleeuwen. D. Blok: De Franken. W. Jappe Alberts en H. Jansen: Welvaart in wording. J. Romein: De lage landen bij de zee. B. Slicher van Bath: De agrarische ge schiedenis van West-Europa. M. J. Boerendonk: Historische studie over den Zeeuwschen landbouw. H. C. E. M. Rottier: Stedelijke strukturen in historisch prespectief. Jaarboek 1972/ 1973 Oudheidkundige kring De Vier Am bachten. Tekst: Joris van Hoedekenskerke. vergaderzalen met een totale oppervlakte van 200 m2. De snelle jongens in Terneuzen en die van dat beleggingsbureau hebben niet stil gezeten. Maar toch is het oppassen geblazen in Terneuzen, mensen. Let op die burgemeester daar! Hij schijnt zijn mannetje wel te staan als de milieu-kikkers liggen te lazeren over vuilstortplaatsen en zo. Maar tochhij heeft een afwijking: een agrarische afwij king. Nauwkeurig speuren van een gespe cialiseerde medewerker heeft onomstotelijk aan het licht gebracht, dat deze burger vader voordat-ie gemeentebestuurder werd, een grote tuin bezat langs het Noordzee kanaal. Hij teelde er winterpeen. Ja, hij ontving daar gasten voor zakelijke bespre kingen en bood die zelfseen peen ter consumptie aan. Voor zo'n man moet je uitkijken. Straks komt hij nog met een voorstel dat er langs de Otheense kreek geen huizen en flats mogen worden gebouwd, maar wel volks tuinen mogen worden aangelegd. Of dat het daar misschien natuurgebied moet blij ven. En dat zou jammer zijn. Maar onze jongens-van-pak-aan zullen één en ander wel in de kijker houden! Zeker, Vlissingse briefschrijvers, ook het grootsteedse karakter, dat in uw woonplaats zo heerlijk tot uiting komt in de Pauwen- burgse flats, willen we niet verzwijgen. En groot gelijk hebben uw bestuurderen, dat ze dat ouwe stadhuis laten voor wat het is. Dat gelul ook over historische waarden en renaissance-stijl of wat dan ook! Laten ver rotten dat krot, de bulldozer d'r tegenaan en je hebt ruimte voor wat moderns. Want in de Vlissingse binnenstad wordt toch veel te Anton Pieckerig gedaan, men sen. Bekijk nou zo'n Plein Vierwinden eens! Net een Kerstkaart zonder sneeuw. En ja, sorry hoor, maar ook hier weer die burgemeester, die toch wel wat verdacht is. In Goes een heemkundige eerste burger, in Terneuzen een agrariër en in Vlissingen? Een padvinder, meneertje. Jawel. Nog niet eens zo heel lang geldeen heeft de Vlissingse burgemeester een „scouting-boerderij" geo pend. Hij draaide toen aan een soort wiel, waardoor de mendeuren van die schuur open gingen. Kijk, daar heb je dan die verering van dat verrekte boerengedoe alweer. En dan, wat doet een eigentijdse burge meester bij zoiets middeleeuws als pad vinders die spoorzoeken en goede daden doen? De moderne jeugd hoort op een cross-brommer, aan de drugs en in de disco, potverblomme. En wat zegt zo'n man dan nog: „Als ik naar buiten kijk over het Zeeuwse polderland, dan vind ik dat jullie te benijden zijn" (of woorden van gelijke strekking). De hedendaagse jeugd agrarisch en natuurgezind trachten te beïnvloeden, jawel. En over „Zeeuwse polderland" oreren. Onze gisse mannen-met-initiatief mogen ook deze burgervader wel goed in de smie zen houden! Straks torpedeert-ie nog een paar bestemmingsplannen! Ja vrienden, dat is me wat! Stapels brieven zijn er op onze redaktie- kantoren binnengekomen. De telefoons hebben voortdurend gerinkeld. Want ons artikel „Zeeland wordt Randstad" in het vorige nummer van dit magazine is ingeslagen als een bom. We kunnen de reakties in twee soorten indelen: positieve, instemmende (een fikse minderheid) en negatieve, afkeurende. Helaas, die laatsten vormen de meerderheid, maar dat verandert nog wel. Zo schreef men ons uit Terneuzen, Vlis singen en Middelburg of we zand in de ogen hadden en niet hadden gezien hoe zeer de vooruitgang in deze Zeeuwse ste den al heeft toegeslagen. Zeker, vrienden, zeker! Ook dat weten we. Het is niet alleen Goes dat oprukt op de weg van kneuterig plattelandsstadje naar moderne city. In Terneuzen bijvoorbeeld kunnen ze d'r ook wat van. Kijk maar eens naar die fraaie hoge Scheldeflats. En wat dacht u van dat stadhuis? En, hoera vrienden. Daar zal op de Scheldedijk nu nog eens een „Apartotel" uit de grond geramd worden. Met 36 ap partementen en 52 hotelkamers. Hoogbouw natuurlijk! Wat dacht u dan? Met vier Middelburgers, wees gerust! Wij kennen de geheel eigentijdse sky-line van uw stad. Als je die vanaf de nieuwe Sloeweg bin nenrijdt, dan zie je eerst stevige flatbouw, en daarachter weggekropen de Lange Jan en de koepel van de Oostkerk. En zo hoort het ook. Dit is de tijd van de torenflat. Die van de kerktoren is voorbij. Jammer, dat het provinciaal bestuur nog in die vermakelijke abdijgebouwen uit de Middeleeuwen huist. Sfeervol? Me hoela! Maar als de provincie Zeeland is opgedoekt en „district Zuid-West" van de nieuwe pro vincie „Randstad Zuid" is geworden, wordt dat achterlijke statencomplex gesloopt. Wie 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 20