Weer sprokkels
Tekst: W. de Smit.
De barometerstand en de neerslagkans.
Eén van de meest gebruikte weerinstru
menten is de barometer. Deze meet de
luchtdruk, dit kan zijn in millibar of milli
meter. Millimeter tot millibar verhoudt zich
als 3 4; 760 millimeter 1013 millibar.
Van de barometer, die we veel in onze
huizen aantreffen en meestal niet zo pro
fessioneel is, kunnen we veel profijt hebben.
Daarbij moet echter wel aan de volgende
punten worden gedacht:
a. de barometer moet redelijk nauwkeurig
zijn; b. moet op een tamelijk koele plaats
hangen: c. een niet te nauwkeurige baro
meter moet regelmatig bijgesteld worden.
Dit bijstellen, het is raadzaam om het
minstens één keer per maand te doen, kan
gebeuren door met een schroevedraaier aan
het schroefje aan de achterkant van de
barometer te draaien tot deze de juiste
stand aanwijst. Voor een juiste stand kunnen
we o.m. luisteren naar het uitgebreide
K.N.M.I.-weerbericht om 6 uur, die de
luchtdrukstand van meteo Vlissingen door
geeft.
De barometer kan voor veel weersvoor
spellingen gebruikt worden. Ik beperk me
voornamelijk tot de barometerstand en de
neerslagkans.
Hieruit zal blijken, dat de termen „Be
stendig" en „Regen", die op sommige baro
meterschalen staan, niet altijd kloppen. Hier
volgt een zeer globale uiteenzetting; de
verwachting geldt voor ca. 12 uur.
Bij een zeer hoge barometerstand,
boven de 1030 millibar is het weer meestal
gedurende minstens enkele dagen droog,
vooral in de zomer en winter kan die droge
periode wel meer dan een week bedragen.
Alleen bij een defintieve, gevoelige daling
is weersverandering op til. Uitzondering:
Bij winden uit noordelijke richtingen kan
het zelfs bij deze stand regenen of mot
regenen.
De barometerstand is hoog tussen
1020 en 1030 millibar en verandert weinig:
droog, vaak helder, maar nogal eens niet
bij noordelijke winden. Bovendien meer
kans op neerslag bij die windrichting. Volgt
er een daling dan toenemende kans op
neerslag (de kleinste kans op neerslag door
gaans bij oostelijke winden).
Bij de normale barometerstand van
olm. 1015 millibar of daar in de buurt
bij „veranderlijk", is het weer meestal
sterk aan veranderingen onderhevig. Bij een
soms al kleine daling volgt er neerslag,
maar bij een stijging vrij snel mooi weer,
vooral als de wind in de westhoek blijft.
Als de barometer laag staat onder de
1010 millibar en vooral onder de 1000
millibar (750 millimeter), dan is het weer
meestal gedurende dagen regenachtig, soms
wel weken. Er moet dan allereerst een be
langrijke barometerstijging komen, voordat
het weer zich zal verbeteren.
Nog enkele barometerregeltjes.
1. Als de barometer snel stijgt, is het
mooie weer snel gekeerd.
2. Als de barometer „onrustig" is dalen
en stijgen, maar vooral uiteindelijk toch
meer dalen, dan volgt vooral in de lente
en zomer vaak buien, met vooral in de
zomer een onweerskans, in de herfst en
winter nogal eens storm.
3. Stijgt de barometer snel of zeer snel
bij een zeer lage barometerstand (onder de
1000 millibar), dan volgt vooral in het
winterhalfjaar een noordwester- of noorder-
storm.
De vergaderruimte.
Het museum
8