Record van 1 miljoen hengelakten Het trappenhuis in de Campveerse Toren. Campveerse Toren Inscriptie in traptrede. het hotelgedeelte gerestaureerd en een jaar later werd de spitse toren in oude glorie hersteld en kreeg het hoofdgebouw een op knapbeurt. Van twee kamers werd een tweede eetzaal gekreëerd en 's zomers kreeg ook het hoog in de toren gelegen café weer een funktie. De Campveerse Toren anno 1979 ademt nog steeds die sfeer van vroeger. Bij het beklimmen van de stenen trap komt men reeds in de juiste sfeer en de aanblik van een fraaie arreslee en een opmerkelijke pianola zal dat alleen maar verhogen. D.e Campveerse Toren is er „Om Iuyden van qualiteit en andere passanten te logeeren en tracteeren", zoals staat opgetekend in de „Cronyk van Zeeland". Direkteur de heer H. A. Cranen- burgh, geeft er tijdens het gesprek met hem duidelijk blijk van zeer veel belang in de geschiedenis van zijn Campveerse Toren te stellen. Ruim 32 jaar zwaait hij de scepter over deze fraaie auberge en over het bijbehorende hotel. Hij wordt daarin bijgestaan door zijn echtgenote mevr. J. Cranenburgh - de Buck. Zijn schoonzoon de heer T. Kroese heeft de funktie van bedrijfsleider, terwijl de heer C. Verreke als chefkok is aangesteld. Aanvullend kan nog vermeld wor den, dat de heer Van Cranenburgh een groot muziekliefhebber is en dat onder meer tot uitdrukking brengt met zijn funktie als voorzitter van de Fanfare „Veere's Genoegen". Tekst: Cor van Heugten. Voor het eerst in de vaderlandse hen gelsportgeschiedenis zijn het afgelopen sei zoen meer dan 1 miljoen hengelakten en bijdragebewijzen verkocht. De stijging boven het miljoen is vooral te danken aan de voortdurende groei van het aantal kleine visakten van ruim 500.000 in het hengelseizoen 1976—1977 tot 567.574 nu. Het aantal bijdragebewijzen liep in drie jaar van 450.000 naar ruim 430.000 terug. De sterke stijging van het aantal kleine visakten in de na-oorlogse jaren bewijst de groeiende voorkeur voor de aktieve vis serij op roofvis en de toename van het vissen met twee hengels. Er is nog steeds geen sluitende verklaring voor het grote aantal grote visakten, dat wordt gekocht. Deze grote visakten zijn voor de beroeps vissers bestemd en niet voor de sport vissers, die met een kleine hengelakte kun nen volstaan. Dit record van 1 miljoen viskaarten is in een slechte zomer bereikt. Ook dat is een bewijs, dat de sportvisserij elk jaar nog meer aanhangers krijgt. Er zijn zeker 1,5 miljoen sportvissers, waarvan enkele honderdduizenden zwartvissers. die geen akte of bijdrage-bewijs kopen. Ook de jeugd tot 16 jaar hoeft nog geen „viskaart" te kopen. Er zijn zeker 100.000 pure zeehengelaars, die nooit op het binnenwater komen. Ook deze sportvissers hebben geen enkele hen- gelakte nodig. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 9