Drie generaties op de camping
varen. Zeevissen met kleine jollen blijft een
mooi-weer-gebeuren. De meeste ongevallen
of „reddingen op het nippertje" zijn aan
waaghalzerij, gebrek aan veilige voorzorgen,
slecht zeemanschap en slechte kwaliteit en
te kleine afmetingen van de visbootjes te
wijten.
De Hindhovense watersporter Jean Spronck
gaat de komende zomer met enkele ervaren
boothengelaars een aangepaste versie van
de Amerglass-kraamboot op ruw water voor
gebruik door zwaar-invaliden, beproeven.
De heer Spronck is zelf al vele jaren met
verlamde benen aan zijn rolstoel gebonden.
De directie van Amerglass en Volvo-Penta
hebben bij voorbaat toegezegd de experi
menten voor deze onverwachte toepassing
te steunen. Aan b. en w. van Tholen zal
een ligplaats in de nieuwe sportvis-jacht
haven van Stavenisse, aangepast voor ge
bruik door rolstoel-gebruikers, worden ge
vraagd.
Overigens mag verwacht worden, dat de
„kraamboot" voor Unicef ook in andere
ontwikkelingsgebieden voor de meest uiteen
lopende doeleinden van ziekenvervoer, me
dicijn-express, personenvervoer, beroeps
vissersboot in tropische wateren, vracht
bootje, etc. kan worden gebruikt. De boot
is erg stabiel, oersterk, zuinig en zeer
bedrijfszeker en erg eenvoudig te repareren
bij schade aan de extra stevige kiel en
bodem.
Tekst: S. Z.
Zoals vrijwel alle sporten, kunsten en
bezigheden is ook het kamperen verdeeld
in drie categorieën. Op de campings die
we in binnen- en buitenland bereizen vin
den we duidelijke verschillen tussen hen
die daar plaatsen bezetten. Let maar eens
op of het een beetje uitkomt.
1. De oude generatie.
Ze zitten koffie of thee te drinken naast
hun stacaravan, gesitueerd op een bescha
duwd plekje in Zeeland, Zeeuws-Vlaanderen,
Vlaanderen, Brabant en zo verder. Ze willen
en moeten zo nodig af van hun appartement
ergens in Randstad. Brabant, Antwerpen
of Gent, en wonen regelmatig vanaf Pasen
tot oktober op een Zeeuwse camping.
Hun werkleven licht achter de rug. Hij
is met pensioen en doet niets liever dan
genieten van de zeelucht, het strandvissen
en de markten in Goes, Middelburg en
Zierikzee. Zij heeft in de stacaravan een
mini-huishoudentje, moeiteloos bij te hou
den; fiets bij de hand voor boodschappen
doen, kleertjes breien voor de kleinkinderen.
Op een regenavond worden de bevriende
buren uitgenodigd op een glas wijn bij de
kleine open haard, de kleuren-TV staat aan
en er wordt gepraat over dat Zeeland,
provincie die zo anders is dan waar ook,
en toeristisch zo druk op mooie zomerdagen.
Nee, dan zijn we er niet, zeggen ze.
Tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren, en
tijdens de metaal- en bouwvakvakantie ko
men de kinderen met hun kroost. Ze huren
een strandhuisje en mogen onze caravan
bewonen, terwijl wij een vliegreisje maken
of met een touringcar Duitsland of Frank
rijk gaan bekijken. Zijn ze vertrokken, dan
ruimen we de caravan netjes op, verzorgen
de rozenborder rondom, plakken de teke
ningen van de kleintjes op als souvenirs
en dan komt de augustus- en september-
stilte: sublieme maanden hier!
De buren hebben een zeilboot, en we
worden uitgenodigd voor een dagje. De
stacaravan is voor ons een tegenpool van
onze stadsflat en we hopen nog menig
jaar dat „wisselleven" vol te houden! Ou
dere generatie; enthousiast over het Zeeuwse
natuurgebeuren dat na een lange stads-
winter onweerstaanbaar lokt. Auto hebben
ze niet meer, hoeft ook niet en het spaart
heel wat geld!
2. Tussen dertig en zestig.
Die generatie is nog dicht bij hun toe
ristische jeugd. Ze wil meer zien van Ne
derland en de rest van Europa. Om de
twee jaar is er een nieuwe auto en ook
die neemt de niet zo grote toercaravan mee
aan de trekhaak. Kennissen van hem of
haar herhalen: We zien het hier helemaal
niet meer zitten: we rijden meteen naar
het zuiden!
Het tegenmotief: dat is in totaal vier
of vijf dagen rijden naar de Costa Brava,
werken aan het stuur niet zonder risico;
dat wil ik niet, gezien mijn krappe va
kantie en mijn krap vakantiebudget. Al die
benzine en al dat tolgeld, mij niet gezien!
Zo zijn er zovelen waar de vele verplich
tingen van kinderen, sportclubs, zaken en
bedrijven ravages aanrichten in hun reis-
en toermogelijkheden.
Och, wat zou het? Het is minder warm
in Zeeland, er zijn niet veel bossen en
heuvels. Maar vanaf de duinen, de dijken
en de dammen zijn er mooie uitzichten,
de stranden zijn redelijk schoon, er is
folklore, klederdrachten, ringsteken, er is
volop verse vis, je kunt er een zeilboot
huren of een paard, de kinderen leren
ponyrijden, er zijn speeltuinen en als het
een dag regent of stormt is het gezellig
in de caravan. Volop vertier, allerlei VVV-
evenementen. strandwedstrijden, musea,
eetzaakjes en vooral: op de campings plaats
voor de toercaravan die maar een week
of zo komt.
Tijdig gekomen, caravanplekje werd aan
gewezen; voortent kon erbij als „social
centre" en speelruimte. Opblaasboot of
surfplank meegenomen voor varen en zeilen
vanaf de enorme oever-recreatieterreinen,
strandvisgerei natuurlijk ook. Kinderen vin
den al gauw vriendjes, slapen als rozen,
we nemen ze mee naar „Klein Walcheren"
in Middelburg en gaan daar eten. Na zo'n
dag staat de caravan klaar, het pilsje en
de sherry ook; formica eethoekje, keukentje
dat blinkt van het roestvrij staal, en dan
de prima bedden voor ons viertjes.
De laatste vakantiedag afbreken en aan
haken, eind van de middag zijn we al
weer thuis! Optimale benutting van de
beschikbare dagen omdat Zeeland niet ver
weg ligt!
3. De jonge generatie.
Die kijkt er weer anders tegenaan. Hun
materiaal: nylon tentje, acryl slaapzak, gas-
comfoortje, pannetje, een trui. Dat alles
op de rug tegen een draagstel, of op de
fiets of brommer. Zo komen ze naar Zee
land. de Parijzenaars, de Brusselaars, de
Walen, de Vlamingen, de Amsterdammers.
En de Zeeuwse jeugd gaat precies zo naar
Denemarken, Beieren of de Rivièra, mis
schien wel liftend of met een klein au
tootje en dan een surfplank op het dak.
Ze komen de camping binnen. Wat kost
het hier? Is er een gezellige kantine? Hoe
laat mogen we nog thuiskomen? Hebt u
een achteraf-plekje, we hebben de radio
graag aan, zachtjes dan wel. Onder elkaar:
niet leuk hier, we zoeken wel verder, bij
een boer.
30